(let op: Benjamin N. is geen verdachte meer: lees hier meer)
Swaniek Wouda (39) werd op maandag 23 juni dood in haar woning aan de Star Numanstraat in Groningen gevonden. De vrouw was hoogzwanger. Een drama, dat alleen maar groter werd toen haar eigen vriend werd opgepakt. Op verdenking van moord.
Meteen na de sectie was de politie erg stellig. Swaniek was door geweld om het leven gekomen. Doorgaans zijn politie en justitie bij twijfelgevallen toch redelijk terughoudend. Een verdachte dood wordt niet zomaar gebombardeerd tot een misdrijf. Of zelfs tot moord.
Want dat maakt de Star Numan-zaak ook bijzonder. Justitie spreekt niet van moord of doodslag, maar meteen van moord. Voorbedachten rade dus. Kennelijk heeft de recherche iets ontdekt waaruit een zeker planmatigheid zou blijken.
Ik heb zelden een moord of verdachte dood meegemaakt, waarbij zoveel commotie ontstond in de vorm van mails en boze telefoontjes. Strekking: de politie heeft een kolossale fout gemaakt. Benjamin en Swaniek hadden een toprelatie en Benjamin was een superbetrouwbare, nette jongen die nooit tot moord in staat zou zijn. Dat ook modelburgers tot moord in staat zijn, wil er bij mensen vaak niet in.
Ik kan me de emotie goed voorstellen. Als zo’n aanhouding plaatsvindt in eigen kring, moet het ongeloof en de woede groot zijn.
Er is geopperd door vrienden van Swaniek dat ze zou zijn overleden door een ernstige vorm van zwangerschapsvergiftiging. Dat aspect speelt ook een rol bij de overtuiging dat politie en justitie er faliekant naastzitten. En die kans is zeer wel aanwezig.
Het is nogal wat als je net je vrouw en ongeboren baby bent verloren en pardoes ook nog eens verdacht wordt van moord. Maar politie en justitie zijn overtuigd: de arrestatie is terecht, Benjamin N. heeft een verschrikkelijk misdrijf gepleegd. Hij heeft zijn hoogzwangere vrouw en haar ongeboren baby gedood.
UPDATE Benjamin N. weer vrij
Eind juni haalde de rechter-commissaris (RC) het fundament onder de verdenking jegens N. vandaan. De RC ging niet akkoord met het verzoek van justitie om N. langer vast te houden. Er zouden onvoldoende bezwaren (lees: bewijs) zijn.
Het OM ging daarop met succes in beroep tegen de beslissing. N. moest alsnog 14 dagen in voorlopige hechtenis. Op tien juli besloot de rechtbank om de Groninger alsnog vrij te laten. Justitie is niet tegen het besluit in beroep gegaan. N. is nog wel verdachte. Het wachten is nu op het definitieve sectierapport.
Even de hondjes uitlaten. Zo trekt Berend Smit (55) op 4 november de deur van zijn huis in Dwingeloo dicht. Een gewone man, een gewone dag. Smit wordt drie dagen later dood gevonden in een bos. Onder wat bladeren. Doodgeschoten. Het betekent een bijna onmogelijk dossier voor politie en het openbaar ministerie.
Koopzondag op de hei. Zo lijkt het die vierde dag van november in Nationaal Park Dwingelderveld. De zon lokt natuur-en sportliefhebbers naar de hei en de bossen. Het is druk in het schilderachtige, typisch Drentse gebied tussen het dorpje Dwingeloo en de drukke A28.
Ook Berend Smit trekt er om even voor half drie ’s middags op uit. De blonde en bebrilde salesmanager van Sneek Hout in Den Ilp kan dat weer. Zijn schouder is redelijk hersteld van een val van de trap thuis en de schouderoperatie die hier op volgde.
In zijn zwarte Peugeot 508 rijdt de als joviaal, charmant en charismatische bekend staande Smit over de kronkelende N855 vanuit Dwingeloo naar het bos om te wandelen met zijn twee Shih Tzu-hondjes Guusje en Missy. Hij parkeert zijn auto op een parkeerplaats tussen de A28 en Dwingeloo en praat hier nog even met een bekende.
