Mariëlle van Essen (36) van advocatenkantoor Korver&VanEssen in Amsterdam is voor de tweede keer de gastcolumnist in de rubriek voor advocaten, HetPleidooi. Van Essen is bekend van het verdedigen van de ‘Beatrix-belagers’. Ze stond de Damschreeuwer, de waxinelichtgooier en de concertverstoorder bij. Maar het zijn niet louter en alleen ‘dwalenden’ voor wie ze naar de rechtbank reist. De advocate die met haar lange blonde haar en hoge hakken een eyecatcher is in de rechtszaal, verdedigt veelal verdachten van mensenhandel en zware drugscriminelen. Ze is kantoorgenoot van Richard Korver, de advocaat die optrad namen de slachtoffers in de Robert M. zaak. In het misdaadblad Koud Bloed werd Van Essen geselecteerd als één van de tien beste, jonge advocaten in Nederland.
Van Essen schrijft haar column naar aanleiding van het zwart geld proces tegen de Amsterdamse advocaat Bram Moszkowicz. Van Essen neemt het op voor Bram en heeft kritiek op de Amsterdamse Deken. ‘Zwart geld is bij een topadvocaat onvermijdelijk’.
‘Vandaag, dinsdag 18 september 2012, heeft de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, Germ Kemper, de Raad van Discipline verzocht om schorsing van collega Bram Moszkowicz voor de duur van 1 jaar waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
Deze ‘eis’ is onder meer gebaseerd op een klacht van de deken dat mijn collega diens honorarium boven een bepaald bedrag contant zou hebben ontvangen zonder dit te melden aan de deken.
Deze meldplicht is gebaseerd op een verordening die tracht de verstrengeling van de onderwereld met de bovenwereld te voorkomen. Die verstrengeling zit vaak in het ontvangen van gelden in de bovenwereld die van illegale herkomst zijn, witwassen genoemd. Deze verordening is voor de praktijk van een strafrechtadvocaat natuurlijk volstrekt onbruikbaar.
Het standpunt van collega Bram Moszkowicz is een principiële: hij schendt zijn geheimhoudingsplicht als hij aan deze meldingsplicht gevolg geeft. Voor zover u zou denken: ‘Maar de deken heeft toch een geheimhoudingsplicht?’
Dit is echter nu net het probleem: dit staat in het geheel niet vast. De deken heeft immers in zijn klacht tegen collega Bram de cliënten met naam en toenaam genoemd. Voor de duidelijkheid: de zitting van de Raad van Discipline is openbaar.
Het blijft opvallend stil in de strafrechtadvocatuur, uiteraard om redenen waar je je iets bij kunt voorstellen. Het meerendeel van de collega’s doet vooral pro deo zaken en vangt zo links en rechts wel een keer een paar duizend euro contant maar geeft dit niet op. Hoeft dit ook niet te melden bij de deken.
Andere collega’s willen liever niet de aandacht op zich vestigen. Bang een soortgelijk boekenonderzoek te krijgen. Ook zijn er veel collega’s die zo hun gedachten over collega Bram Moszkowicz hebben, meestal ingegeven door de media in plaats van eigen ervaringen. Die vinden het wel prima dat hij wordt ‘aangepakt’.
Dat is erg jammer, omdat het punt dat Moszkowicz maakt erg belangrijk is voor de strafrechtadvocatuur. Het mag toch bekend verondersteld worden dat Bram Moszkowicz, net zoals ondergetekende, uitsluitend strafzaken doet. Daarbij komt, dat dit strafzaken zijn van een behoorlijk kaliber. Moszkowicz is niet bepaald te vinden in de doorsnee pro deo politierechter zaak.De cliënten die hij bijstaat, zijn meestal verwikkeld in enorm omvangrijke strafzaken.
Hoewel inmiddels in Nederland steeds meer giraal geld gebruik wordt om betalingen aan advocaten te verrichten, is dit in veel andere landen in de wereld in het geheel niet gebruikelijk. De buitenlandse cliënt betaalt in de regel dan ook vaker contant dan giraal.
