De autocoureur en -handelaar Hugo Charles (47) uit het Limburgse Echt is sinds donderdag 29 maart vermist. De politie heeft een Team Grootschalige Opsporing (TGO) op de verdwijning gezet. Net als de politie vreest zijn plaatsgenoot en beste vriend, Wim Vintges (48) het ergste.
Voor Vintges dit weekend geen ‘paasreces’. Hij staat in het bedrijf Charles Automobielen in Echt klanten te woord. “Geheel in de geest van Hugo. Want het was een levensgenieter, maar ook een keiharde werker”. Vintges is naast vriend ook zakelijk adviseur van Charles.
De dagen voor de verdwijning van Charles had Vintges net als altijd dagelijks contact met zijn vriend. “Maandag heb ik nog de crematie van zijn moeder met hem doorgenomen. Dinsdag en woensdag hebben we nog uitgebreid gebeld en donderdag schudde ik nog de hand van Hugo hier op het bedrijfsterrein. Daarna heb ik niets meer van hem gehoord.”
De politie in Noord-Limburg is nog steeds op zoek naar autocoureur en -handelaar Hugo Charles. Sinds het media-offensief van woensdag zijn er ruim twintig tips binnengekomen bij de politie. Of er wat interessants tussen zit, is onduidelijk.
De politie houdt sterk rekening met een misdrijf. Waaruit blijkt dat? Een woordvoerder van de politie zei woensdagavond dat vooral het feit dat Charles (47) uit Echt niet op kwam dagen op de crematie van zijn moeder (31 maart) de wenkbrauwen deed fronsen bij politie en familie. Hij zou al die donderdagavond na een afspraak gewoon thuis komen. De Audi A6 van Charles is afgesloten teruggevonden op parkeerplaats De Meern Zuid langs de snelweg A12.
Zijn er sporen van een misdrijf in de auto aangetroffen? Heeft Charles criminele antecedenten? Zegt de politie niets over. Vaststaat dat hij niet suïcidaal was.
Per jaar worden tussen de 16 en 20.000 mensen als vermist opgegeven bij de politie (cijfers KLPD). Driekwart van de vermiste personen duikt binnen 24 uur weer op. Ruim 90 procent is binnen drie dagen terug. Soms start de politie een groot onderzoek en duikt iemand pas na een week op. Zoals dat gebeurde bij een kroegbaas uit Groningen. De man zat in zware financiële problemen, zag het niet meer zitten en vluchtte naar het buitenland. Ook dat kan het geval zijn bij Hugo Charles.
Het is overigens maar sterk de vraag of de politie het achterste van de tong laat zien. Misschien zijn er meer aanwijzingen die wijzen op een misdrijf, maar worden die uit tactische overwegingen niet naar buiten gebracht.
Informatie over Hugo Charles? Mail naar mickvanwely@gmail.com
Andere recente vermissingen (waarbij de recherche overigens uitgaat van moord) in het Noorden: hier en hier en hier
De politie is op zoek naar de 47-jarige autohandelaar en -coureur Hugo Charles uit Echt in Limburg. De fanatieke racer vertrok op donderdag 29 maart naar een afspraak, vermoedelijk in Waardenburg. Sindsdien is hij spoorloos. Hij liet zijn Audi A6 achter op parkeerplaats De Meern Zuid aan de A12. Toen Charles op 31 maart niet kwam opdagen op de crematie van zijn moeder stapte de familie naar de politie. Charles zag vele circuits in Europa. Hier vliegt hij uit de bocht op het circuit van Zandvoort.
Aan de vooravond van het debat over mensenhandel in de Groninger gemeenteraad, stelt de PvdA-fractie dat 80 procent van de vrouwen in de stadse rosse buurt slachtoffer is van vrouwenhandel. De partij wil ook sluiting van de ramen als de situatie niet verbeterd. De partij slaat de plank volledig mis. (zie onder update)
Het zijn van die aannames. Van die volkomen uit de lucht gegrepen veronderstellingen die nergens op zijn gebaseerd.
Mythes. Zoals de mythe over de waarde van de hennep die jaarlijks over de grens naar het buitenland zou gaan. Die export zou, volgens het Korps Landelijke Politiediensten, 3,5 miljard euro bedragen. Een getal dat is gebaseerd op schattingen.
Media nemen het klakkeloos over. Politici schermen ermee. Alsof het keiharde getallen zijn.
