Gastcolumn Het Pleidooi: ‘Niet zomaar je DNA laten bepalen!’

Yvonne Kikkert

Vandaag begint een nieuwe reeks gastcolumns van advocaten in de rubriek Het Pleidooi. Ze beschrijven een bijzonder proces, geven hun mening over een opvallende ontwikkeling op het gebied van de rechtspraak of politie/justitiezaken of vertellen gewoon een mooi verhaal.

Mr. Yvonne Kikkert van Bierens en Van Boven Advocaten in Assen trapt af. Ze stond vorig jaar de man bij die tot vier jaar cel werd veroordeeld voor ‘grooming’ en de verkrachting van een 12-jarig meisje uit Eelde. Kikkert deed ook de Scream-overvallenzaak. Tieners pleegden in Drenthe gewapende overvallen met maskers op.

 

‘Niet zomaar je DNA laten bepalen’

‘De laatste tijd hoor je het vaker; opgeloste strafzaken door een zogeheten DNA-match. Een recent voorbeeld hiervan is de oplossing van de moord op Andrea Luten. In deze zaak werd DNA afgenomen van iemand in verband met huiselijk geweld. Na bepaling van het DNA en invoering hiervan, bleek dat er een match was met de zaak van Andrea Luten. De verdachte bekende, de rechters veroordeelden, case closed.

Read more

Advocaten praten in nieuwe reeks Het Pleidooi

Het Pleidooi

Na een proefsessie met gastcolumns van advocaten in de rubriek HetPleidooi op www.mickvanwely.nl, start deze week een nieuwe reeks. Eens per twee weken laten strafpleiters uit het hele land hun licht schijnen op een actueel proces, een ontwikkeling op het juridische vlak of vertellen ze over een eigen, bijzondere ervaring. De proefreeks met bijdragen van Esther Vroegh over de Tiburgse taximoord, ‘coffeeshop-advocaat’ André Beckers (van onder meer de Checkpoint-zaak in Terneuzen) en Fred Kappelhof (Groninger hiv-affaire) werd goed gelezen.

Wilt u ook een bijdrage leveren aan Het Pleidooi? Mail naar mickvanwely@gmail.com

‘Politie maakt misbruik van controlebevoegdheid toezichthouders’

Beckers in de Checkpoint zaak Terneuzen (foto Gonzo media)

In de gastcolumnrubriek HetPleidooi deze week de ‘coffeeshop-advocaat’ André Beckers van Beckers en Bergmans Advocaten in Maastricht. Zijn in Maastricht gevestigde praktijk richt zich voornamelijk op de cannabisbranche. In 1991 richtte de oud-commando en politieman een adviesbureau voor coffeeshops en growshops op. Als advocaat behandelt hij door het hele land voornamelijk zaken op het gebied van het strafrecht en het bestuursrecht. Beckers is lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten.

Politie maakt misbruik van controlebevoegdheid toezichthouders

Nederland is een rechtsstaat. Dat betekent dat wij als burger in de wet worden beschermd tegen dwang en willekeur van de overheid. Zo mag de politie niet lukraak mensen aanhouden en ook niet zonder gegronde reden  panden en woningen betreden om te controleren of zich daar strafbare feiten voordoen.

Read more

Gastcolumnist Het Pleidooi: Straffen te laag of rechters te lief?

De gastcolumnist deze week voor de rubriek Het Pleidooi is Mr. Maartje Schaap van DeHaanAdvocaten in Groningen. Het kantoor De Haan doet een aanzienlijk deel van de moord- en doodslagzaken in de provincie Groningen. Schaap stond onder meer de verdachte bij van een mishandeling in het Groninger uitgaansleven, die leidde tot de dood van een stapper.

 

Maartje Schaap

Straffen te laag of rechters te lief?

 Strafrecht leeft! Door de media worden we dagelijks geconfronteerd met het strafrecht in binnen-  en buitenland. Twitterende rechters, officieren van justitie , advocaten en rechtbank journalisten dragen daar een steentje aan bij. Zij brengen het strafrecht onder de mensen.

Inhoudelijk worden zaken besproken, de strafeisen besproken en niet onbelangrijk het eindoordeel van de rechtbank,  het vonnis,  wordt bekend gemaakt. Op die manier komt hetgeen zich  binnen de rechtbankmuren afspeelt wat dichterbij.

 

Persoonlijk vind ik het een goede ontwikkeling dat de rechtspraak toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek.  Maar het zou nog veel beter  zijn  als het publiek eens een strafzaak bijwoont. Dat kan  namelijk. Strafzaken zijn (met uitzondering van jeugdzaken) openbaar.

