In de nieuwe editie van magazine KoudBloed, het Hard Gras van de misdaad, staat een groot verhaal van rechtbankjournalist Rob Zijlstra over de Marumer zwembadmoord uit 2012. Een zaak waarvoor twee mensen zijn veroordeeld, maar die eigenlijk nog niet is opgelost.
De motorcrosser Jan Elzinga werd op 10 juli geliquideerd toen hij ’s ochtends op zijn fiets naar het zwembad in Marum reed. Elzinga leek brandschoon, maar was verre van dat. Hij zat in de hennepteelt en roofde kwekerijen van anderen leeg.
In september pakte de politie Pascal E. uit Zwolle op. Hij bekende geschoten te hebben en deed dat volgens hem in opdracht van Willem P. Een man uit Kampen die eerder was veroordeeld voor een zeer omvangrijke wietzaak. P. werd ook gearresteerd.
Het motief voor de ‘zwembadmoord’? Volgens P. zou Elzinga zijn vrouw hebben mishandeld en was zij de opdrachtgever. Ook deze vrouw werd opgepakt, maar omdat er geen enkele bewijs was dat het verhaal van P. ondersteunde, werd ze al snel vrijgelaten.
Het leek erop dat P. het werkelijke motief probeerde te verhullen door met het huiselijk geweld verhaal op de proppen te komen. Een broodje aap verhaal dus.
In oktober 2013 veroordeelde de rechtbank Noord de 45-jarige Willem P. uit Kampen tot 18 jaar cel voor de moord op Jan Elzinga uit Marum. Medeverdachte Pascal E. kreeg 15 jaar.
Over het motief bestaat nog steeds onduidelijkheid. Er is in ieder geval één man die meer weet van de achtergrond van de moord en dat is de oude compagnon van Elzinga, ene Bert P. De recherche probeerde hem aan het praten te krijgen, maar dat lukte niet.
Ik heb het zelf ook meermalen geprobeerd. Maar helaas. Hij zwijgt als het graf. De man zou doodsbang zijn om net als Elzinga vermoord te worden.
Justitie gaf zelf aan dat het motief voor de moord vermoedelijk in de wietsfeer ligt. Denk aan een afstraffing voor het rippen van kwekerijen. Er zijn ook aanwijzingen dat een motorclub uit Kampen of de omgeving van Kampen achter de liquidatie zou zitten.
Misschien dat de moord ooit nog echt wordt opgelost. Dat het motief duidelijk wordt en de politie de mogelijk nog vrij rondlopende opdrachtgever oppakt.
Lees vooral ‘De zwembadmoord in Marum’ in Koud Bloed. Rob Zijlstra volgde alle zittingen in de rechtbank Noord.
Jan en Greet Veendendaal (beiden 77) uit Exloo werden vorig jaar in hun woning omgebracht. Dochter Marjan raakte in één klap beide ouders kwijt. ,,Het leven is eindig voor iedereen. Maar moest dat op deze manier?’’
Vanaf de dag dat haar ouders dood in hun woning in Exloo zijn gevonden, wist dochter Marjan Veenendaal (48) dat ze vermoord waren. ,,Ze stonden midden in het leven. Zelfmoord kon gewoon niet. Ook al leek het er misschien op.’’
Jan en Greet Veenendaal vonden het jammer dat dochter Marjan in 2011 vertrok naar Ameland. Ze verruilde haar werk in Dierenpark Emmen voor een baan op het waddeneiland. Marjan werd boswachter. Haar woning aan de rand van Nes staat in een prachtige, bosrijke omgeving.
Toen Marjan nog in de omgeving van Exloo woonde, zag ze haar ouders bijna wekelijks. ,,Ik ben in Exloo grootgebracht. Mijn ouders woonden sinds 1973 in de bungalow aan de Bosrand. Ze hebben het huis laten bouwen.’’ Jan werkte bij de machinefabriek Porter in Klazienaveen, gespecialiseerd in koppelingen en schijfremmen. Greet was lerares op huishoudschool in 2e Exloërmond.
De twee waren actieve zeventigers. Greet tenniste bij de plaatselijke club, Jan deed dat tot voor kort ook, maar door een slechte knie ging dat niet meer. Ze maakten reizen over de hele wereld. Naar Florida, Hawaï. ,,Nu stond een reis gepland naar Vietnam. Geef ze eens ongelijk. Ze hadden hard gewerkt en genoten nu.’’