Aan het eind van de middag kijkt zijn vriendin Ciska Postma thuis op de klok. Waar blijft haar vriend? Het wordt vijf uur, zes uur. De ongerustheid wordt beknellend. Om half zeven pakt de vrouw die Smit vijf jaar geleden via een datingsite leerde kennen, de telefoon. Ze waarschuwt de politie. De politie Noord heeft er een vermissing bij.
Zondagnacht om twee uur vinden agenten de auto van Smit op een carpoolplek aan de Spieregerweg, vlakbij de A28. Een paar kilometer verwijderd van de plek waar hij vermoedelijk is gaan wandelen met de honden.
Maandagochtend 5 november kijkt een voorbijganger op de parkeerplaats van zwembad de Paasbergen vreemd op. Hij hoort geblaf uit een grote, rode bladcontainer. Bovenop de bladeren ligt één van de twee hondjes van Smit en Ciska. Een dag later duikt het tweede hondje Guusje op bij de woning van Smit en zijn vriendin Ciska.
De auto, de twee hondjes: die zijn terecht. Maar Smit is spoorloos. Politiemensen, familieleden en vrienden van Smit beginnen maandag wanhopig het bosgebied aan de Spieregerweg bij de A28 uit te kammen. Het levert allemaal niets op.
Woensdag kammen leden van de Mobiele Eenheid het bos uit. Een ME’er loopt iets van het pad af, dat langs een monument voor een in de oorlog gefusilleerde boswachter loopt.
In een greppel op zes meter afstand van het pad ontwaart hij wat kleuren. Als de ME’er dichterbij komt ziet hij het lichaam van een man. Het is Berend Smit.
Sectie leert dat hij door pistoolschoten om het leven is gebracht. Het lichaam werd, zo lijkt het, haastig weggemoffeld. Een Team Grootschalige Opsporing stort zich op de moord. Forensisch specialisten doen onderzoek op de plek waar Smit is gevonden, de auto van Smit gaat naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk voor sporenonderzoek en de politie houdt een passantenonderzoek.
De politie heeft niet één plaats delict, maar drie. De greppel waar Smit is gevonden, de parkeerplaats bij het zwembad waar het hondje werd gevonden en de carpoolplaats waar de auto van Smit stond.
Op een bord in het politiebureau in Meppel tekenen rechercheurs scenario’s uit. Mogelijke achtergronden van de moord. Het motief is onduidelijk. Smit lijkt een man
met een onbesmuikt verleden en van recente bedreigingen is niets bekend.
De moord vertoont op het eerste gezicht wat parallellen met de bekende Posbank-moord. Alex Wiegmink verdween in 2003 tijdens het joggen in de bossen bij Rhenen. Hij werd later tachtig kilometer verderop dood in een kofferbak gevonden. Wiegmink was ook een man met een vlekkeloos verleden.
Wat kan het motief zijn bij de moord op Smit? De recherche schetst vier scenario’s:
Het scenario ’verkeerde man op de verkeerde plek’: mogelijk was Smit onbedoeld getuige van een misdrijf. De Dwingelder zag iets wat hij niet mocht zien. Een drugsoverdracht, een bedreiging of een simpele poging om een auto te stelen.
Het scenario ’roof ’: iemand wilde Smit in het bos beroven. Van zijn horloge, telefoon of auto. De daders raakten in gevecht met hem of schoten hem simpelweg dood om herkenning te voorkomen. Misschien had Smit iets in zijn bezit waarvan niemand het bestaan weet.
Het scenario ’wraak’: een persoonlijk conflict werd Smit fataal. Een vete. Iemand wilde hem straffen voor iets of had een andere reden om hem te doden. Of te laten doden.
Het scenario ’vergissing van persoon’: de onfortuinlijke Smit werd aangezien voor een ander. De verkeerde persoon is doodgeschoten.
Er is een gebeurtenis die past binnen het derde scenario: dat van het persoonlijke
conflict. Het is vreemd dat het hondje in een bladcontainer is gevonden, 4,5 kilometer verwijderd van het plek waar Smit is gevonden. Niet in de richting van Spier waar de auto van Smit werd gevonden, maar de tegenovergestelde kant op.
Het hondje is er ingegooid. Alsof iemand wilde voorkomen dat het hondje weg zou lopen. Bekommert iemand die in staat is om een man dood te schieten zich om het lot van een hondje? Of moest het van iemand per se gespaard worden?
