De man met 1870 dagen

Knallen in een klein straatje
Knallen in een klein straatje

In Groningen werd begin februari een 33-jarige man opgepakt die nog 1870 dagen moest zitten. Nieuwsgierig naar het misdrijf waarvoor de man was veroordeeld en het verhaal achter de ‘vlucht’, ben ik wat gaan graven. Het verhaal(tje) van S.G.

Op 11 april wordt de Haddingedwarsstraat in Groningen opgeschikt door pistoolschoten. Getuigen zien dat een twintiger op een brommer zijn vuurwapen richt op een rennende man en de trekker overhaalt. De schutter en een andere brommerrijder gaan er daarna vandoor. In de nabijgelegen Oosterstraat worden ze opgepakt door de politie.

Een chirurg haalt een paar uur later bij de beschoten man in het ziekenhuis een kogel uit de bovenarm. De Groninger heeft geluk gehad dat slechts één van de kogels hem raakte. Het had ook anders kunnen aflopen.

Bij de politie verklaren getuigen en verdachten dat de schietpartij een represaillemaatregel was. De beschoten man zou de schutter S. G. met roddels in kwaad daglicht hebben gesteld. G. zou daardoor verstoten zijn door zijn familie. Volgens een medeverdachte wilde G. de man een les leren en had hij daarom een vuurwapen aangeschaft.

Op 11 augustus 2011 veroordeelt de Groninger rechtbank G. tot zes jaar cel voor een poging moord en wapenbezit.

G. gaat in beroep. En met succes. Hij wordt door het Hof wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken van het schieten. Er zou gesjoemeld zijn door rechercheurs met verklaringen. G. krijgt twee maanden cel voor wapenbezit. De Groninger mag de bajes verlaten.

G., die op de schietpartij na een ‘schoon’ verleden heeft, pikt zijn leven weer op. Hij krijgt twee kinderen en gaat werken in een Turkse supermarkt in de Nieuwe Ebbingestraat in Groningen. Later krijgt hij nog een leidinggevende functie in een winkel in de Oude Ebbingestraat.

Maar: justitie gooit roet in de ‘resocialisatie’ van G. Het openbaar ministerie pikt de vrijspraak niet en gaat in cassatie. De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar het Hof. En die volgt de lijn van de Groninger rechtbank.

G. wordt in december 2011 veroordeeld tot vijf jaar cel. Een klein jaar later is het vonnis onherroepelijk.

Mr Cees
Mr Cees Eenhoorn

G. moet alsnog de cel in voor de schietpartij, maar heeft daar weinig zin. “Ik heb hem geadviseerd om zich te melden bij de politie, maar dat heeft hij niet gedaan”, vertelt zijn advocaat Cees Eenhoorn van De Haan Strafrechtadvocaten.

Ruim twee jaar lang wist G. uit handen van de politie te blijven. Maandag 3 februari werd hij gepakt na een tip. Waar? In de supermarkt in de Nieuwe Ebbingestraat.

G. had geen identiteitspapieren en gaf een valse naam op. Op het hoofdbureau van de Groninger politie viel hij door de mand nadat persoonskenmerken van hem in een registratiesysteem waren herkend.

“Ik heb hem inmiddels gesproken. Hij was niet echt vrolijk”, aldus Eenhoorn. G. moet nu nog ongeveer drie jaar zitten.

Mick van Wely

NB: S.G. is inmiddels geen eigenaar meer van de supermarkt in de NW Ebbingestraat

Gezochte Roemeen ‘Tjeukemeer’ opgepakt

De tattoo's van H. werden op Opsporing Verzocht getoond
De tattoo’s van H. werden op Opsporing Verzocht getoond

De politie in Denemarken heeft de Roemeen George Marian H. (26) opgepakt. De man wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van Omar Kourrich (35) uit Amsterdam. Het zwaar verkoolde lichaam van Kourrich werd op 20 juni aan het Tjeukemeer gevonden.

Tegen H. ging half oktober een internationaal opsporingsbevel uit. De noordelijke recherche ontdekte dat hij contacten onderhield met de twee eerder opgepakte verdachten uit Amsterdam. Een vader en een zoon.