Read more

Gastcolumn Het Pleidooi: over bekentenissen, undercovers en medeplegen

In de gastcolumnrubriek Het Pleidooi dit keer een bijdrage van Mr. Esther Vroegh van Mesland & Vroegh Advocaten in Haarlem. Vroegh staat één van de drie Poolse verdachten bij van de Tilburgse taximoord. De topadvocate deed eerder de Snelkookpan-moord, de Purmerendse kindermoorden en stond de Hells Angels bij in de Acroniem-zaak.

 

Mr. Esther Vroegh

De Tilburgse taximoorden

A.s. donderdag en vrijdag dient eindelijk de inhoudelijke behandeling van de moord op een taxichauffeur die op 9 oktober 2010 heeft plaatsgevonden in Kaatsheuvel. Na heel wat speurwerk zijn er de afgelopen maanden drie Polen gearresteerd, waaronder mijn cliënt.

Ogenschijnlijk lijkt dit een overval, zoals er zovelen worden gepleegd maar dan een met een dramatische dodelijke afloop. Echter, na overname van de vorige advocaat, en na grondige bestudering van het dossier viel mij een aantal zaken op.

Ten eerste zijn er geen goederen weggehaald, dus niet de (dure) taxi van het slachtoffer, noch zijn Iphone, zijn navigatie, geld of andere eigendommen. Dat is eigenaardig want inherent aan een overval is het feit dat er spullen van een ander worden weggehaald tenzij de dader(s) gestoord zijn. Maar daar blijkt niets van in het dossier, immers: er zijn geen ooggetuigen die kunnen verklaren wat er gebeurd is en wie ze gezien hebben.

Een fatale rit

Wat verder opvalt, is dat de eerst aangehouden verdachte, Adrian W. , zowel bij de Poolse autoriteiten als in het cellencomplex tegenover een undercover agent een volledige bekentenis aflegt.

Een undercover is een politieambtenaar die zich voordoet als celgenoot of zelfs als een maatje en lotgenoot en op deze wijze probeert informatie te verkrijgen en bewijs te verzamelen. Deze operaties zijn vaak riskant. Zeker in juridische zin. Want wanneer legt iemand in alle vrijheid een verklaring af en wanneer worden hem woorden in de mond gelegd of wordt hij uitgelokt om informatie prijs te geven?

In een officieel verhoor liggen die gevaren minder voor de hand omdat de verdachte dan ook formeel te kennen wordt gegeven dat hij het recht heeft om te zwijgen en geen medewerking te verlenen. De infiltrant mag een verdachte niet uitlokken en niet handelen in strijd met het Tallon-criterium en het provocatieverbod. Volgens justitie is dat natuurlijk niet gebeurd; de verdachte en zijn raadsman zullen daar waarschijnlijk anders over denken. De rechtbank zal zich over de moeilijke vraag moeten buigen wat de validiteit is van de bekentenissen van deze verdachte.

Vaststaat dat de drie verdachten in de taxi zijn ingestapt en die taxi op zeker moment hebben verlaten. Maar:

Wie heeft er geschoten en wie wisten van tevoren dat er een doorgeladen pistool in de auto voorhanden was?

Was er een gezamenlijk plan om de chauffeur van het leven te beroven en hebben een of meerdere verdachten daar uitvoering aan gegeven?

Of richtte dat plan zich enkel op het beroven van de taxichauffeur?

Maar waarom zijn de goederen dan niet meegenomen?

De officier van justitie zal ook zeker bepleiten dat degenen die wellicht niet geschoten hebben, zich in ieder geval niet gedistantieerd hebben van het gebeuren. Andere vraag is of de andere verdachte(n) de schutter hadden kunnen weerhouden van zijn dodelijke actie. De feitelijke en juridische vraag die de rechtbank zal moeten beantwoorden, is of het zich distantiëren van de moord c.q. doodslag überhaupt (praktisch) mogelijk was?

Al met al, ondanks de vreselijke ellende voor de familie, nabestaanden en collega’s van het slachtoffer, een feitelijk en juridisch interessante kwestie.

Wordt vervolgd……

Mr. Esther P. Vroegh

 

Het pleidooi: ‘appeleren is riskeren’

Mathieu van Linde

Strafrechtadvocaat Mathieu van Linde van Blokzijl Advocaten in Groningen trapt af in de gastcolumnrubriek voor advocaten, Het Pleidooi. Van Linde is de advocaat van Alasam S. In april 2011 doodde S. binnen een uur een vrouw en politieagent in Baflo en beschoot twee anderen.

In november 2010 werd Van Linde door true crime magazine Koud Bloed gekozen tot één van de tien beste jonge topadvocaten.

 

Appelleren is riskeren


In het Nederlandse bestuursrecht is ‘reformatio in peius’ verboden.

Dit is een Latijnse term die in het recht wordt gebruikt om de situatie aan te duiden dat een burger door het instellen van bezwaar of beroep er nog slechter voor komt te staan dan wanneer hij dat niet had ingesteld.