Het is een vraag die de recherche tart. Een antwoord is er niet. Naast de container prijken bandensporen. Iemand is met hoge snelheid weggereden. Dwars over een stuk gras. Hij nam vlakbij de container een bocht niet eens.
Terwijl op zondagmiddag 16 november vriendin Ciska en vrienden en familieleden bedroefd afscheid nemen van Smit in de Vennekerk in Winschoten, pluist de recherche telefoongegevens uit.
Iedereen die in de buurt van de vindplek van het lichaam van Smit is geweest met een telefoon wordt in kaart gebracht. Dit onderzoek kan een verdachte of meerdere verdachten naar voren schuiven.
’Telecom-onderzoek’ in een bosgebied zou makkelijker moeten zijn dan in een stedelijke omgeving met talloze bellers. Maar alles wat nu tegen kan zitten, zit tegen.
“Er is in het hele gebied maar één telefoonmast die telefoons registreert. Bovendien zijn er twee drukke wegen waarop automobilisten rijden die de mast aanstralen met hun telefoons. Het was ook nog eens een drukke dag. Er zijn dus ontzettend veel telefoonnummers”, legt officier van justitie Pieter van Rest uit.
Een ander probleem: door een grote brand bij provider Vodafone in Rotterdam eerder dat jaar, belanden telecom-gegevens veel later bij de recherche.
De oplossing ligt misschien in Dedemsvaart
Toch is er een meevaller. De mobiele telefoon van Smit is meegenomen. De recherche gaat ervan uit dat het de daders zijn die ermee zijn gaan rijden. De telefoon heeft eerst een mast in Hoogeveen aangestraald en daarna eentje in het nabijgelegen Dedemsvaart. In Hoogeveen was de telefoon ongeveer een uur en in Dedemsvaart liep het spoor dood.
Van Rest:”Met de telefoon is niet gebeld. Het toestel is nooit meer boven water gekomen.” De sleutel voor de oplossing ligt dus mogelijk in Dedemsvaart. Rechercheurs spitten en denken, maar een link tussen de plaats en Smit of zijn sociale omgeving is er niet.
Goed nieuws komt van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Er zijn bij de vindplek van het lichaam van Berend Smit sporen gevonden van de waarschijnlijke dader of daders. Van Rest: “Wat precies zeggen we niet uit onderzoeksbelang. Maar ze kunnen leiden naar een dader en ook dienen als bewijs.”
Mooi allemaal, maar ruim zeven maanden later zit de recherche toch met een moordonderzoek zonder concreet zicht op een dader. Wat ze ook doen, de rechercheurs komen geen stap verder. Een taai dossier.
Van de 25 rechercheurs die in november het raadsel probeerden te ontrafelen, zijn er nog zes over. De politie in het Noorden heeft het druk met negen nieuwe moordzaken met elf slachtoffers, maar blijft speuren naar de moordenaar of moordenaars naar Smit.
Als het onderzoek uiteindelijk niets oplevert, slokt de unit cold case van de noordelijke recherche de zaak op. Voor de nabestaanden blijft de prangende vraag ’waarom’. “Toch fijn dat er een nieuwe aanwijzing is: het spoor naar Dedemsvaart. Dat geeft nieuwe hoop en leidt mogelijk tot de oplossing”, laat Ciska eind juni weten.
Meer dan honderd getuigen
Het Openbaar Ministerie zegt al het mogelijke gedaan te hebben om de moord op te lossen. Naast het telecom-en forensisch onderzoek zijn er bijvoorbeeld meer dan honderd getuigen gehoord en heeft Opsporing Verzocht twee keer aandacht besteed aan de moord.
De recherche heeft ook twee ’profilers’ ingezet. Profilers proberen op basis van beschikbare informatie en beeld te schetsen van een dader en zijn herkomst. Justitie wil niets zeggen over de conclusies van de twee, behalve dat ze ’richtinggevend’ zijn. Er is tot nu toe niet één verdachte geweest. Voor de gouden tip is een beloning uitgeloofd van 15.000 euro.
Twee getuigen heeft de politie niet kunnen vinden. Op de dag dat Smit moet zijn vermoord, zagen wandelaars twee lichtgetinte mannen in sportkleding bij de plek waar Smit werd gevonden en op de parkeerplaats bij het zwembad. Of dit dezelfde personen zijn, is niet duidelijk.