De Roemeen zonder vaste woon- of verblijfplaats is al eerder in Nederland veroordeeld voor sigarettensmokkel, inbraken en diefstal. In Denemarken werd hij gezocht voor inbraken en diefstal. Mogelijk ligt een conflict over een wietkwekerij ten grondslag aan de moord.

Nederland heeft gevraagd om uitlevering van H.

Meer over de moord op Kourrich: hier

Record wietvangst

Veel wiet, klein gehucht
Veel wiet, klein gehucht

De provincie Drenthe was tot op een jaar geleden een middenmotertje op het gebied van de groene industrie of wietproductie. Maar dit jaar worden er veel forse kwekerijen opgerold. Dinsdag ontmantelde de politie de grootste van het Noorden dit jaar.

Huis ter Heide: een gehuchtje tussen Assen en Norg. In een woning aan de vaart in het dorp ontdekte de politie dinsdag een wietkwekerij met 3500 planten en 1000 stekken. Justitie rekent bij het plukken van wietcriminelen 28,2 gram per plant. Met een verkoopwaarde van vier euro per gram genereert zo’n kwekerij een opbrengst van bijna vier ton aan euro’s.

Eén hennepmoord
Eén hennepmoord

Achter kwekerijen van deze omvang zitten doorgaans criminele organisaties. De investering is groot, de opbrengst ook. In Drenthe ontmantelde de politie dit jaar naast de kwekerij in Huis ter Heide, nog drie andere wietkwekerijen met meer dan 1000 planten. In juli werd onder het huis van de bekende jonge auto-ondernemer Robbin R. (21) in De Kiel een kwekerij van 1340 planten ontdekt.

Groningen is koploper in het Noorden wat betreft het aantal opgerolde kwekerijen, gevolgd door Friesland en Drenthe. Eén moord, die op Henk Eker in Oosterwolde in januari,  kende een hennepachtergrond. Er waren ook overvallen op coffeeshophouders thuis en meerdere rips van wietkwekerijen. Dat, zoals de politie vaak roept, de hennepwereld verhardt is een feit.

Grote wietkwekerijen dit jaar in het Noorden:

Huis ter Heide (Dr) : 3500 planten  en 1000 stekken

Groningen (Gr): 3500 planten

Wolvega (Gr) : 2000 planten

Appingedam (Gr): 1760 planten

Harkstede (Gr) : 1645 planten

Winschoten (Gr): 1500 planten

De Kiel (Dr) : 1340 planten

Groningen (Gr): 1300 planten

Meeste aanhoudingen: bij een inval in een kwekerij in het Friese Langedijke (augustus) pakte de politie elf mensen op. In het Groningse Wildervank waren acht mensen aan het knippen toen de politie de kwekerij binnenviel (augustus).

Drugs en staat: van soft naar streng

In het Rijksmuseum in Amsterdam prijkt een vitrine met daarin een presenteerdoos (1894) voor opium. Een populaire drug aan het eind van de negentiende eeuw. De distributeur was alleen toen niet een man op een scooter, maar de staat. De overheid als drugspusher. Dat is nu ondenkbaar.

Opium: lievelingsdrug van topdichters
Opium: lievelingsdrug van topdichters

Drugs zijn niet alleen iets van de 21ste of 20ste eeuw. Een Nederlander die tegen 1890 naar Java ging kon er prinsheerlijk aan een opiumpijp lurken. De dichters Slauerhoff en Bilderdijk waren fervent opiumgebruikers. Blijdschapsplant werd de papaverplant genoemd.

Louter en alleen plezier was er niet. Miljoenen mensen raakten verslaafd aan de drug. En zoals in Miami in de jaren tachtig en negentig van de vorig eeuw de cocaïne-oorlogen werden uitgevochten, voerden de Fransen samen met de Engelsen en Amerikanen oorlogen met China met als inzet de opiummarkt. Drugs en geweld: ook van alle tijden.

Eind negentiende eeuw zette de Nederlandse staat een bijzondere stap. Opium werd legaal. De staat werd distributeur: ‘drugspusher’.

De reden was niet alleen de winst die de staat wilde opstrijken. Ook zag de staat in dat door regulatie de opium van betere kwaliteit zou zijn en de omvang van smokkel met alle criminele neveneffecten kon worden teruggedrongen.

De gedachte was: zolang er vraag is naar opium, komt de drug er toch. Geen staat die dat kan stoppen. Dan maar beter reguleren en er ook belasting over heffen.