Voor het strafrecht geldt dit niet, daar geldt het adagium ‘appelleren is riskeren’.

Jaren geleden ondervond Ferdinand dat aan den lijve. Hij ging in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank om 240 uur werkstraf uit te voeren. Daarnaast kreeg hij een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.

Ferdinand was het niet eens met zijn veroordeling voor ontucht met een gestoorde, zoals de kwalificatie luidde. Juridisch had hij een punt. Het was namelijk zeer de vraag of uit het dossier kon worden vastgesteld dat het slachtoffer leed aan een psychische stoornis en dat het daardoor niet of onvolkomen in staat was zijn wil ten aanzien van de gepleegde seksuele handelingen te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. De Hoge Raad vereist dat wel.

Hoe dan ook, Ferdinand kreeg de klep flink op zijn neus. Het hof veroordeelde hem voor dezelfde feiten tot 18 maanden celstraf. Vooraf had ik hem het hoger beroep afgeraden, omdat ik de risico’s te groot vond. Gelukkig had ik dat advies ook schriftelijk vastgelegd.

Dat het ook anders kan bewees Hans.

Hans ging in appèl tegen een aantal diefstallen met braak, een poging zware mishandeling en een bedreiging. Vonnis rechtbank: 18 maanden gevangenisstraf. Bijzonder aan Hans was dat hij gedurende de gehele procedure de kaken op elkaar had gehouden. Zowel bij de politieverhoren als bij de rechtbank beriep hij zich in alle toonaarden op zijn zwijgrecht.

Ook bij het hof weigerde hij meer te zeggen dan dat hij de straf te hoog vond. Hij wilde zelfs geen toelichting geven op de vraag waarom hij de straf te hoog vond. Het bracht de advocaat-generaal tot de verzuchting:

Als verdachte het niet eens is met de opgelegde straf, verwacht ik dat hij tenminste argumenten geeft om tot een andere straf te komen. Op deze manier heeft het appèl toch geen enkele zin.

Hans zweeg. Het hof legde Hans later 16 maanden celstraf op.

Soms loopt een verdachte geen enkel risico in hoger beroep, bijvoorbeeld wanneer een levenslange gevangenisstraf of een ISD-maatregel is opgelegd. Er valt dan voor de verdachte niets te verliezen. Rachid viel in die laatste categorie. De rechtbank had hem de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar. Rachid zat die maatregel een aantal jaren geleden al uit, maar had nu besloten dat niet nogmaals te willen.

Het hoger beroep bleek een tenen krommende vertoning, waarover ik eerder al twitterde.

De door het hof opgeroepen getuige-deskundige van de reclassering, bleek voorafgaand aan de zitting een 10-regelig rapportje te hebben gestuurd waarin stond dat zij in samenspraak met haar leidinggevende had vastgesteld dat haar fysieke aanwezigheid ter zitting geen toevoegde waarde had ten opzichte van de eerder uitgebrachte rapportage. Desondanks moest ze verschijnen.

Ook op zitting liet de reclasseringswerker duidelijk blijken het onzin te vinden dat ze was opgeroepen. Op vragen van het hof wat er precies met de verdachte zou gaan gebeuren indien aan hem de veelplegersmaatregel zou worden opgelegd, antwoordde ze:

Ik heb geen idee”. Om te vervolgen: “Ik kan niet gespecificeerd over deze verdachte iets zeggen.” Er waren volgens haar anderen binnen de reclassering die daar veel meer over konden vertellen, maar wat precies bleef onduidelijk.

Het bracht één van de raadsheren tot de opmerking: “U stelt een rapport op, maar doet of u de verdachte niet kent. Dat u die houding inneemt er hier kauwgom kauwend en wel binnenkomt, daar heb ik moeite mee.

Uit het vervolg van het verhoor bleek dat in het rapport kruisjes verkeerd stonden. Dat was een systeemfout en kwam wel vaker voor. De administratie had dat behoren te verwijderen. Toen tot slot de vraag kwam waarom de reclassering eigenlijk had geadviseerd de ISD op te leggen, werd alles in één klap duidelijk:

Dat moest van de officier van justitie”.

Aan het eind van de zitting besloot het hof de voorlopige hechtenis van Rachid op te heffen en hem onmiddellijk in vrijheid te stellen. De reeds ondergane periode van voorlopige hechtenis was meer dan genoeg. Het laat zich raden dat het hof over twee weken niet opnieuw de ISD-maatregel zal opleggen.

Soms brengt hoger beroep dus alleen risico’s mee voor de reclassering en het openbaar ministerie. Ik hoop maar dat ze ervan hebben geleerd en niet zullen recidiveren.

Reageren? mickvanwely@gmail.com