Vader Van der Zee had vier kinderen. Een ernstige ziekte nam hem één van zijn dochters af. Vorig jaar november verloor hij een zoon. De helft van een tweeling. Ditmaal niet aan een ziekte, maar aan Marco B. (36). De Hoogevener doodde Jack van der Zee (39) met zeven messteken en ging er vandoor met zijn auto en televisie. Een geplande roofmoord of een impulsieve explosie van geweld?
Marco B. is wat iel. Op zijn neus draagt hij een hippe, zwarte bril. Net als zijn advocaat. Het zijn bijna dezelfde brillen. In de zittingszaal kijkt Marco continu recht vooruit naar de rechters. Zijn hielen beweegt hij constant , alleen de neuzen van zijn sportschoenen blijven op de grond. Achter de glazen scheidingswand zit de publieke tribune vol. Met rechercheurs en vrienden en familie van Jack van der Zee.
“Ik wil vandaag graag met u bespreken wat er in november is gebeurd. Gaat dat lukken? Als u wilt pauzeren, kunt u dat aangeven”, zegt de rechter. Marco knikt en blijft staren. De rechter vertelt hoe de werkgever van Van der Zee op 8 november bezorgd belde met zijn vader. De chauffeur Jack was zonder mededeling niet verschenen op zijn werk. En dat was raar. Niets voor Jack.
De vader ging onmiddellijk naar de woning van Jack in Ruinen. Hij stak zijn sleutel in de deur en ging op zoek naar zijn zoon. Tot zijn afgrijzen zag vader Jack liggen naast zijn bed. Badend in het bloed. Vader belde met moeder om haar te vertellen wat hij had gezien. Diezelfde middag bogen technisch rechercheurs zich over het lichaam van Jack. Sectie wees uit dat hij door zeven steek en -snijwonden om het leven was gekomen. In rug, hals en ‘rechterflank’. Van afweerletsel was geen sprake.
In het weekend na de moord hielden voetballers en toeschouwers op de voetbalvelden van VV Ruinen een minuut stilte voorafgaand aan de wedstrijden. De club zou de enthousiaste vrijwilliger Jack van der Zee missen. Weer hield een moord de gemoederen van de gemeenschap bezig. Weer, want een jaar ervoor was Henk F. uit Hoogeveen in Assen veroordeeld voor de moord op de tiener Andrea Luten (1993). Eveneens afkomstig van Ruinen.
De recherche ontdekte dat de Alfa Romeo van Jack was verdwenen. De wagen bleek op 7 november op naam van een garagebedrijf in Hoogeveen te zijn gezet. De Alfa was een dag later aangekocht door een ander garagebedrijf in Hoogeveen. Rechercheurs achterhaalden de naam van de man die de auto had verkocht. Ene Marco B. Een Hoogevener met, zo bleek al snel, een strafblad van 16 pagina’s.
Op dezelfde dag meldde zich de huisgenoot van deze Marco bij de politie. “Ik heb die vent in Ruinen helemaal lek gestoken!”, had Marco geroepen toen hij op zeven november vroeg in de ochtend thuiskwam. Hij liet een bebloed mes zien. Kort daarna pakte de politie Marco op in zijn woning.
“Jack en ik kenden elkaar vier maanden. We hadden een goede vriendschap”, vertelt Marco de voorzitter van de rechtbank. Jack was homoseksueel. Maar hij, zo verzekert hij de rechter, niet. Bij de politie had Marco zelfs geroepen dat hij een hekel heeft aan homo’s. Volgens de Hoogevener omdat hij ooit als jongetje door zijn buurman seksueel was misbruikt. Dat had een grote impact gehad op zijn leven.
Rechter: “Dat is toch gek. Want u leerde Jack kennen op een homodatingsite. En u had regelmatig afspraakjes met homomannen. Dat strookt niet met uw mening over homomannen.”
Marco: “Het was om wraak te nemen. Het ging puur om geld.”
Rechter: “U had geen gevoelens voor mannen?”
Marco: “Nee.”
De verdachte vertelt hoe hij op zes november ’s avonds met Jack naar het café ging. Ze dronken flink veel bier. Marco bleef bij zijn vriend slapen. “Ineens pakte Jack me beet. Hij wilde met me zoenen.” Marco liep naar de keuken, pakte een mes uit een messenblok en begon in te steken op Jack. Hij greep de televisie en telefoon van zijn vriend en reed naar huis. Jack bloedend achterlatend.
