Dossier 13Aker: de liquidatie van Belhadj

‘Je moet mij zien als een informant. Eenmalig’, zegt Abderrahim Belhadj (29) op 19 november 2015 tegen een koppel rechercheurs van het liquidatieonderzoek 26Koper. Precies een half jaar later wordt de crimineel geliquideerd in de flat Kikkenstein in Amsterdam. Een bloemlezing uit zijn uiterst vertrouwelijke verklaringen.

belhadjOp 9 mei 2016 horen bewoners van de flat Kikkenstein in Amsterdam Zuidoost rond half zes in de ochtend harde knallen. Ze treffen dan de ernstige gewonde Rotterdammer Abderrahim ‘Appie’ Belhadj aan de op de grond en bellen de politie. Reanimatie helpt niet meer: Belhadj sterft. En Amsterdam heeft er weer een liquidatie bij.

Het onderzoek van het Team Grootschalige Opsporing (TGO) naar de afrekening krijgt de naam 13Aker. Belhadj blijkt goed bij kas. De rechercheurs vinden tienduizend euro bij hem. Analyse van de kogels en hulzen wijst uit dat Belhadj met een 9 mm vuurwapen is doodgeschoten.

Al snel blijkt dat Belhadj een interessante achtergrond heeft. Belhadj is een van de criminelen die op de ‘dodenlijst’ van de verdachten uit het onderzoek 26Koper stonden. Het betreft het onderzoek naar een groep mannen uit Utrecht en omgeving die betrokken was bij een enorm wapenarsenaal en liquidaties zou voorbereiden. Mogelijk zelfs uitvoeren. De moordservice op wielen, zo noemen we de club in De Telegraaf.

Beelden van Belhadj stonden op een SD-kaart die bij verdachten thuis waren gevonden. Hij was gefilmd bij de McDonalds in Nieuwegein, samen met een vriend. Dat de verdachten de kaart zo lieten rondslingeren is oliedom. Maar dat ook nog eens twee andere verdachten zijn te horen op de gegevensdrager, is al helemaal niet te vatten.

De politie benadert alle personen op de kaart: wie zijn de criminelen en waarom werden ze geobserveerd? Belhadj wordt op 20 oktober in Rotterdam gehoord door rechercheurs van de Landelijke Eenheid, zo blijkt uiterst vertrouwelijke stukken.

‘Ik kom er nu achter, dat ik bepaalde mensen ken, die mij iets ernstigs willen aan doen, dan trek ik mijn mond open (NB: letterlijke weergave, dus soms slecht lopende zinnen)’, zegt Belhadj tegen het koppel rechercheurs. Belhadj is bang.

Schutters 2
De schutter

‘Dit komt natuurlijk wel op papier, uiteindelijk wordt dit uitgewerkt. Er kunnen misschien ook dingen zijn, eigenlijk zou ik het wel willen zeggen, maar ik wil het niet op papier’, laat hij weten.

‘Dan zouden we nog even met de officier kunnen overleggen om te kijken of er ander manieren zijn, dat het naar boven komt, zonder dat het vastgelegd wordt’, zegt een van de rechercheurs.

Belhadj: ‘Dat ik jullie wijzer maak, zonder dat mijn naam op papier komt.’
Rechercheur: ‘Precies. Dan moet we met de officier overleggen of dat mogelijk is. Maar dan kan je je er voor jezelf alvast over nadenken.’

De rechercheurs willen weten of Belhadj enig idee heeft wie hem op de korrel heeft en waarom. Ze stellen vragen over de moord op Rucienne ‘Poporois’ Caupain, een man die in maart 2014 in Amsterdam werd vermoord. Caupain was een maatje van Belhadj. Ook Jason (JayJay) D. komt ter sprake. Hij was kort verdachte van de moord op Caupain.

Het gaat over conflicten en verhoudingen in de onderwereld. Over Marokkanen, Antillianen. Over ‘rippers’ en topcriminelen als Gwenette Martha. En over boze Colombianen.