Eind juli vorig jaar was het warm. Tot in de late uren zaten mensen buiten. Waarschijnlijk zaten Jan en Greet op het terras achter hun slaapkamer van de bungalow aan de Bosrand. ,,Het waren echte buitenmensen. Moeder zat er vaak met een wijntje en pa met een blikje bier.”
Op 28 juli belde Marjans broer Marten uit Duitsland bezorgd op. Hij kreeg zijn ouders niet te pakken. ,,Ik zei nog: joh, ze zijn aan het fietsen. Toen probeerde ik ze te bellen en hoorde een bericht op de voicemail. Die spraken ze normaal gesproken nooit in. Ik wist meteen dat het mis was en belde 112.’’
Marjan belde ook haar vriend Pietjaap, die aan de wal was voor zijn werk. Hij ging samen met de politie naar de woning. ,,Die vonden mijn ouders. Pietjaap riep gelijk: dit is moord!’’
De wereld van Marjan stortte in. ,,Ik moest mijn broer in Duitsland bellen dat ze vermoord waren en mijn kinderen uitleggen wat er was gebeurd met opa en oma. Daar sta je dan ineens op een uitvaart met je broer. Twee kisten naast elkaar.’’
Gevoelens van boosheid en onbegrip overheersten. ,,We hebben onze ouders op een heel onwaardige manier verloren en konden niet eens afscheid van ze nemen. Dat is keihard. Dat je ineens beide ouders kwijt bent, is niet te bevatten. Je bent in een keer wees. Het leven is eindig voor iedereen, maar moest dat op deze manier?’’
Bizar is dat de daders een aantal uren met het echtpaar in de woning hebben doorgebracht. Om twaalf uur ’s nachts is nog op de laptop van het echtpaar ingelogd. ,,Om die tijd lagen mijn ouders normaal te slapen.’’
Jan heeft om twee uur ’s nachts de voicemail van de telefoon ingesproken, zo bleek uit onderzoek. Met de mededeling dat ze drie weken op vakantie gingen. De daders wilden het misdrijf waarschijnlijk verdoezelen, wellicht om tijd te winnen.
,,Ik vraag me af hoe mijn ouders de laatste uren hebben doorgebracht. Hebben ze geleden? Hadden ze angst? Mijn vader kennende heeft hij een scenario bedacht om levend uit de situatie te komen. Ik denk ook dat hij probeerde de regie te houden.’’
Marjan sprak met buren. Een week voor de moord was er ingebroken bij de achterburen. Misschien waren het dezelfde daders. ,,Op een gegeven moment ga je zelf rechercheren. Iedereen is verdachte. Je gaat nadenken: waar was jij? Wat deed hij toen?’’
In het dorp deden de wildste geruchten de ronde. Jan en Greet zouden zeer vermogend zijn en met insuline zijn omgebracht. ,,Dat is confronterend en erg vervelend. Mijn ouders hebben alles zelf opgebouwd en waren helemaal niet rijk.’’
Er zijn waardevolle spullen uit de woning verdwenen en met een bankpas is een dag na de vondst van het echtpaar gepind in Assen. Toch sprak de politie niet van moord. Er waren geen sporen van inbraak en de doodsoorzaak van Jan en Greet was niet vast te stellen.
,,Ik had van de daken willen schreeuwen dat mijn ouders vermoord waren, maar kon dat niet doen. Voor de buitenwereld leek het alsof de politie weinig deed, maar al die tijd hebben rechercheurs hard doorgewerkt. Ik snap die tactiek wel en ben erg over ze te spreken. Ik ben goed op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen.’’
Pas in januari hoorde Marjan van de politie dat Jan en Greet met zekerheid moedwillig waren omgebracht. Toen lagen het sectierapport en andere forensische rapportages bij de politie.
Meteen nadat in Hoogeveen maandagavond de broers Admilson (29) en Marcos R. (28) waren opgepakt voor de dubbele moord in Exloo en op Berend Smit in Dwingeloo, werd Marjan geïnformeerd over de arrestatie.
,,Mooi dat er twee mensen minder zijn die kwaad kunnen doen, dacht ik. Maar erg opgelucht was ik niet. Eerder gematigd blij. Het zijn verdachten, er komt nog een heel onderzoek achter vandaan.’’