De aan coke en heroïne verslaafde Marco had in oktober nog bij een consulent van de sociale dienst gezegd dat het niet goed ging. Hij wilde afkicken. ‘Hij schreeuwde gewoon om hulp’, liet de consulent optekenen bij de recherche. Vrienden hadden rechercheurs verteld dat het mis kon gaan bij Marco als hij drank en drugs combineerde.
Rechter: “U werd die avond bij Jack boos.”
Marco: “Ja, door die dingen van vroeger.”
Rechter: “Ik kan me voorstellen dat u dan bij een vriend wegloopt. Of hem een mep verkoopt. Maar dat deed u niet. U pakt een mes in de keuken. Heeft u nog gedacht: ik loop weg?”
Marco: “Nee. Pas toen ik wegliep dacht ik: wat heb ik gedaan?”.
Rechter: “Heeft u weloverwogen de spullen van Jack meegenomen? Heeft u dit allemaal van te voren bedacht? Daar zou je aan kunne denken.”
Marco: “Nee.”
De andere rechter wil achterhalen of Marco nou echt zo was geschrokken door de avances van Jack. Ze merkt op: “U zei dat u andere mannen na chatcontact masseerde. Ik neem aan dat u ze niet masseerde vanwege een stijve nek.” Marco zwijgt. Zijn hielen bewegen snel heen en weer.
De vrouwelijke rechter vervolgt.
Rechter: “Wie was Jack voor u?”.
Marco: “Een vriend.”
Rechter: “En nu?”
Marco: “Ik vind het erg.”
Rechter: “Wat?”
Marco: “Dat ik dit gedaan heb en niet meer goed kan maken.”
De vrouwelijke rechter blijft Marco met een strak gezicht aanstaren. Seconden verstrijken. Het is doodstil in de zittingszaal. De derde rechter confronteert Marco met seksueel getint emailcontact tussen hem en chatvriendjes. “Heeft u er moeite mee om te constateren dat u homoseksuele gevoelens heeft?”. Marco zegt niets.
De psycholoog en psychiater die Marco onderzochten stelden een persoonlijkheidsstoornis vast. En schreven in hun rapport dat de kans groot is dat Marco onbehandeld zeer waarschijnlijk weer de fout ingaat. Ze adviseerden tbs met dwangverpleging. “Ik vind dat prima”, zegt Marco. “Weet u wel wat dat inhoudt, tbs?”, vraagt de rechter. Marco knikt.
Dan leest de rechter een slachtofferverklaring van de vader van Jack voor. Hoe schokkend het was om zijn zoon met wie hij een innige band had, dood aan te treffen. Hoe hij zijn naam nog hardop riep in diens woning. ‘Je hoort wel eens over dit soort dingen. Maar hoopt dat het je nooit zelf overkomt.’, schreef hij.
Als de officier haar requisitoir voorleest, wordt duidelijk dat Jack in zijn bed kansloos was. Het mes had de deken die op hem lag doorboord en ook het matras. Jack moet overeind zijn
gekomen waarna Marco hem nog eens stak. Tussen die steekmomenten pakte Marco de televisie, zo vertelden bloedsporen. Jack had een alcoholpromillage van 2,4. Mogelijk was hij verrast in zijn slaap.
De officier acht moord bewezen. “Hoe diep dit in het leven van Jack’s vader heeft ingegrepen is met geen pen te beschrijven. Hij is in de woning getuige geweest van het enorme bloedbad en zal dat, net als het gemis van zijn zoon, voor de rest van zijn leven met zich mee moeten dragen”. Eis: 12 jaar en tbs met dwangverpleging.
De advocaat van Marco, Jeroen de Boer, hamert erop dat Marco handelde in een opwelling. “Marco voelde zich vernederd. Juist door degene die hij zo mocht. Marco werd ineens geconfronteerd met zijn verleden.” Geen moord dus, maar doodslag.
Marco maakt gebruik van zijn laatste woord. Om nog eens te herhalen dat hij het heel erg vindt wat er allemaal gebeurd is. Marco gaat onder begeleiding terug naar zijn cel. Vader Van der Zee veegt met een zakdoek een traan weg, als hij de zittingszaal verlaat.
Uitspraak op 10 juli