Bellen en whatsappen in het verkeer is gevaarlijk. Ik heb in de rechtszaal in Assen eens ouders van een doodgereden vrouw zien huilen. Ze verloren hun dochter omdat een malloot achter haar bijna een uur non-stop appte en zo bovenop haar knalde. Er gelden regels voor telefoongebruik in de auto. Maar de manier waarop ze worden toegepast slaat soms nergens op.
Ik kreeg dinsdagmiddag een bon voor een tele-overtreding in de auto. Dat is de basis voor deze column. Boetes zijn vervelend, maar zeker als je ze incalculeert geen probleem.
Een keer zonder handsfree-set bellen op een verlaten landweg en bekeurd worden? Eigen schuld. Een keer een prent krijgen vanwege bewust te hard rijden in verband met haast? Ingecalculeerd bedrijfsrisico. Vervelend wordt het als een politieman op basis van laakbare gronden een bekeuring uitschrijft.
Dinsdag reed ik de ring van Amsterdam op. Ik heb een handsfree-set, dus bellen met de telefoon aan mijn oor is niet nodig. Wil ik ook niet op zo’n plek, want gevaarlijk. Er zijn twee seconden dat ik mijn telefoon aanraakte: met mijn rechterhand stopte ik het stekkertje van de lader in de achterkant van mijn mobiel. Ik keek of de stekker erin zat en dat was het.
Een politieagent op een motor links van me wees naar me (daarbij niet lettend op het verkeer voor hem) en begeleidde me naar een parkeerplaats. Hij stelde zich netjes voor, ik ook. De reden voor het meenemen was het vasthouden van mijn telefoon. ,,Heeft u mij zien bellen of bezig gezien op de telefoon?” , vroeg ik, daarbij bewust lettend op mijn toon. Nee, dat had hij niet. Ik heb meteen de telefoon overhandigd en hem dat ook laten zien ter controle.
De agent was al driftig aan het noteren. Ik heb hem gevraagd, dat het toch opmerkelijk is dat je wel een broodje of een banaan mag pakken en bekijken, terwijl een stekkertje inpluggen verboden is. ,,Een telefoon vasthouden is nou eenmaal verboden. Regels zijn regels”, zei de man.
Een intelligente politieman heeft mij een keer uitgelegd dat er een verschil is tussen het klakkeloos toepassen van regels en het zelf analyseren van de manier waarop deze regels worden overtreden en dan daarop acteren. Dat was tijdens een ritje met de verkeerspolitie, voor een reportage voor de krant.
Leg eens uit, vroeg ik.
De politieagent vertelde dat je pas een bon geeft als je goed kunt zien dat iemand ‘echt aan het bellen is of langere tijd druk is met zijn telefoon. Het liefst moet de bestuurder nog slingeren ook en is zijn gedrag gevaarzettend. Als je de prent voor minder geeft, zo zei hij, dan ben je gewoon ‘een eikel’. Je geeft hoogstens een waarschuwing.
Lijkt me een gezonde opstelling. Ik geef de kwalificatie ‘eikel’ niet aan de motoragent die mij bekeurde, maar hij zou die dus volgens zijn collega wel verdienen.
Het is een kulredenering, als een agent bij zoiets zegt: dat zijn nou eenmaal de regels. Het is exact, maar dan ook exact hetzelfde principe als ‘befehl is befehl’. Er zijn uitzonderingen. Vol door rood licht? Geen excuus. 160 geklokt? Bon! Maar dat is andere koek. Die overtredingen zijn absoluut.
Ieder mens die er op toeziet dat regels worden nageleefd, moet die regels in zijn hoofd in een mixer gooien en daaraan de volgende ingrediënten toevoegen: gezond verstand, redelijkheid en inlevingsvermogen.
Degene die dit niet automatisch doet, beschikt over onvoldoende verstandelijke vermogen. Degene die over onvoldoende verstandelijk vermogen en vooral sociale intelligentie beschikt, mag niet bij de politie werken.
,,Ik snap met de beste wil van de wereld niet dat u nu een bon geeft. Ik zou er geen lekker gevoel bij hebben”, zei ik rustig. Agent: ,,U heeft nu een grens bereikt.” Die reactie duidt op vooringenomenheid. Hij heeft al een verkeerde houding. Ik heb gezegd dat ik er maar misschien maar een column over schrijf, omdat ik het een zorgelijk voorval vind.
Hij gaf spontaan zijn naam en stamnummer. ,,Dat lijkt me niet handig voor uw veiligheid als ik dat publiceer”. Agent: maakt me niks uit. Natuurlijk publiceer ik naam en stamnummer niet. Waarom zou ik? Het gaat me niet op de persoon, maar om het fenomeen.
En dat fenomeen is zorgelijk. De politie staat onder druk. Door bezuinigingen, integriteitskwesties en optredens die momenteel ontzettend onder het vergrootglas worden gehouden. Het imago van de politie staat op het spel: de organisatie dreigt het respect en gezag te verliezen. Voor dat laatste is deze agent met zijn onredelijkheid honderd procent medeverantwoordelijk. Dit gedrag draagt bij aan het negatieve imago van de politieman.
De overheid moet nog eens goed kijken naar de regels rond mobiel bellen in de auto, Met vooral dit in het achterhoofd: hoe is het mogelijk dat je wel een banaan mag pakken tijdens het rijden en niet een stekkertje in je telefoon mag stoppen?
En oh ja: die 250 euro interesseert me niet. Ik vind het een prima prijs voor een stevige discussie over dit onderwerp.
Ik nodig de bewuste agent uit voor een reactie hieronder. Krijgt hij alle ruimte voor. Een inzending van een chef of voorlichter wordt niet geplaatst..