Dit jaar begint het proces tegen de verdachten. Marjan zit er niet op te wachten. ,,Krijg je die ellende weer. Ik weet niet of ik er naar toe ga. Of dat ik iets ga zeggen. Dat moet ik nog met mijn broer bespreken.’’
Nabestaanden hopen vaak dat ze na de verhoren of tijdens het proces in de rechtbank antwoord krijgen op hun vragen. ,,Ik vraag me af of duidelijkheid ook bevredigend kan zijn. Maar ik vraag me ook af: wil ik wel alles weten? Marjan wordt even boos. ,,Stelletje oetlullen. Ze hebben zo veel ellende aangericht. Schandalig. Ze zagen geen andere uitweg dan moord.’’
Marjan zegt kapot te zijn en probeert zich met familie en kinderen in deze lastige periode staande te houden. ,,Emoties gaan op en neer. Andere moordzaken komen nu ineens dichtbij. Je realiseert je hoe families verschrikkelijk hebben geleden. Zoals de familie van Marianne Vaatstra en de weduwe van Berend Smit.’’
Exloo heeft een heel andere betekenis voor Marjan gekregen. ,,Exloo is niet meer het Exloo waar we onbezorgd zijn opgegroeid. Het is verschrikkelijk nu in het ouderlijk huis rond te lopen. Het is een zielloos huis.’’
Door Mick van Wely en Willem Dekker
Info of reageren? mickvanwely@gmail.com
NB. De foto’s van Marjan en de ouders zijn specifiek verstrekt aan Dagblad van het Noorden. Op verzoek van de familie: niet kopiëren zonder toestemming van Mick van Wely of M. Veenendaal
Eén van de twee Hoogeveeners die maandag zijn opgepakt voor de moord op Berend Smit uit Dwingeloo en het echtpaar Veenendaal uit Exloo, was militair in Afghanistan.
Admilson R. (29) werkte op de Johannes Postkazerne in Havelte en was onder meer duiker. Hij is twee keer uitgezonden naar Afghanistan. In 2010 veroorzaakte hij met een maat een ontploffing in een Bushmaster, een gepantserd voertuig bestand tegen bermbommen. Hem werd onzorgvuldigheid verweten, maar zijn zaak werd geseponeerd. In 2012 verliet R. het leger.
Admilson en zijn broer Marcos (28) werden maandagavond door een arrestatieteam in hun koopwoning aan de Hoofdstraat in Hoogeveen opgepakt. De geadopteerde Brazilianen worden verdacht van de moord op Berend Smit (55) en de dubbele moord op Jan en Greet Veenendaal (77).
Berend Smit werd op 4 november 2012 doodgeschoten in een bos bij Spier, toen hij daar zijn hondjes uitliet. Dagblad van het Noorden meldde eerder al dat Smit is doodgeschoten met een specifiek wapen dat wordt gebruikt in het leger. Mogelijk een Glock 17. Bij de arrestatie van de broers is geen vuurwapen gevonden.
Op de plek waar Smit werd doodgeschoten vond de recherche dna van de vermoedelijke dader of daders. Het dna werd gecheckt in de landelijke databank, maar gaf geen match. Het Nederlands Forensisch Instituut gaat nu kijken of het dna van de verdachten overeenkomt met het dna dat in het bos werd gevonden
De telefoon van de doodgeschoten Smit straalde op 4 november 2012 kort na de moord nog een zendmast aan in Hoogeveen, de woonplaats van de verdachten. Daarna kwam er geen signaal meer.
De politie had de broers R. al langer in beeld als verdachten voor de moord op Berend Smit. Maandagavond raakte het onderzoek in een stroomversnelling na ontwikkelingen in het onderzoek naar de moord op het echtpaar Veenendaal uit Exloo. De politie besloot toen om de broers op te pakken. De gearresteerde broers hebben geen noemenswaardig justitieel verleden.
Het vermoedelijke motief voor de moorden op Jan en Greet Veenendaal en Berend Smit is volgens de politie roof. Uit de woning van het echtpaar waren telefoons, een iPad en een bankpas meegenomen. Met de pas is in Assen gepind. De twee verdachten probeerden de moord op zelfdoding te laten lijken. Ook met de bankpas van Berend Smit is gepind.
