De Mocro-maffia: echt zo bijzonder? Nee

De dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt
De dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt

De nieuwe Marokkaanse maffia verovert Nederland. Vette koppen in de media. ‘Grote Ben’, ‘Najib Bouhbouh’. De Mocro-maffia: bekt ook lekker natuurlijk. Maar is het nou allemaal zo bijzonder? Zijn ze zo uniek? Nee.

Dat Marokkanen in Nederland en Nederlanders van Marokkaanse afkomst zeker het laatste decennium verhoudingsgewijs meer dan autochtone Nederlanders zijn vertegenwoordigd in misdaadland, is echt een feit. Daar zijn ook allerlei sociaal-culturele oorzaken voor, maar dat terzijde. Dat er Marokkanen zijn die een belangrijke rol spelen in de drugshandel in Nederland: ook een feit.

Maar het lijkt alsof het iets unieks is: zware, jonge, allochtone criminelen die buitengewoon gewelddadig zijn. Maar dat is het helemaal niet.

In de jaren tachtig gold de Amsterdamse bende The Monks als een plaag voor justitie. De groep van ongeveer 80 tot 150 Surinamers, Turken en autochtonen hield zich bezig met het plegen van overvallen op banken, coffeeshops en postkantoren en stortte zich op de drugshandel.

Jonge ‘zware jongens’ van 16 tot 21 jaar, die er niet voor terugdeinsden om een vuurwapen te trekken en daar ook daadwerkelijk mee te schieten. Ze werden steeds professioneler.

Eén van de leiders was de Turk Erol Kebak. Een ‘groeicrimineel’: van straatschoffie tot staatsvijand. Van Marsen jatten tot het beroven van banken. Op z’n tweeëntwintigste kreeg hij negen jaar cel voor onder meer 41 bankovervallen.

Triest ‘hoogtepunt’: een wildwest achtervolging in 1992 na een bankoverval in Utrecht, die eindigde met het doodschieten van de politieman Iman Klaassen. Kebak kreeg levenslang. Later werd hij vermoord in een Turkse bajes.

Redouan Boutaka (31): doodgeschoten in de Shisha-lounge in Amsterdam in april 2012
Redouan Boutaka (31): doodgeschoten in de Shisha-lounge in Amsterdam in april 2012

De Mocro-maffia is nu vooral hot omdat er een oorlog wordt uitgevochten tussen Marokkaanse misdaadfamilies in Amsterdam en Antwerpen. Na een gestolen partij coke in Antwerpen is het hommeles. Spannend: schieten in het openbaar, een familie die de bijnaam Turtles draagt en dreigementen met foto’s van een tegenstander naast een gehaktmolen.

Najib Bouhbouh werd afgeknald in Antwerpen en er volgden in december wraakacties in de Amsterdamse staatsliedenbuurt en Amsterdam-Slotervaart. Marokkanen dood en Marokkanen vast. Jonge mannen. Groeicriminelen, zoals Erol Kebak. Carrièremakers in de misdaad. Allochtone Amsterdammers.

Zijn ze er dan opeens, die Marokkanen? Maakt dat ze zo bijzonder? Nee. Al eind jaren negentig deed de politie bijvoorbeeld al onderzoeken naar Marokkaanse groeperingen in Utrecht en in Groningen die op grote schaal in drugs handelden. Eén van de onderzoeken heette DUIM: Drugs Invoer Uitvoer Marokkanen.

Slimme jongens: winsten investeerden ze in citrusplantages in Marokko. Geld werd ook gepompt in onroerend goed. De geboorteplaatsen van de boeven bloeiden op. Financieel onderzoek stond in de kinderschoenen en medewerking van de Marokkaanse autoriteiten was er niet of nauwelijks.

Er waren breinen, koeriers en soldaten. Slimme jongens  en domme jongens. Net zoals bij de huidige Mocro-maffia. Net zoals bij de oer-Hollandse ‘stamppotmaffia’. Het is een beetje suf om criminelen en hun werkwijze te kaderen naar ras.

Het is niet per definitie zo dat de Marokkaan louter schiet, de Antilliaan te dom is om zich te organiseren en de Turk betrouwbaar is als het gaat om handel. Het varieert per persoon. De crimineel is een mens, niet een genetisch manipuleerde misdaadmachine.

En wat maakt het trouwens uit of een crimineel Marokkaan of autochtoon is? Het gaat om de personen. En de misdaden die ze plegen.

Gwenette M.: een Antilliaan, geen Marokkaan
Gwenette M.: een Antilliaan, geen Marokkaan

Hoe Marokkaans is de huidige groep uit Amsterdam die openlijk een vete uitvecht trouwens? Gwenette M. wordt gezien als de grote man achter een groep Marokkanen. M. is allesbehalve Marokkaan: hij is Antilliaan. En de mensen die liquidaties uitvoeren zijn doorgaans overigens te bestempelen als voetvolk.

Dat wat Marokkaanse criminelen zijn doorgestoten naar de top van de misdaad in Nederland is niet verwonderlijk. Waar de oerhollandse penoze, de kampers, de Mieremetten en Bruisma’s, tijd nodig hadden om door te stoten tot de top, had de Marokkaanse crimineel dat ook.

De focus van de recherche lag misschien, zo valt te horen binnen justitie, wel iets te weinig op de criminele Marokkaan, die zo kon doorgroeien.

De Marokkanen vallen ook op omdat een groot deel van de traditionele topcriminelen tussen 2000 en 2005 werd geliquideerd. Later belandden topcriminelen zoals Dino Soerel en Willem Holleeder in de bajes. Justitie zat verder de kamperfamilies en de Hells Angels op de hielen. Kortom: er was wat meer ruimte op de arbeidsmarkt.

Het is als met voetbal. Dan zijn de Italianen een tijdje nadrukkelijk aanwezig en dan breekt er weer een Duitse periode aan. Misschien zijn het over vijf jaar jonge Nigerianen in Nederland die dominant aanwezig zijn. En heet de nieuwe Holleeder niet Achmed M., maar Umkele B.

Mick van Wely