Met de aanhouding van twee verdachten voor de moorden op Henk Opentij (79) en Mary Run (73) uit Amsterdam in 1997 heeft justitie opnieuw een succes geboekt bij een moordonderzoek door een beroep te doen op de DNA-database.
Volgens het openbaar ministerie in Amsterdam is de eerste van de twee verdachten opgepakt door DNA-verwantschapsonderzoek. Er is in Nederland nog niet eerder iemand opgepakt voor een moord middels deze methode.De eerste verdachte die de politie deze week oppakte is de 35-jarige kickbokser Melvin R. uit Amsterdam. Hij zou in 1997 Opentij en zijn aanstaande vrouw vermoord hebben. R. was toen dus nog maar 19 of 20 en woonde vlak naast het echtpaar.
De twee werden met tientallen messteken om het leven gebracht. Ook sneed de moordenaar hun kelen door.Het motief voor de dubbele moord is onduidelijk. De woning van Opentij en zijn vriendin was doorzocht, maar de
moordenaars namen geld dat vrijwel in het zicht lag niet mee.
Melvin R. kon, zo bevestigde een woordvoerder van het OM in Amsterdam vrijdagmiddag, worden opgepakt na DNA-verwantschapsonderzoek.
DNA dat was gevonden in de woning van Opentij en zijn vriendin, gaf geen match met sporen in de Nederlandse DNA-database. Maar toen justitie keek of er een verwante van R. in de database zaten, was er wel een ‘hit’. Via deze persoon kwam de recherche bij Melvin R. uit.
Sinds begin april mag justitie gebruik maken van de DNA-verwantschapsmethode. Met deze methode vergroot justitie als het ware het vangnet bij DNA-onderzoek. Er is niet alleen een ‘hit’ bij de DNA-drager. Ook verwanten komen in beeld. Via deze verwanten kan de recherche bij de uiteindelijke DNA-drager of verdachte terechtkomen.
De eerste zaak waarbij justitie de DNA-verwantschapsmethode gebruikte is de moord op Marianne Vaatstra uit Zwaagwesteinde (1999). Onderzoek in de database leverde niets op. Nu probeert justitie het met een DNA-bevolkingsonderzoek.
In de afgelopen weken stonden ruim 7000 mensen die destijds in de omgeving van Vaatstra woonden, wangslijm af. Bijna negentig procent van de doelgroep deed mee. Een geweldig resultaat.
Vandaag maakte justitie bekend dat ze de DNA-verwantschapsmethode ook gaat gebruiken bij het onderzoek naar de Utrechtse serieverkrachter. Tussen 1995 en 2001 werden zeven vrouwen verkracht. Elf keer bleef het bij een poging.
Mocht de DNA-match in de zaak Opentij leiden tot een veroordeling, dan is dat een nieuw succes voor justitie op DNA-gebied bij onopgeloste moorden. De drie belangrijkste in de afgelopen jaren (naast Opentij) zijn wat mij betreft:
De Puttense moordzaak (1994) : Ron P. werd opgepakt na een DNA-match. Hij moest in 2007 wangslijm afstaan nadat hij zijn vriendin had mishandeld. P. werd veroordeeld voor de moord op Christel Ambrosius.
De Ruinense moord (1993): Henk F. liep op exact dezelfde wijze tegen de lamp. Ook zijn DNA matchte met het spoor dat was aangetroffen op het lichaam van de in 1993 vermoorde Andrea Luten. Ook F. werd veroordeeld.
De moorden op Anne de Ruijter de Wildt (1997) en Annet van Reen (1994): Henk S. moest in 2000 DNA afstaan nadat hij een bejaarde vrouw had verkracht. S. moest DNA afstaan. Er bleek een match te zijn met DNA dat was gevonden bij de moorden op de Groninger studente De Wildt en Utrechtse Annet van Reen.