De vriendin van Berend Smit werd maandag kort na de inval in de woning van de broers geïnformeerd over de aanhouding. ,,De arrestatie is mooi en hoopgevend, maar ik hou een slag om de arm. Eerst maar eens zien hoe het onderzoek nu loopt’’, aldus Ciska Postma.
Lees hier het interview met de dochter van het vermoorde echtpaar in Exloo
Een bizarre ontwikkeling in de onderzoeken naar de moorden op Berend Smit (Dwingeloo) en Jan en Greet Veenendaal (Exloo). Vannacht heeft een arrestatieteam in Hoogeveen twee broers van 28 en 29 opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de moorden uit 2012 en 2013.
Check op DvhN (Mick van Wely en Willem Dekker) alle laatste ontwikkelingen.
Meer over de Drentse moorden
In Dagblad van het Noorden verschijnt woensdag een uitgebreide productie over de aanhouding van de verdachten voor de moorden in Exloo en Dwingeloo. Met reacties uit de flat in Hoogeveen waar de broers R. wonen die maandagavond door een arrestatieteam werden aangehouden, een verhaal over het onderzoek naar de dubbele moord in Exloo en nieuws over de twee verdachten. Vrijdag volgt een groot interview met de kinderen van het vermoorde echtpaar Veenendaal uit Exloo.
Bert Wagendorp analyseert vandaag in de Volkskrant de berichtgeving in de media over Marco van der P. en Enise B. De columnist stoort zich vooral aan het feit dat de twee ‘Bonnie & Clyde’ worden genoemd.
‘Als Enise Merve B. een man was geweest had de kwestie niet half zoveel publiciteit gehaald’, schrijft Wagendorp. Nee, dat klopt. Dat zijn namelijk de ijzeren en volstrekt logische wetten van het nieuws.
Iets wat ‘gewoon’ is en minder tot de verbeelding spreekt, genereert minder aandacht. En een man en een vrouw die samen op de vlucht zijn voor de politie en allerlei misdrijven plegen: tja, da’s best nieuwswaardig.
Dat de twee worden vergeleken met het ‘gangsterduo’ uit de Verenigde Staten is allesbehalve raar. Het heeft niets te maken met romantiseren. Althans voor mij niet. Bonnie Parker & Clyde Barrow werden in verband gebracht met veertien moorden en zaaiden angst. Niks romantisch aan. Zware misdaad.
Het duo Van der P. en B. trok gijzelend, mishandelend en zelfs één keer schietend door Nederland. Ze waren op de vlucht en levensgevaarlijk. De politie gaf namen en foto’s vrij. Een woest duo, zo oogden ze.
Natuurlijk trekken journalisten de vergelijking met Bonnie & Clyde. Zelfs de leeftijden van de koppels kwamen overeen! Dat de twee dan zoveel aandacht krijgen is volstrekt logisch.
‘Als Enise een man was geweest, was de kwestie afgehandeld als een alledaagse vorm van criminaliteit’, schrijft Wagendorp. Alledaags? Kan Wagendorp misschien al die andere voorbeelden noemen van duo’s (man en man) die op de vlucht voor de politie allerlei misdrijven pleegden? En van wie de politie de namen en foto’s vrijgeeft omdat ze zo gevaarlijk zijn?
Ik vind de kritiek van Wagendorp en anderen op het gebruik van de namen ‘Bonnie & Clyde’ moralistisch geneuzel. Het ‘labelen’ past bij deze tijd. Een beetje creativiteit, een kwinkslag: wat is daar mis mee?
Ik heb nergens gelezen of gehoord dat het een geweldig duo is en dat het fantastisch is hoe ze uit handen van de politie weten te blijven. Dat zou laakbaar zijn geweest.
Bonnie & Clyde: het kan best. Zolang er maar niet journalistiek wordt geknipoogd naar de misdaden waarvan Van der P. en B. worden verdacht. Want die zijn bloedserieus. En daar zijn volgens mij alle journalisten het over eens.
Mick van Wely
NOOT
‘Er spreekt hoop uit’, schrijft Wagendorp naar aanleiding van commentaar dat ik geef op het ‘vluchtduo’ in het radioprogramma De Nieuws BV (woensdag 26/2/2014).