Reacties
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in Dagblad van het Noorden. Het leverde meerdere reacties op. Twee ervan gingen over een mogelijk vijfde scenario.
Smit zou volgens dat scenario verantwoordelijk gesteld zijn voor het verlies van een partij drugs die verstopt was in een hout. Hij werkt immers voor een bedrijf dat hout importeert.
Regelmatig worden drugs in Zuid-Amerika verstopt in partijen hout. Al dan niet zonder medeweten van het bedrijf dat het hout importeert of vervoert. Smit kan bedoeld of onbedoeld hierbij betrokken zijn geraakt. De recherche zegt dat uit het onderzoek niets is voortgekomen dat dit scenario ondersteunt.
Een 17-jarig meisje uit Roden is dinsdagmiddag in haar woning doodgestoken. Kort na de steekpartij pakte de politie een 19-jarige jongen op. Haar ex-vriend Jacco R. (19).
Annemieke van Dijk werd rond kwart voor vier neergestoken. De 19-jarige jongen werd een half uur na de steekpartij door de politie opgepakt op de velden bij VV Roden. Hij voetbalde net als het meisje bij deze club. Het meisje had onlangs de relatie met de jongen verbroken.
Het Noorden kent een ongekende reeks moord- en doodslagzaken. In 2013 werden tot dusver 13 personen om het leven gebracht. Normaal gesproken zijn dat er 8 tot tien per jaar. De moorden staan overigens volledig los van elkaar.
De man die vorige week donderdag vermoord, vastgebonden en verbrand werd gevonden op een parkeerplaats aan het Tjeukemeer, heet Omar Kourrich (35). De Marokkaanse Amsterdammer is vader van twee kinderen. Zijn auto is spoorloos.
Een team van 25 rechercheurs onderzoekt de moord op Kourrich: een man die eerder is veroordeeld voor kleine vergrijpen. Kourrich heeft op woensdag 19 juni nog contact gehad met zijn familie. Hij reed in een Peugeot 206. Bij de politie zijn inmiddels 55 tips binnengekomen over de moord.
In een woning in Harlingen is dinsdagochtend een 34-jarige man dood aangetroffen. Het gaat om Jacob Vellinga, één van de bewoners van het pand dat bekend staat als overlastadres.
Vellinga lijkt door geweld om het leven te zijn gebracht. Sectie moet uitwijzen of er daadwerkelijk sprake is van een misdrijf. In het pand aan de Domela Nieuwenhuisstraat verblijven meerdere mensen die er regelmatig voor overlast zorgen.
Drie bewoners zijn door de politie opgepakt. Een van de drie is een 52-jarige vrouw die gedurende een groot deel van het jaar verblijft op een camping in Makkum. De andere twee zijn Harlingers van 36 en 49 jaar.
Mocht er inderdaad sprake zijn van een misdrijf dan is Vellinga het negende moord/doodslag slachtoffer in het Noorden tot dusver dit jaar.
De boodschappenman van de rosse buurt, werd hij genoemd. Nico Leeuwe (65) was een geliefd persoon in de Groningse Nieuwstad. Hij voorzag de vrouwen van hun dagelijkse behoeften. Condooms, patat, brood.
Tot 16 september 2011. Toen lag Leeuwe ineens gekneveld en dood in de portiek van zijn flat. De zaak leek onoplosbaar. Maar ineens was er een doorbraak.
Nico en Tito
Ze mochten elkaar niet. Wat Tito betreft mocht Nico dood neervallen, want hij had de frisdrankhandel van het Turkse eethuisje geruïneerd. Maar toen de restauranthouder op 16 september Leeuwe daadwerkelijk dood zag liggen, was Tito diep geraakt.
Eethuis Adanus grenst aan de rosse buurt. Je kunt prima eten in het piepkleine restaurantje met vijf tafels aan het Gedempte Zuiderdiep. Het was Tito die Nico Leeuwe op 16 september vond.
De vraag of hij de plek wil laten zien, beantwoordt hij niet. Tito loopt meteen naar achteren.
In een tachtig centimeter breed gangetje dat opberghokken met elkaar verbindt staat een klein tafeltje. Een sigaret rookt in een asbak. Tito pakt een kopje thee op. “Hier was het”, zegt hij.
