Gastcolumn Van Essen: het tapgesprek & tactiek van de advocaat

Mariëlle van Essen

Mariëlle van Essen (36) van advocatenkantoor Korver&VanEssen in Amsterdam is dit keer de gastcolumnist in de rubriek voor advocaten, HetPleidooi. Van Essen is bekend van het verdedigen van de ‘Beatrix-belagers’. Ze stond de Damschreeuwer, de waxinelichtgooier en de concertverstoorder bij. Maar het zijn niet louter en alleen ‘dwalenden’ voor wie ze naar de rechtbank reist. De advocate die met haar lange blonde haar en hoge hakken een eyecatcher is in de rechtszaal, verdedigt veelal verdachten van mensenhandel en zware drugscriminelen. Ze is kantoorgenoot van Richard Korver, de advocaat die optrad namen de slachtoffers in de Robert M. zaak. In het misdaadblad Koud Bloed werd Van Essen geselecteerd als één van de tien beste, jonge advocaten in Nederland.

 Van Essen schrijft in haar column over tappen door de politie in Nederland en tips voor advocaten op dit gebied.

 

 

Van telefoon naar Iphones en tablets

Tappen & tips bij het tappen

‘In de afgelopen decennia is het (tele)communicatieverkeer explosief toegenomen. Steeds meer communicatie verloopt via internet, al dan niet middels smartphones en tablets. Ook de sociale media hebben een enorme vlucht genomen. Dit heeft grote gevolgen voor de wijze waarop de telefoontap wordt ingezet in de opsporingspraktijk. Daar waar in het verleden de nadruk lag op de telefoontap, zal het zwaartepunt in de toekomst steeds meer op de internettap komen te liggen. Nederland heeft de naam het meest getapte land ter wereld te zijn.

In deze column zal ik ingaan op de vraag in welke gevallen in Nederland tijdens opsporingsonderzoeken gebruik mag worden gemaakt van de telefoon- en internettap. Ook zal ik kort uiteenzetten hoe wij als advocaten met taps in strafzaken omgaan.

Wanneer kan worden getapt

Tappen is een van de meest ingrijpende inbreuken op de privacy. Privacy is een mensenrecht dat wij als Europese lidstaten hebben vastgelegd in artikel 8 EVRM. Tappen mag dan ook uitsluitend, mits voldaan is aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de zogenoemde Wet BOB.

Om te beginnen dient sprake te zijn van een verdenking dat een misdrijf is begaan of dat sprake is van een verdenking van het beramen of plegen van misdrijven in georganiseerd verband, die gezien hun aard en samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerd verband worden beraamd of gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren. Het kan ook op grond van een aanwijzing dat terroristische misdrijven worden gepleegd.

Daarnaast moet de inzet van een tap voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Hiermee wordt bedoeld, dat de tap alleen mag worden ingezet bij zaken waarbij sprake is van verdenking van de wat meer ernstige categorie strafbare feiten. Ook moet de aard van dat strafbare feit een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren. En tot slot moet

Van bakelieten naar mobiele telefoons

het onderzoek de inzet van de telefoontap dringend vorderen. Hiermee wordt bedoeld, dat de tap als opsporingsmiddel enkel mag worden ingezet als niet met behulp van lichtere middelen het zelfde resultaat kan worden bereikt.

Een telefoontap registreert telefoongesprekken. Hiervoor in de plaats of hiernaast kunnen tevens de verkeersgegevens worden opgevraagd. Dit zijn gegevens waaruit blijkt wie heeft wie gebeld, hoe laat, met welk nummer, en vanuit welke locatie. Deze informatie wordt door de aanbieder ervan, dus bijvoorbeeld KPN of T-Mobile, doorgegeven aan de KLPD die het vervolgens doorgeeft aan het onderzoeksteam dat met de opsporing is belast.

Met een internettap wordt alle internetverkeer onderschept dat over een bepaalde internetlijn loopt. Dus geposte berichten op Facebook kunnen worden ‘opgevangen’, maar ook wordt informatie verkregen over het ip adres van waaruit bepaalde sites worden bezocht.

Voor het daadwerkelijk tappen van gesprekken en internetcommunicatie is een bevel van de officier van justitie en een machtiging van de rechter-commissaris nodig. Beiden toetsen of aan voornoemde voorwaarden is voldaan.

Cliënten vragen mij wel eens in welk soort zaken wordt getapt. Deze vraag laat zich niet makkelijk beantwoorden. De tap wordt namelijk heel divers en met verschillende doelen ingezet. Bij straatroof wordt de tap bijvoorbeeld ingezet op het telefoonnummer en het imei-nummer om de gestolen (smart)phone snel te kunnen lokaliseren.