Capone: groot door het drankverbod
Capone: groot door het drankverbod

Aan het begin van de twintigste eeuw werd in Amerika duidelijk hoe een verbod op genotsmiddelen de georganiseerde misdaad groot kan maken. De maffia wist vooral dankzij de drooglegging te groeien. Toen de staat inzag dat het verbod op alcohol een averechts effect had, werd het alcoholverbod weer afgeschaft.

De staat zag: er is altijd behoefte aan drank, En die drank komt toch bij de consument. Hoe meer repressie van de overheid, hoe lucratiever de handel en hoe meer criminaliteit.

Een sprongetje naar Nederland in de jaren tachtig: het decennium waarin de georganiseerde misdaad tot wasdom kwam. De zware jongens hadden hun opkomst te danken aan drugs. Of liever: aan het verbod op drugs. Hoe beter de opsporingsinstanties hun best deden, hoe lucratiever de handel in dope werd.

Heeft de bestrijding van drugs in Nederland en de rest van de wereld, de ‘war on drugs’ het beoogde effect bereikt? Ik denk het niet. Eerder een averechtse effect.

Perez: war against drugs schiet niet op
Perez: war against drugs schiet niet op

Er is wereldwijd een kentering te zien op het gebied van drugsbeleid.  Uruguay legaliseert de productie en consumptie van wiet volledig. President Otto Pérez van Guatemala pleitte in maart 2012 in Honduras voor totale legalisatie van alle drugs. Volgens Pérez heeft de jarenlange strijd tegen de drugssmokkel alleen maar geleid tot duizenden doden in Midden-Amerika.

Een hypocriet signaal van een man met boter op zijn hoofd? Nee: een noodkreet van een ervaringsdeskundige. Wat drugsbestrijding betreft dan.

Zelfs het conservatieve Amerika gaat overstag. Wietconsumptie werd vorig jaar in twee staten gelegaliseerd. De overheid ziet de gevangenissen uitpuilen. De minister van justitie pleitte in augustus voor de verlaging van straffen voor niet-gewelddadige drugsdelicten.

Nederland gaat juist de andere kant op. De wietpas is een goed voorbeeld. Een stap terug in de tijd. Overal gaan stemmen op voor regulering  van de hennepteelt, maar Opstelten blijft maar nee schudden. Nederland is wat betreft het drugsbeleid van progressief naar conservatief gegaan.

Voor de bestrijding van drugs zijn grofweg drie argumenten te noemen. Het moralistische is het minst sterke argument.

Waarom zou je geen drugs mogen gebruiken en wel alcohol of tabak? Is het slikken  van een xtc-pil verwerpelijker dan het consumeren van drank? Is stoned zijn erger dan zat zijn? Even los van het feit dat drugs nu illegaal zijn.

Volgens cijfers van de Jellinek-kliniek (cijfers zijn van 2010) zijn in Nederland 477.000 mensen verslaafd aan alcohol. Ruim 36.000 hiervan zijn in behandeling. Het aantal drugsverslaafden bedraagt bijna 140.000. De groep ernstige verslaafden is even groot als bij alcohol: rond de 36.000.

De sigaret kost veel meer levens dan drugs
De sigaret kost veel meer levens dan drugs

Maar nu wordt het interessanter. Hoe zit het dan met doden als gevolg van alcohol- en drugsgebruik? In 2009 stierven 4411 mensen door gebruik van alcohol en 19245 door het gebruik van tabak. Het aantal drugsdoden bedroeg  330 (cijfers: Jellinek-kliniek).

Op het tweede argument, het gezondheidsrisico door drugsgebruik, valt dus ook wel wat aan te merken.

Blijft over het derde argument: de criminaliteit. De consumptie van drugs werkt criminaliteit in de hand, is een veelgehoorde mantra.

Maar de criminaliteit is juist het gevolg van het bestaande verbod op drugs. Wordt het verbod opgeheven, dan daalt de prijs van drugs enorm. Handel wordt minder lucratief en doordat de prijs daalt hoeft de gebruiker minder op het criminele pad om te scoren.

Een van de meest geslaagde projecten die de Nederlandse staat heeft bedacht in de strijd tegen de drugsproblematiek, is de vrije verstrekking van heroïne aan verslaafden.