September 2011. Het is een zeldzaam tafereel. Voor zover bekend nooit vertoond in de Groningse rosse buurt: een eerbetoon met rozen na een moord. “Lul, kun je niet uitkijken!” roept een prostituee als een argeloze taxichauffeur het rozenbed hoorbaar vermorzelt met zijn wielen.
Een Zuid-Amerikaanse prostituee werpt zich bijkans vol tranen op de kist met Leeuwe als de begrafenisstoet voorbij schrijdt. Een Hollandse dame met een bontjas die Kees van Kootens type ’F. Jakobse’ niet zou misstaan, roept alleen: ’Nico!’.
Nico was geliefd in de rosse buurt. De term ’boodschappenman’ is hem eigenlijk onwaardig. De Groninger haalde blikjes fris, patat en condooms voor de hoeren, maar fungeerde ook als amateurpsycholoog en maakte de vrouwen wegwijs in ’instantieland’.
De wereld van Tito en de wereld van Leeuwe raakten elkaar. Botsten zelfs. De boodschappenman, die schuin boven Adanus woonde, ging doen wat Tito eerst deed. Hij verkocht blikjes fris aan de prostituees. Onder de prijs van Tito. Die zag zijn omzet teruglopen.
De restauranthouder kon zijn bovenbuurman niet luchten. “We hebben fysieke confrontaties gehad. Ik riep toen hij op de grond lag: moet je nog een klap?” vertelt Tito met zijn zwaar doorrookte stem.
Op de plek waar de Turkse man zit, zag hij op 16 september aan het eind van de ochtend Leeuwe liggen. “Ik wilde boodschappen doen en via de achterdeur het pand verlaten. Lag hij daar. Ik vloekte: die dronkenlap!”
Tierend stapte Tito over het lichaam van Leeuwe heen. Toen zag hij het. “Nico was vastgebonden aan zijn voeten. Met een handdoek uit mijn zaak. Hij was dood.” Leeuwe was niet alleen vastgebonden. Om zijn hoofd was duct tape geplakt.
De restauranthouder moet op het bureau komen voor verhoor. Het is niet zo vreemd dat rechercheurs Tito zien als mogelijke verdachte. Vanwege de ’frisdrankoorlog’ als mogelijk motief, maar vooral omdat de restauranthouder het lichaam van Leeuwe vond.
“Dagenlang ben ik gehoord. Ik vond het verschrikkelijk. Maar wat moet je? Ik snap de politie wel.”
’s Middags na de vondst spannen agenten linten bij de ingang van de flat van Nico en de entree van eethuisje Adanus. Binnen buigen forensisch specialisten in witte pakken zich over het lichaam van de ’boodschappenman’.
Ze doen minutieus sporenonderzoek. Zoeken vingerafdrukken en halen mogelijke dadersporen van zijn handen, kleding en de grond. Van een bloeddruppel in de gang nemen ze een monster.
Het DNA-materiaal blijkt van twee onbekende mannen te zijn. Een zoektocht in de landelijke DNA-databank biedt geen soelaas. Het rechercheteam ’Zuiderdiep’ dat de dood van Leeuwe onderzoekt, is teleurgesteld. Gesprekken met bijna tweehonderd mensen in de buurt leveren niets op.
De speurders vrezen dat de daders uit het buitenland komen. Dat ze hier kort waren en na de moord halsoverkop het land verlieten. Het wordt dan knap lastig om de daders te vinden. De rechercheurs gaan uit van een uit de hand gelopen overval. Ze kunnen niet achterhalen of er wat uit de woning is verdwenen.
Het verhaal gaat dat Leeuwe stikte van het geld. Verdiende de man zo ontzettend veel met de frisdrank-en patathandel? Had hij een spaarpotje opgebouwd in de tijd dat hij werkte als schipper?
In het appartement van Leeuwe vindt de politie na lang zoeken een bankdocument waaruit blijkt dat Leeuwe een kluis huurt bij een bank. Navraag leert dat de Groninger inderdaad behoorlijk goed in de slappe was zat. Maar wist iemand dat?
Het team ’Zuiderdiep’ komt geen steek verder. Het onderzoek bloedt dood en gaat ’terug’ zoals dat heet, naar de districtsrecherche. Op de plank min of meer. Ineens is er een doorbraak.
