De noordelijke recherche worstelt met twee ‘moorden zonder lijk’. Deze week dient in Arnhem het hoger beroep in nog een moordzaak, waarbij er wel een verdachte is maar geen stoffelijk overschot.
Zonder lijk geen moord, wordt wel eens gezegd. Dat wekt ten onrechte de suggestie dat bij een moordzaak waarbij het lichaam zoek, geen sprake kan zijn van een veroordeling. Er zijn uitzonderingen, maar taai zijn ze wel de moordzaken zonder lijk. Drie bijzondere voorbeelden.
De zaak Ilham Benchelh (Siddeburen)
Ilham Benchelh uit Siddeburen verdween begin januari 2010. Haar man werd kort daarna opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de dood van Benchelh. Die wilde een einde maken aan de relatie. Ze zou op 11 januari. een dag nadat voor het laatst iets van haar werd vernomen, een advocaat ontmoeten om de scheiding te bespreken. Tegen haar man Kasper M. liggen nogal wat verdenkingen. Sterke verdenkingen. De belangrijkste op een rij:
M. dumpt in een andere plaats heimelijk, maar voor het oog van een observatieteam van de politie, een stuk uitgeknipt laken met bloedvlekken in een prullenbak. Uit technisch onderzoek bleek dat het bloed is van Benchelh
Op en naast het bed van het stel vindt de recherche bloedspatten. Het matras bleek rond de dagen van haar vermissing door M. gedumpt en vervangen te zijn. Ondanks verwoede zoektochten van de politie is het matras nooit teruggevonden
M. blijkt op internet gezocht te hebben onder de zoekterm ‘lintzaag’ en keek opvallend veel uren naar Dexter, het programma over een man die moorden pleegt en de lijken vakkundig loost
M. gaf pas vier dagen nadat Benchelh voor het laatst was gezien de vermissing op
In het huis vindt de recherche een stuk papier met een lichaam erop getekend. Het is onderverdeeld in stukken. Ook Benchels lichaamsgewicht staat erop aangegeven
In de badkamer in een bak ligt een enorme bos haar van Benchelh
Twee problemen voor politie en justitie: de verdachte ontkent iets met haar verdwijning te maken te hebben en het lichaam van Benchelh is zoek. Justitie zegt niet genoeg te hebben om het tot een zitting te laten komen. Het OM aarzelt. Als M. namelijk wordt vrijgesproken, is hij niet zomaar weer voor het gerecht te slepen.
M. is inmiddels weer vrij. De man geldt nog wel als verdachte. Als justitie niet snel met een zittingsdatum komt, dan is Kasper M. ‘verdachte af’. De rechter heeft al aangeven, na een procedure van de advocaat van M., dat het OM niet lang meer kan wachten. (meer over Benchelh hier)
De zaak Henk Peters (Doorwerth)
Dat het OM een risico loopt met vervolging bij een moord zonder lijk, blijkt wel uit de zaak Peters. De amateurfotograaf Henk Peters uit Doorwerth verdween in de nacht voor Koninginnedag, in 2009. Voor de verdwijning werd de 41-jarige Frans J. opgepakt. Die heeft altijd ontkend iets met de verdwijning van Peters te maken hebben gehad. De verdenkingen tegen de man zijn talrijk en behoorlijk. De belangrijkste op een rij:
Op 4 mei wordt een nieuw kentekenbewijs voor de auto van Peters aangevraagd en betaald. Peters was toen al verdwenen. Het kenteken is aangevraagd door een man die in opdracht van J. handelde. J. vroeg deze man ook om een fototoestel van Peters op Marktplaats te zetten
J. zocht op Google op termen als vermissing, volwassene, dood, verrotting, nekschot, kogel door het hoofd en Walther PPK. Ook zocht hij naar informatie over een VW GOLF 2006: de auto van Peters.