Bij een misdrijf op een bepaalde locatie kan bij een bepaalde zendmast (GSM-paal) worden onderzocht welke mobiele telefoons en/of mobiele nummers zich in de buurt van die paal hebben bevonden ten tijde van het delict. Dit om het onderzoek richting te geven. En bij zware georganiseerde criminaliteit wordt het tappen als middel vaak langdurig ingezet. Bij dergelijke zaken is met name de informatie belangrijk over wie met wie communiceert en vanaf welke locaties. De inhoud van de gesprekken levert, bij een slimme crimineel, immers niet veel op.

Communicatie via Facebook

Uit onderzoek blijkt dat in 2010 maar liefst 22.006 telefoontaps zijn ‘gelegd’. Daarnaast was sprake van 1704 internettaps. Er zijn nog geen cijfers bekend van 2011 en 2012. Te verwachten is echter dat met name het aantal internettaps explosief zal zijn gestegen door de opkomst van communicatie via social media (twitter, facebook).

De opsporingsdiensten maken nog niet zoveel gebruik van internettaps als telefoontaps, omdat het bijzonder lastig is de informatie te verkrijgen waarnaar ze zoeken. Om te beginnen is er vaak sprake van zoveel data dat bestudering en selectie ervan enorm tijdrovend is. En tijd hebben rechercheurs in een onderzoek meestal niet.

Daarnaast kunnen vaak de relevante data niet worden verkregen door encryptie. Om dit te voorkomen dient de informatie nog voor encryptie te worden verkregen. Dit vereist het binnendringen van een computer of smartphone. Deze techniek is inmiddels beschikbaar doch wordt de toepassing hiervan momenteel nog onderzocht.

 

Hoe ga ik als advocaat in een strafzaak om met taps

Als advocaat vraag ik allereerst om het zogenoemde BOB dossier. In dit dossier dient precies vastgelegd te zijn welke taps op welke nummers/internetlijnen zijn gelegd, welke redenen zijn aangedragen bij de rechter-commissaris om de machtiging voor de tap te verkrijgen, of die machtiging ook (al dan niet terecht) is verkregen en welke tapgesprekken of internetinformatie hieruit is voort gekomen.

Hoewel het soms een saaie, tijdrovende klus kan zijn, is het ontdekken van een onrechtmatige tap voor een advocaat een geweldige bonus. Alle gesprekken en internetgegevens die immers uit die tap zijn voortgekomen mogen in beginsel niet worden gebruikt voor bewijs.

Daarnaast vraag ik vrijwel altijd de cd-roms met alle tapgesprekken op. Bij Nederlands sprekende cliënten die zijn getapt vraag ik hen alle transcripten (schriftelijke uitwerking van de

Van Essen: tapverslagen controleren

tapgesprekken)  na te lezen op fouten. En bij buitenlands sprekende cliënten neem ik eerst de transcripten met een tolk door om vervolgens de tolk de eventuele foute uitwerkingen opnieuw te laten beluisteren.

Vooral bij die buitenlands sprekende cliënten levert dit met grote regelmaat iets op ten voordele van de zaak. Woorden die net verkeerd vertaald zijn kunnen een gesprek een heel andere lading geven. Een nieuwe uitwerking zet de rechters op een ander spoor.

Bij internettaps is het daarnaast belangrijk om uit te zoeken of informatie ook daadwerkelijk door je cliënt is verkregen of verzonden. Immers kan een computer in een bepaald huishouden door meerdere personen worden gebruikt. Ook kan informatie per abuis zijn verkregen.

Hoewel Nederland de naam heeft het meest getapte land te zijn en daarmee het meeste inbreuk te maken op de privacy van burgers, is dit beeld niet helemaal correct.

In Engeland wordt bijvoorbeeld minder getapt maar wel op grotere schaal verkeersgegevens opgevraagd. Reden hiervoor is, dat de verslaglegging van tapgesprekken tijdrovend is en bij de doorgewinterde crimineel ook niet veel oplevert. Dit zelfde geldt voor Duitsland. Ook wordt in andere landen meer dan in Nederland gebruik gemaakt van andere opsporingsmiddelen zoals de inzet van informanten en afluisterapparatuur. De vraag is wat een grotere inbreuk op de privacy is.

Vooralsnog houd ik er als advocaat maar zeker ook als burger in ieder geval rekening mee dat de overheid middels het tappen te allen tijde kan zien waar ik ben, met wie ik communiceer en wat de inhoud van die communicatie is.

Niet alleen als ik telefoneer maar met name ook als ik me met mijn iphone of ipad op internet begeef. Ik zie namelijk niet graag mogelijk grappig bedoelde al dan niet schuine of anderszins zeer persoonlijke whap berichtjes of slechte foto’s gemaakt op foute feestjes gepost op facebook – hoe onschuldig ook – terug in een dossier. Voorkomen is beter dan later moeten uitleggen.’

mr. M.J. van Essen (vanessen@korver-vanessen.nl)
advocaat / Attorney at Law