Op 20 februari meldt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zich bij de Groningse politie. Er is een match tussen een DNA-spoor uit de hal en het DNA-profiel van een man uit het Spaanse Pamplona. Met dat land wisselt Nederland sinds 2005 op basis van het Verdrag van Prün DNA-gegevens uit.
Een Colombiaan zit in de Spaanse DNA-databank omdat hij eerder is gepakt voor een drugszaak. Blijdschap bij het team. Dan volgt een nieuwe verrassing: de naam van de Colombiaan blijkt ook voor te komen in het nationale politieregister. B. C., dan 31 jaar, blijkt een maand voordat Leeuwe werd gevonden, te zijn opgepakt in de V&D in Groningen. Voor winkeldiefstal.
Maar wat doet in godsnaam een Colombiaan uit Pamplona in de Groningse rosse buurt, vragen de rechercheurs zich af. Ze bladeren het dossier-Leeuwe door. De rechercheurs stuiten op een eerder gehoorde prostituee. Een vrouw uit het Spaanse Pamplona. Het blijkt de vrouw te zijn die als laatste telefonisch contact had met ’de boodschappenman’.
Omdat de recherche uitgaat van een tweede dader en wil voorkomen dat de twee verdwijnen, brengt de politie het nieuws over de DNA-match niet naar buiten. Het onderzoek gaat in stilte verder. De telefoongegevens van de prostituee worden nageplozen.
Eén van de nummers blijkt toe te behoren aan een andere Colombiaan uit Spanje J. C. (30). De man is haar ex-vriend. Ze heeft in de avond voordat Leeuwe werd gevonden veelvuldig met hem gebeld.
Het onderzoeksteam schakelt de hulp in van de Spaanse politie. Die achterhaalt het adres van deze tweede man. Deze C. blijkt ook geld opgehaald te hebben in Rotterdam, dat door de prostituee was gestort in Groningen. Het ging om kleine bedragen. Om eten en treinkaartjes te kunnen kopen.
Het wordt tijd om over te gaan tot arrestaties. Het team dient een rechtshulpverzoek in en werkt nauw samen met de Spanjaarden. Die gaan op zoek naar de Colombianen. B.C., de man die was gepakt in de V&D, blijkt in Mexico te zijn. Als hij landt op het vliegveld in Madrid pakt de politie hem op.
De Colombiaan praat in eerste instantie met de Groningse recherche. Hij vertelt dat hij met J.C. probeerde om Leeuwe te beroven. Zijn mededader zou geweld hebben gebruikt. Hij niet. Daar blijft het bij. Na enkele verhoren is het gebeurd met de medewerking. De man beroept zich op zijn zwijgrecht.
In Groningen tikken agenten bij de Colombiaanse prostituee tegen het raam. Ze moet mee voor verhoor. De vrouw is overdonderd. Drie dagen lang horen agenten haar. Ze barst na uren van verhoor in huilen uit en biecht de roof op. De twee landgenoten waren verantwoordelijk voor de overval, zegt ze. Ze hadden het haar verteld. Was de roof gepland? Niet dat zij weet.
De zoektocht naar de tweede Colombiaan verloopt minder voorspoedig. Hij blijkt ondergedoken te zijn. De Spaanse politie traceert de ex-vriend van de prostituee uiteindelijk in Valencia. Dagenlang observeren agenten een pand in die stad. Als ze zeker weten dat J. C. er verblijft, arresteren ze de man.
De verhoren verlopen teleurstellend voor het onderzoeksteam. De Colombiaan beroept zich op zijn zwijgrecht. Voor de recherche zijn er nu nog veel vragen onbeantwoord. Niet duidelijk is of er wat is meegenomen uit de woning, en zo ja, wat dat dan was. Evenmin weet de politie of de twee naar Nederland kwamen met het doel Leeuwe te beroven.
En Tito? De vriendelijke Turkse uitbater van het eethuisje denkt dagelijks aan Leeuwe. ’Iedere keer als ik door de gang loop moet ik aan die dag in september denken. Het was niet mijn vriend. Maar zo’n einde wens ik geen enkele vijand toe.”
Tito neemt een trek van zijn sigaret, drinkt uit zijn kopje thee en staat op om de eerste klanten van de dag te helpen.