De klassieke junk was in de jaren tachtig en negentig de grootste onruststoker op het gebied van openbare orde en veiligheid. De veelpleger was van oorsprong heroïnejunk. Door vrije verstrekking is de noodzaak om criminele delicten te plegen voor het scoren van drugs, minder geworden. Dat is slim omgaan met een probleem.

Er komt steeds meer coke  naar Antwerpen
Er komt steeds meer coke naar Antwerpen

Tegenhouden van drugs heeft weinig zin. In ieder dorp in Nederland is zonder enig probleem iedere drug te krijgen. Maandelijks meldt justitie dat er een container met honderden kilo’s coke in beslag is genomen in de haven van Rotterdam. In Antwerpen wordt ieder jaar weer meer coke onderschept. Vorig jaar al 15.000 kilo (!).

Zolang er een markt is, zijn drugs verkrijgbaar. Overal en met het grootste gemak.

Het is verleidelijk om te denken aan het  legalisatie- en/of reguleringsscenario. Als Nederland alle drugs zou legaliseren zou de kwaliteit beter zijn met daardoor minder kans op overlijdensgevallen, zoals xtc-doden. De criminaliteit wordt een stuk minder en de staat bespaart vele honderden miljoenen euro’s.

Een tiende van het huidige budget aan drugsbestrijding zou al genoeg zijn voor hulp aan problematische drugsgebruikers. En bij legalisatie zullen er ongetwijfeld meer problematische gebruikers zijn. Geld kan ook besteed worden aan goede voorlichting op scholen.

Legalisering of regulering zal er waarschijnlijk nooit komen. Zeker niet in het huidige politieke klimaat. De angst voor wat komen gaat is, volkomen begrijpelijk, groot. Gaan mensen massaal aan de dope?

Nederland krijgt ruzie met de andere Europese landen en de grote werkverschaffer die drugsbestrijding heet, komt in zwaar weer. Duizenden mensen raken mogelijk hun baan kwijt. En als dope legaal wordt, hoe gaan we dan de inkoop en productie regelen?

Lastig. Maar met het huidige drugsbeleid is het in ieder geval dweilen met de kraan open.

Een volstrekt andere visie? Graag: mail naar mickvanwely@gmail.com

Aan te raden literatuur: Het utopisme van de drugsbestrijding, Egbert Tellegen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

. De Nederlandse staat voerde eind negentiende eeuw in Nederlands-Indië de opiumregie in

 

 

Gastcolumn: Doedens en andere dandy’s in de advocatuur

Mr. Jeroen Nijboer
Mr. Jeroen Nijboer

Gastcolumnist voor de advocatenrubriek HetPleidooi is Jeroen Nijboer van AusmaDeJongAdvocaten in Utrecht. De strafpleiter Nijboer is gespecialiseerd in zaken met een internationaal karakter (bv WOTS en uitlevering).

Nijboer schrijft dit keer over zijn studententijd en dandy’s in de advocatuur. Nijboer kan er over meepraten. Hij werkte bij Moszkowicz Advocaten en is kantoorgenoot van dandy Willem Jan Ausma.

 

Hoe de dandy verdwijnt uit de strafrechtadvocatuur

‘Toen ik nog studeerde vulde ik mijn begrotingstekort aan door tot in de vroege uurtjes achter de bar te staan in café ‘de Kijker’ in Utrecht. Café de Kijker, dat door het interieur met een lange bank, de vele spiegels en kleine ronde tafeltjes de allure had van een Parijse bistro, kende bijzondere gasten.

Onder de vaste bezoekers waren jongens van de boksschool op de Biltstraat, journalisten, studenten, af en toe wat verdwaalde penoze, universiteitsmedewerkers en de altijd onberispelijk geklede en perfect gecoiffeerde Piet Doedens.

Ik weet nog goed hoe eigenaar Barry mij aan hem introduceerde. Kennelijk zag hij dat de strafpleiter registreerde dat er weer een nieuweling achter de bar stond. “Dat is Jeroen Piet, hij studeert rechten”.

Piet Doedens
Piet Doedens

Piet Doedens keek mij aan met een blik die mij direct ongemakkelijk deed voelen. Ik kende zijn reputatie en ik had geen idee welke kant dit gesprek op zou gaan. Er zullen vele getuigen zijn die Doedens in zijn carrière heeft gehoord die zich nog vele malen ongemakkelijker moeten hebben gevoeld.

