Drugs en staat: van soft naar streng

In het Rijksmuseum in Amsterdam prijkt een vitrine met daarin een presenteerdoos (1894) voor opium. Een populaire drug aan het eind van de negentiende eeuw. De distributeur was alleen toen niet een man op een scooter, maar de staat. De overheid als drugspusher. Dat is nu ondenkbaar.

Opium: lievelingsdrug van topdichters
Opium: lievelingsdrug van topdichters

Drugs zijn niet alleen iets van de 21ste of 20ste eeuw. Een Nederlander die tegen 1890 naar Java ging kon er prinsheerlijk aan een opiumpijp lurken. De dichters Slauerhoff en Bilderdijk waren fervent opiumgebruikers. Blijdschapsplant werd de papaverplant genoemd.

Louter en alleen plezier was er niet. Miljoenen mensen raakten verslaafd aan de drug. En zoals in Miami in de jaren tachtig en negentig van de vorig eeuw de cocaïne-oorlogen werden uitgevochten, voerden de Fransen samen met de Engelsen en Amerikanen oorlogen met China met als inzet de opiummarkt. Drugs en geweld: ook van alle tijden.

Eind negentiende eeuw zette de Nederlandse staat een bijzondere stap. Opium werd legaal. De staat werd distributeur: ‘drugspusher’.

De reden was niet alleen de winst die de staat wilde opstrijken. Ook zag de staat in dat door regulatie de opium van betere kwaliteit zou zijn en de omvang van smokkel met alle criminele neveneffecten kon worden teruggedrongen.

De gedachte was: zolang er vraag is naar opium, komt de drug er toch. Geen staat die dat kan stoppen. Dan maar beter reguleren en er ook belasting over heffen.

Capone: groot door het drankverbod
Capone: groot door het drankverbod

Aan het begin van de twintigste eeuw werd in Amerika duidelijk hoe een verbod op genotsmiddelen de georganiseerde misdaad groot kan maken. De maffia wist vooral dankzij de drooglegging te groeien. Toen de staat inzag dat het verbod op alcohol een averechts effect had, werd het alcoholverbod weer afgeschaft.

De staat zag: er is altijd behoefte aan drank, En die drank komt toch bij de consument. Hoe meer repressie van de overheid, hoe lucratiever de handel en hoe meer criminaliteit.

Een sprongetje naar Nederland in de jaren tachtig: het decennium waarin de georganiseerde misdaad tot wasdom kwam. De zware jongens hadden hun opkomst te danken aan drugs. Of liever: aan het verbod op drugs. Hoe beter de opsporingsinstanties hun best deden, hoe lucratiever de handel in dope werd.

Heeft de bestrijding van drugs in Nederland en de rest van de wereld, de ‘war on drugs’ het beoogde effect bereikt? Ik denk het niet. Eerder een averechtse effect.

Perez: war against drugs schiet niet op
Perez: war against drugs schiet niet op

Er is wereldwijd een kentering te zien op het gebied van drugsbeleid.  Uruguay legaliseert de productie en consumptie van wiet volledig. President Otto Pérez van Guatemala pleitte in maart 2012 in Honduras voor totale legalisatie van alle drugs. Volgens Pérez heeft de jarenlange strijd tegen de drugssmokkel alleen maar geleid tot duizenden doden in Midden-Amerika.

Een hypocriet signaal van een man met boter op zijn hoofd? Nee: een noodkreet van een ervaringsdeskundige. Wat drugsbestrijding betreft dan.

Zelfs het conservatieve Amerika gaat overstag. Wietconsumptie werd vorig jaar in twee staten gelegaliseerd. De overheid ziet de gevangenissen uitpuilen. De minister van justitie pleitte in augustus voor de verlaging van straffen voor niet-gewelddadige drugsdelicten.

Nederland gaat juist de andere kant op. De wietpas is een goed voorbeeld. Een stap terug in de tijd. Overal gaan stemmen op voor regulering  van de hennepteelt, maar Opstelten blijft maar nee schudden. Nederland is wat betreft het drugsbeleid van progressief naar conservatief gegaan.

Voor de bestrijding van drugs zijn grofweg drie argumenten te noemen. Het moralistische is het minst sterke argument.