Daarbij komt, dat bekend verondersteld mag worden, dat het inkomen van juist bepaalde clientèle uit de strafrechtpraktijk niet maandelijks giraal via de werkgever op de bankrekening wordt gestort. Een strafrechtadvocaat van enig kaliber qua honorarium en praktijk redt diens bijstand dus bijna per definitie niet onder het bedrag dat gemeld dient te worden bij de deken.
Concreet betekent dit voor collega Bram Moszkowicz, dat hij een keus moet maken. Of hij schendt frequent zijn geheimhoudingsplicht waarmee hij zowel zichzelf als ook zijn cliënt met een nieuwe strafrechtelijke kwestie opzadelt, of hij stopt met dit vak. Van een advocaat van dit kaliber kan niet worden verwacht dat hij voor het pro deo tarief zijn bijstand verleent.
We willen als land de schijn ophouden dat we een rechtstaat zijn met zo’n geweldig rechtssysteem. Iedereen heeft recht op rechtsbijstand van een advocaat naar keus. Alleen dan is sprake van een eerlijk proces. Een groot goed voor een goed ontwikkeld land dat Nederland pretendeert te zijn.
Maar als alle goede advocaten dit vak uit financieel oogpunt verlaten en slechts de advocaten overblijven die ook na 25 jaar nog uitsluitend pro deo zaken draaien, dan kun je je afvragen of het recht op goede rechtsbijstand naar keus niet een wassen neus is geworden.
Los daarvan, zou u willen dat juist uw strafrechtadvocaat, ja ook u kan een strafzaak overkomen, verplicht wordt u te verklikken als hij mogelijk iets strafbaars aan u heeft ontdekt? Terwijl iedere verdachte toch het recht heeft om in ieder geval met een advocaat alles vertrouwelijk te kunnen bespreken zonder inmenging van de overheid.
Daarbij komt nog, dat vanuit de politiek en daarmee de maatschappij al jaren de roep komt streng te bezuinigen op de gefinancierde (pro deo) rechtsbijstand. Aan die roep is ook daadwerkelijk gevolg gegeven.
Willen we dan dat al die cliënten die nu weliswaar contant maar wel zelf hun bijstand kunnen en willen betalen zich ineens pro deo laten bijstaan? Dat betekent dan dat de belastingbetaler, dus de maatschappij en dus u en ik, opdraait voor miljoenen euro’s extra belastinggeld per jaar.
Heeft de belastingbetaler dit in achterhoofd houdende dan niet liever, dat de verdachte zelf diens bijstand betaalt als hij daartoe in staat is?
Immers begrijp ik dat de deken – hou me ten goede, ik ken niet het klachtdossier op dit punt – niet hard kan maken dat Moszkowicz de specifiek in zijn klacht genoemde betalingen niet keurig op de bank zou hebben afgestort. In dat geval is over die bedragen nota bene belasting geheven, oftewel geld door de belastingbetaler in de staatskas gestort.
Dat verstrengeling tussen onder- en bovenwereld moet worden voorkomen. Dat snap ik. Ik denk aan banken, accountants, makelaarskantoren, notarissen, advocaten die civiele zaken, fusies en overnames doen enzovoort. Echter: de functie van strafrechtadvocaat is een bijzondere. En die kan niet met deze functies worden vergeleken.
Moet Bram Moszkowicz worden geschorst? Of accepteren we dat in sommige zaken strafrechtadvocaten mogelijk worden gefinancierd uit een niet legale bron? Dat is namelijk nodig, willen we een goed functionerend en betaalbaar rechtssysteem hebben.
Het antwoord lijkt mij duidelijk. Dat antwoord zou ook de deken, nota bene de hoeder van de advocaten hier in Amsterdam, duidelijk moeten zijn. Juist hij dient ons strafrechtadvocaten te beschermen tegen dit soort verordeningen in plaats van ons zo aan de schandpaal te nagelen.’
Mr. Mariëlle van Essen