Half Nederland kent ze inmiddels. De twee amateuristisch vermomde mannen die in Den Haag een juwelier doodschoten. Zelfs de NOS bracht foto’s en de volledige voor- en achternamen naar buiten. Waar komt die ongekende openheid vandaan en wat zijn de nadelen?
De Telegraaf en het AD plaatsten gisteren de portretten van Ziya B. en Sandro G. groot op de voorpagina. De foto’s en de namen werden dit keer niet slinks van sociale media weggekaapt, maar panklaar aangeleverd door politie en justitie.
Twee ontwikkelingen spelen bij die ongeremde openheid een rol. Het snel naar buiten brengen van de volledige identiteit van verdachten past bij het ’totaal-offensief’ dat veiligheidsminister Opstelten en zijn staatssecretaris Teeven drie jaar geleden hebben aangekondigd. Het aantal overvallen was tot 2009 fors gestegen. De maatschappelijk onrust groeide en groeide, mede aangewakkerd door het politieke klimaat. Justitie trok een grens.
Vooral het forse geweld waarmee de berovingen gepaard gingen deed justitie besluiten sneller opsporingsmiddelen in te zetten die vroeger maar sporadisch werden gebruikt. Het doel heiligt de middelen. Zo snel mogelijk iemand van de straat halen, dat telt.
Het is geoorloofd al daags na een zwaar misdrijf, net als in Den Haag, een hoge beloning uit te loven. Zelfs billboards met foto’s van verdachten mogen op pleinen worden geplaatst. Wie een zwaar delict pleegt, moet niet zeuren over zijn privacy.
Justitie tekent daarbij aan dat ’proportionaliteit’ altijd een rol speelt. Simpel gezegd: het openbaar ministerie (OM) geeft alleen namen en beelden vrij als het gaat om verdachten van zeer ernstige delicten. Wie naar Opsporing Verzocht kijkt weet daarentegen dat de lat tegenwoordig laag ligt. Een parkeerautomatenkraker of een verdachte van winkeldiefstal maakt al kans op nationale bekendheid.
Het is opsporing anno 2012: alle beschikbare middelen inzetten om een dader te pakken. Via sociale media verspreiden de opsporingsgegevens zich als een komeet door de maatschappij. Justitie heeft niet alleen de techniek, maar ook de tijdgeest mee. De maatschappij is criminaliteit zat en de crisis versterkt dat gevoel.
Ook al is het aantal overvallen de laatste jaren met 22 procent gedaald, het aantal moorden met eenderde verminderd en neemt het totaal aantal aangiften al vijf jaar lang gestaag af.
Wat betreft privacy ligt de lat veel lager sinds media alle gewenste informatie zelf kunnen plukken van Hyves, Facebook en andere sociale media. Een uur na een moord, prijken soms al foto’s van verdachten op websites. Het kan en dus gebeurt het. Waar De Telegraaf mee is begonnen heeft GeenStijl versterkt en is overgenomen door het AD. Zelfs de NOS doet nu mee.
Bij de doodgeschoten juwelier valt weinig af te dingen op de keuze die is gemaakt door het Haagse OM. De camerabeelden van de juwelier laten onmiskenbaar zien dat dit de mannen zijn die een einde aan het leven maakten van juwelier Ruud Stratmann.
De privacy van de verdachten staat in geen verhouding tot die van de ernst van het delict. Verder is het zo snel mogelijk van straat halen van overvallers die niet alleen dreigen met een wapen maar er ook mee schieten ook een helder argument. Beide verdachten zijn inmiddels opgepakt. Het mediaoffensief heeft gewerkt.
Wat zijn dan de nadelen? Een theoretisch gevaar is dat look-a-alikes worden aangevallen. Dat anderen worden aangezien voor de twee Hagenaars. Een andere nadelig effect is dat de verdachten er uiteindelijk baat bij kunnen hebben wanneer zij zich in de rechtbank voor hun daden moeten verantwoorden.Rechters zijn geneigd de strafmaat bij te stellen wanneer er sprake is van trial by media. Oftewel, de verdachte is door de media-aandacht en het vrijgegeven van de identiteit al voldoende gestraft: We halen er een paar maanden van af.
Dan is er nog het onveiligheidsgevoel dat wordt vergroot door de ’open jacht’. Wie de media de laatste dagen volgt, kan het idee hebben dat je in Nederland niet meer veilig over straat kunt. Nederland in staat van oorlog.
Maar wie praat hier nog over, als beide Haagse verdachten straks door de rechter zijn bestraft.
(Inmiddels zijn zowel Ziya B. als Sandro G. uit Den Haag aangehouden)