De PvdA stelt dat 80 procent van de prostituees achter de ramen in Groningen slachtoffer is. De partij heeft zich daarbij mede gebaseerd op landelijke cijfers en projecteert die op Groningen. Een kapitale fout.
Eentje waardoor een overtrokken en incorrect beeld ontstaat over mensenhandel.
De gastcolumnist deze week voor de rubriek Het Pleidooi is Mr. Maartje Schaap van DeHaanAdvocaten in Groningen. Het kantoor De Haan doet een aanzienlijk deel van de moord- en doodslagzaken in de provincie Groningen. Schaap stond onder meer de verdachte bij van een mishandeling in het Groninger uitgaansleven, die leidde tot de dood van een stapper.
Straffen te laag of rechters te lief?
Strafrecht leeft! Door de media worden we dagelijks geconfronteerd met het strafrecht in binnen- en buitenland. Twitterende rechters, officieren van justitie , advocaten en rechtbank journalisten dragen daar een steentje aan bij. Zij brengen het strafrecht onder de mensen.
Inhoudelijk worden zaken besproken, de strafeisen besproken en niet onbelangrijk het eindoordeel van de rechtbank, het vonnis, wordt bekend gemaakt. Op die manier komt hetgeen zich binnen de rechtbankmuren afspeelt wat dichterbij.
Persoonlijk vind ik het een goede ontwikkeling dat de rechtspraak toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek. Maar het zou nog veel beter zijn als het publiek eens een strafzaak bijwoont. Dat kan namelijk. Strafzaken zijn (met uitzondering van jeugdzaken) openbaar.
De advocaten van de drie Polen die deze week terechtstonden voor de moord op Anand Radj Ramdin in Kaatsheuvel vroegen om vrijspraak van hun cliënten. Het wapen waarmee de taxichauffeur werd doodgeschoten is zoek en de verdachten ontkennen. Justitie eiste straffen tot 16 jaar.
Een bijzondere zaak met een verdachte die om racistische redenen Anand zou hebben doodgeschoten. Advocate Esther Vroegh (die één van de verdachten bijstaat) schreef deze week een gastcolumn voor deze site (zie onderaan gelinkt bericht).
Justitie in Amsterdam heeft straffen van 2,5 en vier jaar geëist tegen twee van de drie Amsterdammers die in oktober 2010 een overval op juwelier Scheich in Groningen pleegden. Op een andere overval na achtte het OM de rest van de ten laste gelegde overvallen die ze zouden hebben gepleegd niet bewezen.
Weet u het nog? De overval op juwelier Scheich in oktober 2010 in Groningen werd vastgelegd door een passant met een mobiele telefoon. Het filmpje op You Tube werd ‘grijs bekeken’.
De noordelijke recherche zat nog met de verdwijningen van de prostituee Marian Kusters (dec 2009) en Ilham Benchelh (jan 2010) in de maag, toen ze begin april 2010 opnieuw een vermissing op haar bordje kreeg. De in Groningen wonende Fries en schaakfanaat Michael de Vrieze (45) was spoorloos. Hij leek van de aardbodem verdwenen.
Zijn makkers van de Friese schaakvereniging Twee Kastelen snappen er niets van in de derde week van april. De bloed fanatieke De Vrieze die niet komt opdagen op een schaaktoernooien? Vreemd. Kan niet, zo bespreken ze verontrust met elkaar.
De verenigingsgenoten bellen de politie. De zoektocht naar de man begint. Al snel zet de politie een team Grootschalige Opsporing (TGO) op de vermissing. De Vrieze moet iets zijn overkomen. De volgende tijdlijn maakt de recherche na een paar weken tijd.
[box]
10 april: De Vrieze voor het laatst persoonlijk gezien in Buitenpost (Fr)
11 april: De Vrieze brengt bezoek aan Fair Play gokhal in de Groninger Euroborg
12 april: De blauwe Ford Escort Clipper wordt geflitst op de N355 bij Noordhorn (tussen Groningen en de plaats waar hij voorheen verbleef, het Friese Burum)
16 april: De auto van De Vrieze wordt geparkeerd aan de Wenckebachlaan in Groningen
16 april: Met de bankpas van de Vrieze wordt gepind in Groningen
[/box]
Rechercheurs die de flitsfoto bestuderen zien dat er iemand anders achter het stuur zit. Het kan niet De Vrieze zijn. In de uren tussen het bezoek aan het amusementscentrum en de flits moet er iets gebeurd zijn met de schaker.
