Politiechefs moeten vaker van zich laten horen

Aalbersberg in Het Verhoor bij AT5
Aalbersberg in Het Verhoor bij AT5

De Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg vertelde woensdag op AT5 dat de geliquideerde topcrimineel Gwenette Martha twee ton per week verdiende. Aalbersberg laat tweewekelijks zijn licht schijnen op politiezaken. Andere chefs zouden daar een voorbeeld aan moeten nemen.

Sinds de vorming van de Nationale Politie roeren de regionale politiebazen zich nauwelijks meer. Een eenheidschef die zich wil uiten over een lokale of landelijke kwestie moet daarvoor in principe toestemming vragen aan de nationale politietop.

Alles moet worden afgestemd. En dat is een eng woord: afstemmen. Het komt altijd voort uit angst. Angst dat er heibel komt naar aanleiding van een ongenuanceerde uitspraak. Angst om de regie te verliezen. Vrees voor een uitlating die niet strookt met de lijn van het ministerie. Want: wij zijn één politie en zeggen dus hetzelfde.

Ik heb me gestoord aan columnisten en politici die in het verleden uithaalden naar korpschefs zoals oud-politiebaas Bernard Welten van Amsterdam. Wanneer die kritiek uitten op een politicus, kritisch waren over de eigen organisatie of een ferme statement lanceerden over een maatschappelijke kwestie, kregen ze de volle laag.

‘Het zijn uitvoerders. Ze moeten hun mond houden’ was dan het argument. Dat is eng. Net als het afstemmen of toestemming vragen.

Aalbersberg vertelde in Het Verhoor op AT5 over de verdiensten van Martha. Nuttig. Want de advocaat van Martha, Nico Meijering, bagatelliseerde na de liquidatie waarvan hij ‘kapot was’ de rol van Martha in het milieu. Meijering haalde ook uit naar justitie. En dan is het goed dat politie en justitie even terugslaan.

Regionale politiechefs weten ook beter wat in hun gebied speelt dan een landelijke baas. Het spreekt burgers meer aan: een regionale of lokale baas die zich uitlaat over een regionale kwestie. Maar ook een politiebaas die dichterbij staat, over landelijke kwesties.

De politiechefs moeten een rol spelen in het publieke debat en in de discussie over de eigen organisatie. Openlijk. Iedereen die een maatschappelijke topfunctie heeft moet zich roeren. Dat is je plicht.

Dan maar een keer een uitbrander. Dan maar een keer een ongenuanceerde uitspraak die leidt tot ophef. Discussie is belangrijk. Voor gecontroleerde ‘eenheidsworst’ kopen we niks. Dus politiechefs: laat van u horen!

Mick van Wely