Ik vertel dat het best mogelijk is, gezien het gewelddadige optreden van de twee, dat de vlucht een gewelddadige einde zal hebben. En dat er een gevoel zou kunnen ontstaan van: ‘we gaan samen ten onder. De groeten!’ Een volstrekt reëel scenario, gezien het verloop van de vlucht.
Ik stoor me aan de kwalificatie ‘daar spreekt hoop uit’. Daar sprak vrees uit en zeker geen hoop. Kritiek: graag. Ik hou ervan. Maar deze zinsnede is volkomen suggestief.
Duitsland en Nederland hebben een groot probleem met het voortvluchtige duo Marcus van der P. (25) en Enise B. (19). De twee moeten geld hebben voor brandstof en eten en regelmatig van vluchtauto wisselen. Dat maakt de kans op nieuwe gewelddadige confrontaties erg groot.
Dat de twee geweld niet schuwen bleek gistermiddag in Enschede. Een man die de twee betrapte bij een inbraak werd beschoten. Later op de avond gijzelden ‘Bonnie & Clyde’ een gezin in Enschede. De man werd meegenomen en in het Duitse Ahaus vrijgelaten. Het duo nam zijn wagen mee. De Duitse politie is op zoek naar het koppel.
Van der P. en B. worden sinds 10 februari gezocht. Toen werden ze betrapt bij een inbraak in Meppel. De bewoonster werd meegenomen in een auto, ernstig mishandeld en in Lelystad vrijgelaten.
Op 18 februari was het raak in het Brabantse Lage Mierde. Hier pleegden de twee een gewelddadige overval op een woning. Niet alleen het echtpaar in het huis werd gegijzeld, maar ook drie passanten. Een man raakte gewond.
Marcus of Marco komt oorspronkelijk uit het Friese Harkema. Opvallend is dat hij in 2005 ook al op de vlucht was. Na het uitzitten van een celstraf voor vermogens- en geweldsdelicten zat hij in een jeugdinrichting voor een PIJ-maatregel (jeugd tbs). Hij ontsnapte tijdens verlof. Kort na zijn ontsnapping pleegde hij een overval in Drachten.
De politie laat weinig los over het onderzoek naar de twee. Ongetwijfeld zullen er in Duitsland en Nederland onderhandelaars klaarstaan. Die kunnen worden ingezet bij een nieuwe gijzeling of een arrestatie. Via familieleden en vrienden zal geprobeerd worden in contact te komen met Van der P. en B.
Ik geloof niet dat ze zich makkelijk over zullen geven. De twee hangt een lange celstraf boven het hoofd. De kans op nieuwe slachtoffers en een gewelddadige confrontatie met de politie is levensgroot.
Luister hier naar een item op Radio 2 over ‘Bonnie & Clyde’
De recherche van de eenheid Oost-Nederland heeft Satudarah kopstuk Michel B. (49) aangehouden voor betrokkenheid bij de dood van de Beckumse Alouis Meijerink in 1997. Het is de tweede arrestatie in de zaak Beckum.
Dat heeft de politie bevestigd. Eerder deze week meldden mickvanwely.nl en Dagblad van het Noorden al na informatie van een bron dat de politie B. op de korrel had voor de ernstige mishandeling van het echtpaar Meijerink. Die kostte het leven aan Alouis. Zijn vrouw raakte zwaargewond.
B. is in zijn cel aangehouden. Hij zit sinds december vast voor witwassen, afpersing en wapenhandel. Deze week werd ook een Hells Angel uit Haarlem (Pieter-Jan ‘Tattoo Piet’ van der G.) opgepakt voor de Beckumse zaak. Beide mannen waren in 1997 ook al verdachte. Naar alle waarschijnlijkheid volgen nog meer aanhoudingen.
Destijds keek de politie ook naar Bernardo ‘Nardo’ S. en Raevell H. Net als Bennie S. hadden deze mannen een Molukse achtergrond en waren ze werkzaam in de portierswereld in vooral Enschede.
Ik heb het vonnis van oud-medeverdachte Bennie S. (kreeg levenslang voor de moord op het arrestatieteamlid Allegonda Gremmer) uit 1997 nog even bekeken. Dat had ik gebruikt voor mijn boek Levenslang.
Het vonnis staat vol met indrukwekkende verklaringen van derden over de groep rond Michel B. en Pieter-Jan van der G.. Als een soort ‘enforcers’ deelden ze volgens slachtoffers en getuigen rake klappen uit in het Enschede sekscircuit. Onder meer in seksclub Carroussel.