De auto van Peters wordt teruggevonden in de parkeergarage van J. De slagbomen zijn geopend met de pas van J. Op de valse kentekenplaat zit een vingerafdruk van J.
Terwijl J. beweerde dat hij Peters niet kende, is een ontmoeting van de twee vastgelegd door een camera. In de nacht van Peters’ verdwijning. J. had eerder gezegd dat hij die nacht in bed lag. Dat was zijn alibi. J. bleek ook kort voor de verdwijning gebeld te hebben met Peters.
In een garagebox van de parkeergarage waar de auto is gevonden vindt een vrouw een lade met een Walther PPK, een doos patronen (waaruit 5 missen), rijbewijs en kentekenbewijs van Peters, handschoenen, muts, tierips (waaruit eentje mist) en: een routebeschrijving van J. ’s huis naar de woning van Peters. De vrouw die de lade er stalde, is een vriendin van J. De vriendin vertelt dat ze J. had geholpen met het schoonmaken van de Golf van Peters
In en op de wagen van J. vindt de politie bloedsporen. Er is een match met het dna van Peters
Ook bijzonder zijn de volgende punten: iemand belde kort na de verdwijning met de politie en deed zich voor als Peters. Hij vroeg de politie om niet naar hem te zoeken. Drie dagen na het telefoontje staat een man verkleed als agent voor de deur van Peters’ moeder. Hij zegt dat haar zoon is overleden. De recherche weet van niets.
Een ‘overload’ aan serieuze verdenkingen dus. Toch spreekt de rechter J. op 9 februari vrij (LJN BP 3749 R’bank Arnhem). De rechtbank gaat er wel vanuit dat Peters om is gebracht, maar acht J.’s betrokkenheid bij de dood van Peters niet bewezen. Was het lichaam van Peters gevonden, dan had de recherche mogelijk een directe(re) link tussen het lichaam en J. kunnen aantonen. Het hoger beroep dient deze week, op 13 april, voor het Gerechtshof Arnhem.
De zaak Math Huren (Veelerveen)
Is een moord zonder lijk dan een ‘mission impossible’ voor justitie? Nee. Een voorbeeld is de veroordeling van Gerke M. Eén van de meest bijzondere moordzaken in Nederland. M. kreeg in 2006 levenslang opgelegd voor de moord op de Limburgse drugshandelaar Math Huren. Die schoot hij volgens justitie dood. Het lichaam van Huren verbrandde M. in een zelfgemaakte oven in het Groninger Veelerveen. Van de lichaamsresten is niets teruggevonden.
De moord was helemaal niet bekend bij justitie. M. zat vast voor drugshandel in Engeland. Hij maakte in de bajes een kapitale fout. Hij schreef vanuit zijn cel een brief aan een kennis, met de opdracht iemand om te brengen. Het doelwit was de enige getuige van de moord in Veelerveen. Pech voor Gerke M.: de kennis stapte met de brief naar de politie. In de cel van M. vond de politie een kladblok. Op het papier van een vel zat de ‘doordruk’ van de moordbrief.
Ook Gerke M. zweeg. Bij de recherche en in de rechtbank. Ondanks dat er sprake was van een moord zonder lijk, werd M. toch in veroordeeld (LJN: AR5215 R’bank Groningen). Tot de zwaarste straf in Nederland. Dankzij een verklaring van de getuige die dood moest en de brief.
Zonder lijk, zonder getuigen en zonder een bekentenis is een veroordeling dus knap lastig. Er moet eerst vaststaan dat iemand van het leven is beroofd. En zelfs als dat vaststaat, zoals bij de zaak Peters is te zien, ‘hangt’ een verdachte niet zomaar. Onmogelijk is het niet.
Tips/reacties? mickvanwely@gmail.com
Nog een moord zonder lijk: de moord op MichaeldeVrieze
Rechtbankverslagger Rob Zijlstra schreef een uitgebreid verhaal over de moord op Math Huren: hier