Het gebeurt een paar keer per maand. Na een rechtszaak klampt een verdachte, familielid of advocaat mij aan met de vraag de naam van de beklaagde niet te noemen in een artikel. De vrouw die vreest dat het hele dorp erachter komt dat haar man aan jongetjes zit. De restauranthouder die bang is dat zijn blazoen besmet raakt als mensen in de stad lezen dat hij gepakt is met wat drugs. Wanneer wel en wanneer niet iemand ‘sparen’ in een verslag?
Een wantrouwende blik vanachter het glas dat de publieke tribune scheidt van de rest van de rechtszaal. Je ziet de moeder denken: wie zijn die mensen die luisteren naar het proces en flink schrijven? Zoon Martin wordt verdacht van het bezit en verspreiden van drugs. Een vriendendienstje. Hij verdiende er niets aan. Zegt hij.
De rechter merkt nog op dat een getuige vertelde dat hij pillen kocht van Martin. ‘Hij had het over een kale, gespierde, grote man. Dat zou kunnen kloppen.’ Martin knikt vriendelijk. Hij heeft geen haar op zijn hoofd en zijn shirt zit strak gespannen om zijn lange torso.
Moeder komt loopt naar ons toelopen. ‘Zijn jullie studenten of journalisten?’. We zijn journalisten. ‘Oh’, klinkt het teleurgesteld. Martin kijkt op een afstandje toe. ‘Hij hoeft niet met zijn
naam in de krant hoor. Dan weet iedereen dat hij het is.’ Kunnen we niet beloven. Wel dat niet zijn volledige naam in de krant komt. ‘Oh.’
Wanneer geen naam, wanneer initialen en wanneer iemands volledige naam? Gebruikelijk is de volledige voornaam en de eerste letter van iemands achternaam. Een verzoek van een bezorgde moeder of verdachte helpt niet. Gelijke monniken, gelijke kappen. Anders is het bij een gevoelige zaak, waarbij het zeer de vraag is of iemand schuldig is. Vraagt een officier bij een ontuchtzaak zelf om vrijspraak als ieder bewijs ontbreekt, dan kan de verdachte onnodig beschadigd raken door zijn voornaam, leeftijd en woonplaats te noemen.
Er zijn om ‘genade’ vragende ontuchtverdachten, waarbij honderd procent duidelijk is dat ze zich vergrepen hebben aan kinderen. ‘Schrijf nou niets op, want iedereen kijkt me straks aan op straat. Alsjeblieft.’ En maar de vermoorde onschuld spelen in de rechtszaal. Dat zijn de ergste. Ik heb dan de neiging om zoveel mogelijk details te vermelden, zodat als snel duidelijk is om wie het gaat. Flauw natuurlijk. Maar ik heb het wel eens gedaan, moet ik bekennen.
Wanneer de volledige achternaam? Alleen als een verdachte/crimineel daar zelf om vraagt of het iemand is wiens naam al zo bekend is, dat het volstrekt belachelijk zou zijn om initialen te gebruiken. Willem Holleeder Willem H. noemen? Nee dus. De trend is om de namen van verdachten voluit te schrijven. De Elsevier doet het steevast. Zelfs op NOS Teletekst waren de volledige namen van de mannen die de Haagse juwelier doodschoten, te bewonderen. Zelfs na hun aanhouding. In de landen om ons heen weten ze niet beter. Daar moet de boef altijd met de billen bloot.
Reageren? mickvanwely@gmail.com