De grote vraag is: van wie kwam de tip in 2012, die leidde tot heropening van het onderzoek naar de mishandeling van het echtpaar Meijerink in 1997? Kreeg iemand wroeging? Ontstond er een conflict tussen de oude makkers van toen? Wilde iemand die toch al de rest van zijn leven vastzit, schoon schip maken?
Een spannend verhaal. En het is nog lang niet ten einde.
De politie heeft dinsdagochtend een 47-jarige Hells Angel uit Haarlem opgepakt voor betrokkenheid bij de Beckumse ‘verwisselmoord’ uit 1997. Justitie heeft de aanhouding bevestigd.
De recherche onderzoekt ook de rol van Satudarah-kopstuk Michel B. bij de Beckumse zaak. Justitie wil hier uit onderzoeksbelang niets over zeggen. B. zit sinds december vast voor wapenhandel, witwassen en afpersing.
In 1997 werd een echtpaar in Beckum gegijzeld en zeer ernstig mishandeld. Alouis Meijerink (47) overleed een maand later aan zijn verwondingen. Zijn vrouw overleefde de zware mishandelingen.
De politie is altijd uitgegaan van een ongelukkige persoonsverwisseling. In de straat waarin het echtpaar woonde, woonde ook een man die werkzaam was in de Enschedese prostitutiewereld. Net als Michel B. destijds.
Michel B. is in 1997 ook al in verband gebracht met het drama in Beckum. Ook zijn toenmalige vriend Bennie S. uit Enschede was verdachte. S. kreeg toen levenslang voor de moord op het eerste vrouwelijke lid van een arrestatie-eenheid, Allegonda ‘Tweety’ Gremmer. S. schoot haar dood toen hij gearresteerd zou worden voor de Beckumse zaak. B. en S. werkten als beveiligers.
De Angel uit Haarlem die is opgepakt voor betrokkenheid bij de dood van Meijerink werd in 1997 ook al opgepakt (nieuws in de uitzending van de NieuwsBV op Radio 1, dinsdagmiddag 19/02/2014). De politie sluit meerdere aanhoudingen niet uit. Mogelijk zijn ook dat mannen die in 1997 in beeld waren bij de politie.
LAATSTE NIEUWS: Dagblad Tubantia meldt op 20/02 dat de verdachte uit Haarlem Pieter-Jan ‘Tattoo Piet’ van der G. is. Een oud-portier uit Enschede. In 2004 verklaarde hij dat Michel B. betrokken was bij de Beckumse zaak.
Een bijzonder verhaal in Friesland. Wat aanvankelijk leek op een tragisch, dodelijk ongeval met een scootmobiel, wordt nu door de politie onderzocht als misdrijf.
De recherche probeert te achterhalen of een man uit Drachten vorige week zijn vrouw met haar scootmobiel in het water heeft geduwd, waardoor ze overleed. Mogelijk heeft hij haar al gedood voordat ze in het water belandde.
De vrouw werd op 11 februari levenloos uit een sloot in Drachten gehaald. Aanvankelijk ging de politie uit van een ongeluk. De schouw leverde niets bijzonders op.
Omdat er toch wat twijfels rezen over de manier van overlijden en de wijze waarop de 55-jarige vrouw in het water belandde, ging de politie het ongeluk nader onderzoeken. Ook werd sectie verricht op het lichaam van de vrouw.
Vandaag is de 54-jarige echtgenoot van de vrouw opgepakt. De politie zoekt getuigen die iets meer kunnen vertellen over de mogelijke ‘scootmobielmoord’.
Op de commode in een kinderkamer ligt een zes maanden oude baby. Levenloos. Vermoord, zo lijkt het. ,,Kun je helpen met wassen en aankleden?’’, vraagt de tante van de moeder die verdachte is. Familierechercheur Van der Kooi twijfelt even, maar pakt dan een handdoek en kleertjes.
Zeewuster (60) , Richard van der Kooi (47) en nog achttien andere politiemensen bij de politie-eenheid Noord-Nederland, zijn boodschappers van de dood. In slechtnieuwsgesprekken informeren ze nabestaanden over de moord op hun partner, broer, ouder of kind.