Waarom zou je geen drugs mogen gebruiken en wel alcohol of tabak? Is het slikken  van een xtc-pil verwerpelijker dan het consumeren van drank? Is stoned zijn erger dan zat zijn? Even los van het feit dat drugs nu illegaal zijn.

Volgens cijfers van de Jellinek-kliniek (cijfers zijn van 2010) zijn in Nederland 477.000 mensen verslaafd aan alcohol. Ruim 36.000 hiervan zijn in behandeling. Het aantal drugsverslaafden bedraagt bijna 140.000. De groep ernstige verslaafden is even groot als bij alcohol: rond de 36.000.

De sigaret kost veel meer levens dan drugs
De sigaret kost veel meer levens dan drugs

Maar nu wordt het interessanter. Hoe zit het dan met doden als gevolg van alcohol- en drugsgebruik? In 2009 stierven 4411 mensen door gebruik van alcohol en 19245 door het gebruik van tabak. Het aantal drugsdoden bedroeg  330 (cijfers: Jellinek-kliniek).

Op het tweede argument, het gezondheidsrisico door drugsgebruik, valt dus ook wel wat aan te merken.

Blijft over het derde argument: de criminaliteit. De consumptie van drugs werkt criminaliteit in de hand, is een veelgehoorde mantra.

Maar de criminaliteit is juist het gevolg van het bestaande verbod op drugs. Wordt het verbod opgeheven, dan daalt de prijs van drugs enorm. Handel wordt minder lucratief en doordat de prijs daalt hoeft de gebruiker minder op het criminele pad om te scoren.

Een van de meest geslaagde projecten die de Nederlandse staat heeft bedacht in de strijd tegen de drugsproblematiek, is de vrije verstrekking van heroïne aan verslaafden.

De klassieke junk was in de jaren tachtig en negentig de grootste onruststoker op het gebied van openbare orde en veiligheid. De veelpleger was van oorsprong heroïnejunk. Door vrije verstrekking is de noodzaak om criminele delicten te plegen voor het scoren van drugs, minder geworden. Dat is slim omgaan met een probleem.

Er komt steeds meer coke  naar Antwerpen
Er komt steeds meer coke naar Antwerpen

Tegenhouden van drugs heeft weinig zin. In ieder dorp in Nederland is zonder enig probleem iedere drug te krijgen. Maandelijks meldt justitie dat er een container met honderden kilo’s coke in beslag is genomen in de haven van Rotterdam. In Antwerpen wordt ieder jaar weer meer coke onderschept. Vorig jaar al 15.000 kilo (!).

Zolang er een markt is, zijn drugs verkrijgbaar. Overal en met het grootste gemak.

Het is verleidelijk om te denken aan het  legalisatie- en/of reguleringsscenario. Als Nederland alle drugs zou legaliseren zou de kwaliteit beter zijn met daardoor minder kans op overlijdensgevallen, zoals xtc-doden. De criminaliteit wordt een stuk minder en de staat bespaart vele honderden miljoenen euro’s.

Een tiende van het huidige budget aan drugsbestrijding zou al genoeg zijn voor hulp aan problematische drugsgebruikers. En bij legalisatie zullen er ongetwijfeld meer problematische gebruikers zijn. Geld kan ook besteed worden aan goede voorlichting op scholen.

Legalisering of regulering zal er waarschijnlijk nooit komen. Zeker niet in het huidige politieke klimaat. De angst voor wat komen gaat is, volkomen begrijpelijk, groot. Gaan mensen massaal aan de dope?

Nederland krijgt ruzie met de andere Europese landen en de grote werkverschaffer die drugsbestrijding heet, komt in zwaar weer. Duizenden mensen raken mogelijk hun baan kwijt. En als dope legaal wordt, hoe gaan we dan de inkoop en productie regelen?

Lastig. Maar met het huidige drugsbeleid is het in ieder geval dweilen met de kraan open.

Een volstrekt andere visie? Graag: mail naar mickvanwely@gmail.com

Aan te raden literatuur: Het utopisme van de drugsbestrijding, Egbert Tellegen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

. De Nederlandse staat voerde eind negentiende eeuw in Nederlands-Indië de opiumregie in