De vermissing van De Vrieze krijgt volop aandacht in de lokale, regionale en landelijke media. Dan komt de recherche erachter dat De Vrieze sinds enige tijd verbleef in Groningen in een woning aan de Jupiterstraat. In de noordelijk wijk Paddepoel.
De woning wordt doorzocht. Over wat er precies is aangetroffen zwijgt de politie om onderzoeksredenen. Maar duidelijk is dat iemand er door geweld om het leven is gekomen. En die ‘iemand’ is de schaker Michael de Vrieze. En het lichaam? Nergens te zien. Wéér een moord zonder stoffelijk overschot.
De Vrieze woonde er met zijn vriendin. Maar omdat zij was opgenomen in een zorgvoorziening, bleef De Vrieze achter met huisgenoot Cafer G. (35). Een Turk die al jaren illegaal in Nederland is. De recherche wil graag met hem spreken, maar G. geeft geen sjoege. Ook hij is verdwenen. Een dubbele moord?
Al snel blijkt dat G. het land heeft verlaten. G. is (een bekende van de politie op het gebied van drugszaken) zit in Turkije. Een tegenvaller voor de recherche, want: het land heeft geen uitleveringsverdrag met Nederland.
De maanden verstrijken. Het wordt zomer, herfst en uiteindelijk winter. G. blijft waar hij zit. Daar waar hij veilig is. Het wordt 2011. Nog steeds denkt de buitenwereld dat de Vrieze slechts verdwenen is. En dat de recherche geen idee heeft wat er is gebeurd.
Eind december 2011 gebeurt er wat. Het geduld van de recherche wordt beloond. De ‘target’ beweegt. G. pakt het vliegtuig naar Moskou. Waant de Groninger zich na jaar stilte over de vermissing van De Vrieze eindelijk veilig? De recherche wordt vanuit Turkije getipt. Een Russisch ontvangstcomité helpt G. een handje bij het uitstappen uit het vliegtuig. Het onderhandelen met de Russen begint. Uiteindelijk stemmen ze in met de uitlevering van Cafer G. Gisteravond (28-03-2012) landde hij op Schiphol.
Justitie heeft nu een verdachte voor de moord op De Vrieze, maar er is wel een probleem. Het lichaam van de man is nog steeds zoek. Een moord zonder lijk is knap lastig op te lossen. Dat blijkt wel bij de moord op Ilham Benchelh.
Benchelh’s echtgenoot Kasper M. zat lange tijd vast op basis van tal van ernstige verdenkingen, maar justitie heeft het nog niet tot een rechtszaak durven laten komen. Als lichaam, wapen en een getuige ontbreken is het bij een ontkennende verdachte erg moeilijk om diens betrokkenheid bij de dood van een ander te bewijzen.
Er zijn nog meer vragen. Wat is het motief geweest bij de moord op De Vrieze? Roof? Of wist De Vrieze iets van Cafer G. wat hij niet mocht weten? Was er een uit de hand gelopen ruzie? En maakte één dader een einde aan het leven of meerdere?
Het moordonderzoek De Vrieze gaat eigenlijk nu pas beginnen. Cafer G. wordt waarschijnlijk al deze week gehoord. Op mickvanwely.nl zijn alle ontwikkelingen te volgen.
LEES OOK: decolumn over het proces rond de taximoord, dat vandaag (29 maart) begint
Deze week in de gastcolumnrubriek HetPleidooi een bijdrage van de advocate Esther Vroegh. Vroegh staat één van de Polen bij die verdachte is in de Tilburgse taximoord: één van de meest spraakmakende moordzaken van 2010. De zaak dient deze donderdag en vrijdag voor de rechtbank in Breda.
Op 9 oktober 2010 werd in Kaatsheuvel een taxi aangetroffen met op enkele meters afstand in een sloot het lichaam van de 37-jarige taxichauffeur Anand Radj Ramdin. De man bleek met zeven kogels om het leven te zijn gebracht. Roof? Daar leek het niet op. De portemonnee en IPhone van Anand werden in de buurt van de taxi teruggevonden.
Drie Polen waren gefilmd toen ze in de taxi van Anand stapten. Opvallend genoeg een taxi die niet in de eerste rij stond, maar een taxi die verderop in de rij geparkeerd was. Eén van de Polen vluchtte na de moord via Parijs naar Polen. Daar werd hij opgepakt en overgedragen aan justitie in Nederland. Later werden twee medeverdachten aangehouden.