Ze vertellen dat het hún broer is, die uit een kanaal is gevist. Of dat het om zijn vrouw gaat, die vermoord is gevonden in een woning. De rechercheurs zijn gedurende het moordonderzoek ook de brug tussen nabestaanden en speurders. Ze maken geen deel uit van het team dat de moord of een ander, zeer ernstig misdrijf onderzoekt.
Het voorbeeld van de baby op de commode tekent misschien wel het belangrijkste dilemma van de familierechercheur. ,,Je bent steun en toeverlaat voor de familieleden bij een moordzaak, maar moet altijd een gezonde afstand houden. De grens is soms moeilijk te bepalen. Soms ga je achteraf gezien te ver. Zoals bij de baby. Zo denk ik er nu over.’’
Het Noorden telt jaarlijks gemiddeld acht tot tien moord-en doodslagzaken. Bij elk dodelijk misdrijf krijgen nabestaanden een familierechercheur aangeboden. Het zijn deze politiemensen van wie familieleden van vermoorde mensen het onmogelijke verwachten: een antwoord op alle vragen.
Voor de familierechercheurs die een vierdaagse opleiding volgen en examen moeten doen, gelden een paar vuistregels. Van der Kooi: ,,De opmerking ‘ik weet hoe u zich voelt’, is echt uit den boze. Verder moet je geen toneelstukje spelen, goed luisteren en ook soms niets kunnen zeggen.’’
Zodra iemand is overleden begint voor de twee een race tegen de klok. Zeewuster: ,,Bij de relatie met de nabestaanden draait alles om vertrouwen. We hebben een belangrijke slag verloren als een vrouw via de media moet horen dat haar man is doodgeschoten en wij komen daarna pas met het nieuws.’’
De opkomst van sociale media heeft het werk van Zeewuster en Van der Kooi er wat dat betreft niet makkelijker op gemaakt.
Zeewuster: ,,Gevoelige informatie verspreidt zich razendsnel.’’De familierechercheurs willen binnen een uur op de stoep staan bij de nabestaanden. “En als we er zijn, moeten we nog vaak een slag om de arm houden. Je mag niet zeggen: ‘het is je dochter die is vermoord’. Wel dat het naar alle waarschijnlijkheid zo is.’’
Soms duurt het anderhalve dag voordat er honderd procent duidelijkheid is over de identiteit van het slachtoffer. Nabestaanden zijn dan soms boos. ,,Voor deze mensen duurt het altijd te lang. Wij begrijpen dat wel.’’
Nabestaanden vuren bijna altijd dezelfde drie vragen op Zeewusteren Van der Kooi af. Heeft hij of zij pijn gehad? Is het snel gegaan? Hoe is het gebeurd? Soms wil iemand weten wat de fatale messteek is geweest, om te kunnen concluderen dat de messteken daarna door het slachtoffer niet meer gevoeld zijn. Het kan de pijn net iets verlichten.
Als het om de details gaat, duikt een ander venijnig probleem op. De naar informatie smachtende familieleden mogen uit onderzoeksbelang van het moordteam simpelweg niet alle ‘ins en outs’ weten. Er zijn aspecten aan een moord, die alleen de dader kan weten. Deze daderinformatie is essentieel voor een onderzoek. Het is bewijs tegen de verdachte.
,,De kans bestaat altijd dat een familielid gevoeligheden op straat gooit: daderinformatie of iets over het verloop van een onderzoek. We mogen dus niet alles vertellen’’, vertelt Van der Kooi. De twee rechercheurs lossen dit probleem deels op door zich bewust in beperkte mate op de hoogte te laten brengen door het onderzoeksteam. Zeewuster: ,,Wat je niet weet, kun je niet vertellen.’’
Op zondag 16 januari 2005 werd in Wolvega de 53-jarige Libbe de Jong thuis doodgeschoten. Van der Kooi kreeg als familierechercheur kort na de moord een telefoontje van een verontruste rechercheur van het onderzoeksteam.
,,Die vroeg of ik familieleden een bepaald detail over de moord had prijsgegeven. Ik wist zeker dat dit niet het geval was. Kennelijk bevond de dader zich onder de familie of in kringen dicht bij de nabestaanden.’’ Dat laatste bleek inderdaad het geval.