Op 4 november volgt een tweede ontmoeting. De rechercheurs zeggen tegen Belhadj dat ze vermoeden dat iemand in zijn omgeving hem gelokt heeft: ‘weggetipt’ heeft aan de partij die Belhadj kennelijk wilden pakken. Dan praten de drie over het onderzoek 26Koper. Belhadj weet precies waar het over gaat.

Belhadj: ‘Dat is echt andere shit. Die mensen hebben geen geweten, dan heb je geen gevoel. Het is of geld of dood. Ook bij die criminelen in Amsterdam enzo, staatsliedenbuurt, daar heb ik ook veel van gelezen. Terwijl het niet echt in onze genen zit. Marokkanen kunnen heel veel dingen. Ze zijn goed in allerlei dingen. Dit is echt iets nieuws.’ Dan eindigt het gesprek.

nieuwegein wapens
De wapens van 26Koper

Op 19 november volgt een nieuwe ontmoeting, ’s avonds om acht uur in Rotterdam. Het is verreweg het meest brisante verhoor. ‘Ik wil wel wat dingen zeggen Maar zonder dat ding.’ De getuige wijst naar de opnameapparatuur. ‘Dat wordt lastig’, zegt de rechercheur. Het gesprek laat duidelijk zien dat het 26Koper-team jaagt op de personen die aan de touwtjes trekken: de laag boven de verdachten die al zijn opgepakt.

‘Dat is voor ons belangrijk. Wij willen gewoon de mensen aanhouden, die jou dit wilden aandoen. Dat is hetgeen dat wij willen. Niks meer en niks minder’, zegt een rechercheur. Dan zegt Belhadj: ‘Dat is ook wat ik wil. Maar op het moment dat ik ga praten, wil ik dingen zeggen, die jullie gewoon helpt. Ik help jullie bewijstechnisch, that is it, maar ik wil het niet op papier, niks.’

Volgens Belhadj hebben ze hem in het vizier omdat ‘er niet betaald is in het buitenland’. ‘Ik ben verantwoordelijk’, licht de Rotterdammer toe. De rechercheurs dringen er bij Belhadj flink op aan.

‘Eigenlijk zeg jij concreet zeg maar dat je, dat er iets mis is gegaan qua betalingen en dat jij denkt dat degene mogelijk de opdrachtgever is om jou te liquideren. En je wilt vertellen wie dat is, alleen niet met dat ding aan. Niet op papier. Dus wat ik kan doen, is heel even overleggen met de teamleiding en dan kunnen we kijken hoe we daar een mouw aan kunnen passen. En, wie weet zegt zij wel dat het niet anders kan dan dat het daar op gaat en dan gebeurt het niet en anders dan horen wij de mogelijkheid hoe we wel ” . ….. Dan is het voor iedereen duidelijk voor Ab en dan is het duidelijk voor ons. Dan is het voor iedereen duidelijk.’

Belhadj is extreem voorzichtig: ‘Ik kan je meegeven, dit zijn geen kleine jongens. Dit is totaal geen kleine jongen. Echt, geen kleine…..Het is zelfs in jouw geest, dat je bedenkt een grote jongen, maar dan nog groter dan groter.’ De Rotterdammer zegt dan open te staan voor een getuigenbeschermingsprogramma. Het gesprek wordt beëindigd.

Op 25 november zal Belhadj de verklaring van 19 november gaan ondertekenen. Maar hij trekt zich terug. De Rotterdammer vreest voor zijn leven. Een half jaar later blijkt dat de vrees niet onterecht is. De grote vraag is: heeft Belhadj uiteindelijk namen genoemd? En zijn het dezelfde namen als getuige Ebrahim B. heeft genoemd: T. en B. El H. uit Utrecht?

Het onderzoek naar de moord op Belhadj is nog in volle gang. Naar verluid zijn er parallellen met het onderzoek naar de onthoofding van Nabil Amzieb en andere liquidaties in de Mocro-oorlog. Of er inderdaad verbanden zijn, moet nog blijken.

(Martin Kok heeft een foto van T. ‘De Neus’ op Vlinderscrime)

Mick van Wely

TIPS? m.van.wely@telegraaf.nl)

(Info graag alleen gebruiken met bronvermelding)