Twee (vele) bijzondere aspecten aan de Tilburgse taximoordzaak: de moord zou gepleegd zijn om rascistische redenen en justitie zette een informant in om één van de Polen te laten praten. Mede over dit laatste aspect schreef Vroegh deze column: HetPleidooi
Brandpunt ging naar Polen voor de Tilburgse taximoord en maakte dezereportage
In de gastcolumnrubriek Het Pleidooi dit keer een bijdrage van Mr. Esther Vroegh van Mesland & Vroegh Advocaten in Haarlem. Vroegh staat één van de drie Poolse verdachten bij van de Tilburgse taximoord. De topadvocate deed eerder de Snelkookpan-moord, de Purmerendse kindermoorden en stond de Hells Angels bij in de Acroniem-zaak.
De Tilburgse taximoorden
A.s. donderdag en vrijdag dient eindelijk de inhoudelijke behandeling van de moord op een taxichauffeur die op 9 oktober 2010 heeft plaatsgevonden in Kaatsheuvel. Na heel wat speurwerk zijn er de afgelopen maanden drie Polen gearresteerd, waaronder mijn cliënt.
Ogenschijnlijk lijkt dit een overval, zoals er zovelen worden gepleegd maar dan een met een dramatische dodelijke afloop. Echter, na overname van de vorige advocaat, en na grondige bestudering van het dossier viel mij een aantal zaken op.
Ten eerste zijn er geen goederen weggehaald, dus niet de (dure) taxi van het slachtoffer, noch zijn Iphone, zijn navigatie, geld of andere eigendommen. Dat is eigenaardig want inherent aan een overval is het feit dat er spullen van een ander worden weggehaald tenzij de dader(s) gestoord zijn. Maar daar blijkt niets van in het dossier, immers: er zijn geen ooggetuigen die kunnen verklaren wat er gebeurd is en wie ze gezien hebben.
Wat verder opvalt, is dat de eerst aangehouden verdachte, Adrian W. , zowel bij de Poolse autoriteiten als in het cellencomplex tegenover een undercover agent een volledige bekentenis aflegt.
Een undercover is een politieambtenaar die zich voordoet als celgenoot of zelfs als een maatje en lotgenoot en op deze wijze probeert informatie te verkrijgen en bewijs te verzamelen. Deze operaties zijn vaak riskant. Zeker in juridische zin. Want wanneer legt iemand in alle vrijheid een verklaring af en wanneer worden hem woorden in de mond gelegd of wordt hij uitgelokt om informatie prijs te geven?
In een officieel verhoor liggen die gevaren minder voor de hand omdat de verdachte dan ook formeel te kennen wordt gegeven dat hij het recht heeft om te zwijgen en geen medewerking te verlenen. De infiltrant mag een verdachte niet uitlokken en niet handelen in strijd met het Tallon-criterium en het provocatieverbod. Volgens justitie is dat natuurlijk niet gebeurd; de verdachte en zijn raadsman zullen daar waarschijnlijk anders over denken. De rechtbank zal zich over de moeilijke vraag moeten buigen wat de validiteit is van de bekentenissen van deze verdachte.
Vaststaat dat de drie verdachten in de taxi zijn ingestapt en die taxi op zeker moment hebben verlaten. Maar:
Wie heeft er geschoten en wie wisten van tevoren dat er een doorgeladen pistool in de auto voorhanden was?
Was er een gezamenlijk plan om de chauffeur van het leven te beroven en hebben een of meerdere verdachten daar uitvoering aan gegeven?
Of richtte dat plan zich enkel op het beroven van de taxichauffeur?
Maar waarom zijn de goederen dan niet meegenomen?
De officier van justitie zal ook zeker bepleiten dat degenen die wellicht niet geschoten hebben, zich in ieder geval niet gedistantieerd hebben van het gebeuren. Andere vraag is of de andere verdachte(n) de schutter hadden kunnen weerhouden van zijn dodelijke actie. De feitelijke en juridische vraag die de rechtbank zal moeten beantwoorden, is of het zich distantiëren van de moord c.q. doodslag überhaupt (praktisch) mogelijk was?
Al met al, ondanks de vreselijke ellende voor de familie, nabestaanden en collega’s van het slachtoffer, een feitelijk en juridisch interessante kwestie.