Bij ongeveer tweederde van de moordzaken is de dader een bekende van het slachtoffer. Een partner of een familielid. Zeewuster: ,,Bij het eerste familiebezoek nemen we altijd een pistool mee. Je weet namelijk nooit wat je aantreft en in wat voor gemoedstoestand mensen zijn. De dader kan altijd tussen de nabestaanden zitten.’’
Ieder gezin is weer anders. De familierechercheurs komen in de stad, op het platteland, bij welgestelden en bij minder bedeelden thuis. Slachtoffers van moord-en doodslagzaken komen net als hun moordenaars uit alle lagen van de samenleving.
De familierechercheurs proberen snel de verhoudingen binnen gezin of familie te peilen. Wat speelt er op de achtergrond? Hoe zijn onderlinge relaties? Van der Kooi: ,,Belangrijk om te weten voor ons werk, maar ook voor het onderzoeksteam. We blijven wel altijd rechercheurs. Alle relevante informatie gaat naar het moordteam. Daarin zijn we ook open.’’
Aanvankelijk is er soms wantrouwen en frustratie bij de nabestaanden. Ze hebben te maken met politiemensen die hen lang niet alles vertellen. Zeewuster: ,,Langzaam ontstaat wat meer vertrouwen. Ze zien dat alleen wij hen kunnen vertellen over de voortgang van het onderzoek.’’
Het voorbeeld van de dode baby die Van der Kooi aankleedde, is niet het enige voorbeeld voor de lastige balans tussen compassie tonen en het houden van een gezonde, emotionele afstand. Openheid, het tonen van medeleven en transparantie is belangrijk, maar er zit wel een grens aan.
Zeewuster: ,,Wie niet oppast, krijgt er elk jaar drie vrienden bij. Het moet een keer stoppen. Je moet ook niet één van hen worden. Wij moeten zelf bepalen waar de grens ligt wat betreft compassie. Die vrijheid is er. Of je iemand in je armen laat snikken, dat hangt van persoon en situatie af.’’
Zeewuster was als familierechercheur betrokken bij de dubbele moord in Baflo op 13 april 2011. De asielzoeker Alasam S. doodde op één avond zijn vriendin Renske Hekman en de politieman Dick Haveman. Het korps was in rouw en twee families moesten een zwaar en volkomen onverwachts verlies verwerken.
,,Ik zat in de zaal bij de herdenkingsdienst voor Renske. Toen er een minuut stilte werd gehouden voor Dick, kon ik de tranen niet bedwingen. Dan laat je je dus gaan. Iedereen in de zaal keek me aan. Maar de mensen konden het tonen van emotie wel waarderen. Ben je dan te ver gegaan? Ik denk het niet.’’
Zo verschillend als de nabestaanden, zo divers zijn de manieren waarop ze hun dankbaarheid tonen. Neem de Marokkaanse moeder van de in juli bij het Tjeukemeer gevonden Omar Kourrich. Ze hield na het horen van het nieuws over de moord op haar zoon, twintig minuten de hand van Zeewuster vast. ,,In de Marokkaanse cultuur is dat bijzonder.’’
Ouders van een bijkans doodgeslagen jongen uit de streek Friese Wouden, bedankten Van der Kooi met een doos eieren van de eigen kippen. ,,De Friezen of Waldpiken hier staan bekend als uiterst stug en ingetogen. Zo’n geschenk betekent dan ontzettend veel.’’
Bijzonder zijn de moorden waarbij er een zeker begrip is voor het handelen van de dader en de dader in zekere zin ook slachtoffer is. Een voorbeeld is de ongelukkige ‘broedermoord’ in 2de Valthermond in februari 2011. Tijdens een ruzie stak de 46-jarige Frans B. zijn 42-jarige broer dood. Het slachtoffer liep als het ware in het mes van Frans B., die zich bedreigd voelde.
De broers en zus hebben Frans B. nooit als een echte moordenaar gezien. Van der Kooi: ,,De verdachte wilde graag afscheid nemen van zijn jongere, gedode broer. Ik heb toen geregeld dat hij vanuit het Huis van Bewaring naar het mortuarium kon.’’
Zeewuster was getuige van een emotioneel tafereel. De fors gebouwde Frans B. stond snikkend en ongeboeid naast zijn zus, bij hun opgebaarde broer. Dader en nabestaande: zo dicht naast elkaar en samen treurend. ,,Dan kun je echt iets betekenen voor de familie.’’