Tekst: Mick van Wely, foto’s Jan Zeeman
(zie vonnis rechtbank onderaan)
Het succes van de dna-databank
Dankzij een DNA-hit en het internationale uitwisselingsverdrag van Prün kon de eerste Colombiaan B.C worden opgepakt. DNA speelde daarna in nog twee noordelijke moordzaken een doorslaggevende rol.
Eind november pakte de politie de 45-jarige Jasper S. uit Oudwoude op voor de moord op Marianne Vaatstra (1999). Een match na DNA-verwantschapsonderzoek onder de bevolking bracht hem naar voren. Er was niet eens een verwante voor nodig. S. stond zelf wangslijm af.
Begin december pakte de politie de man op die op 10 juli de Marumer Jan Elzinga doodschoot. Hij had zijn petje met DNA erop achtergelaten in Marum. De man bleek voor te komen in de DNA-database.
Lees hier het vonnis in de zaak Leeuwe op de site van rechtbankverslaggever Rob Zijlstra
Het gros van de moordonderzoeken bestaat uit moord- en doodslagzaken in de relatiesfeer. Relatief redelijk makkelijk op te lossen zaken.
In het Noorden is de balans nu volledig zoek. Van de acht mensen die dit jaar door geweld om het leven kwamen, was er maar één die een relatie had met de vermoedelijke dader.
De recherche heeft de handen vol aan acht moorden uit 2012 en 2013 die worden onderzocht. Of de politie heeft geen idee wie de dader is, of de verdachte ontkent of hij werkt totaal niet mee.
Monique H. (33) is nog steeds bang. Haar vriend Jan Elzinga (40) werd in juli vorig jaar in Marum doodgeschoten. “Waarom precies weet ik nog steeds niet. En dat is beangstigend.” Voor het eerst doet ze haar verhaal.
Op tien juli fietste Jan Elzinga vanuit huis naar het plaatselijke zwembad om wat baantjes te trekken. Bij de ingang klonken ineens schoten. Elzinga werd letterlijk van zijn fiets geschoten en overleed ter plekke. Kort daarna brandde verderop op een parkeerplaats een auto uit. De vluchtauto van de daders.
De politie heeft woensdagochtend een 40-jarge man zonder vaste woon- of verblijfplaats in Groningen opgepakt voor de moord op Lammert (70) en Marga Westra (68) uit Aduard. Dat heeft de politie bevestigd. De lichamen van de twee werden dinsdagochtend en -middag uit het Hoendiep in Groningen gehaald en zijn geïdentificeerd.
Het scheelde maar weinig. Als de medewerker van een mortuarium in Groningen op 18 januari niet nauwkeurig naar het stoffelijk overschot van Gudrun Küster (66) had gekeken, was haar dood weggestreept als een natuurlijk overlijden. De 37-jarige verdachte van de moord op de Groninger Trevor Griffiths (71) zou dan alleen maar verdacht van één moord.
Het is toch wonderlijk. Zowel de politie als een arts van de GGD zagen niets opvallends aan het levenloze lichaam van Küster. Een misser. Agenten waren in het huis van de oude dame aan de Oliemuldersweg in Groningen komen kijken na een telefoontje van een bezorgde kennis.
’s Avonds werd de politie gebeld vanuit het mortuarium. Een medewerker had vreemde, verdachte plekken op het lichaam gezien en koesterde argwaan. De politie besloot alsnog een anatoom-patholoog in te schakelen. Die stelde vast dat Küster door geweld om het leven is gebracht.
De rest van het verhaal is inmiddels bekend. Dezelfde nacht pakte de politie een 37-jarige crimineel uit Groningen op die verdacht wordt van een tweede moord. Op dezelfde dag nota bene. De politie ontdekte na een brand in een woning in Groningen-Zuid het lichaam van Trevor Griffiths (71). Ook hij bleek te zijn omgebracht.
De verdachte maakt het de politie niet makkelijk. Hij weigert aan wat dan ook mee te werken. Doet gewoon niks. De politie gaat dinsdag opnieuw de woning van Küster uitkammen en buurtonderzoek doen. Er is nog erg weinig over de vrouw bekend.
NB: de p0litie heeft maandag bevestigd dat in eerste instantie ten onrechte is uitgegaan van een natuurlijke dood