Want deze op het oog keurig nette heer, een beetje klein van stuk, kon mensen met zijn vragen binnen no time uit hun comfort zone halen. “Oh, en vind je het nog wat aan?”. “Ja”, zei ik, “ik vind het heel interessant”. Met iets beters kon ik niet komen.

“Wat is daar nou interessant aan, rechten; dat is toch niets meer dan een spoorboekje uit je hoofd leren?”. “Geef Piet maar een witbiertje Jeroen”, redde Barry mij.

Toen de strafpleiter zijn ronde door het Utrechtse nachtleven voortzette werd mij nog verteld dat Doedens in het verleden regelmatig piano speelde in het café. Ongrijpbaar is het woord dat op deze dandy misschien nog wel het meest van toepassing was.

Getuigen kregen geen vat op hem, maar rechters evenmin. Kwam Piet Doedens te laat op een zitting dan gaf hij doodgemoedereerd de NS de schuld.

Ik heb hem een aantal malen tijdens zittingen en getuigenverhoren mogen meemaken. Het was een feest voor een jonge strafpleiter om te aanschouwen hoe hij alle tijd nam, nee afdwong, om getuigen van A tot Z en weer terug door te zagen.

Het was theater, of het nu verwondering was of verontwaardiging, dat ik een acteur nog niet zie naspelen, tot in de perfectie uitgevoerd. Om gezondheidsredenen moest deze Utrechtse meester enkele jaren geleden noodgedwongen stoppen.

Doedens behoorde tot een bijzondere generatie strafpleiters die zich vooral manifesteerde in het tijdperk van het Hakkelaar-proces en de IRT-affaire. Een generatie die niet is opgegroeid met de strakke kaders die de advocatuur inmiddels begrenzen. Eigenzinnig, flamboyant, rebels, maar vooral autonoom, kritisch en voor de duvel niet bang. Die eigenschappen worden in de beroepsgroep steeds minder gewaardeerd.

Theo Hiddema
Theo Hiddema

Generatiegenoot Hiddema kwam recent in conflict met de deken vanwege de door hem gebezigde kwalificatie ‘addergebroed’. En ook het verhaal Moszkowicz is bekend. Hij werd door de tuchtrechter in twee instanties geschrapt. Doodzonde.

Bram Moszkowicz, wat je ook van hem en het onverbiddelijke oordeel van de tuchtrechter vindt, was een strafpleiter pur sang. De jas van de zittingszaal paste hem als geen ander. Ik bewonderde hem om zijn fenomenale presence maar ook om zijn prachtige taalgebruik, soms verrijkt met Franse invloeden.

Geïnterviewd door Jeroen Pauw in 5 jaar later zei hij; “ik geloof dat ik au fond geen rotzak ben”. Met hem verdween een van de laatste dandy’s uit de strafadvocatuur.

De tijd dat de strafrechtadvocatuur werd gekenmerkt door markante persoonlijkheden is niet meer. De strafpleiter van nu wordt steeds meer begrensd door (gedrags-)regels en verordeningen, al dan niet onder invloed van de dreiging van het instellen van extern toezicht; staatstoezicht.

Cash afrekenen: lastiger
Cash afrekenen: lastiger

Recent is door de orde bepaald dat advocaten binnenkort geen contante geldbedragen boven de € 5.000 meer mogen aannemen. De advocaat van nu kan slechts zijn beroep nog uitoefenen wanneer hij bereid is zich te conformeren aan het almaar uitdijende spoorboekje.

Evenredig aan de aanscherping van de voorwaarden dreigt de advocatuur kleur te verliezen. De diversiteit van het individu is inmiddels volledig ondergeschikt geraakt aan de uniformiteit van de beroepsgroep.

Soms lijkt vergeten te worden dat de advocaat in de eerste plaats op zijn pleidooi zou moeten worden beoordeeld. Ons DNA, waarin onafhankelijkheid ooit de sterkst vertegenwoordigde component was, verandert.

Misschien kunnen we niet om deze, soms noodzakelijke, ontwikkelingen heen -en vroeger is zeker niet per definitie beter- maar ik zie in het kielzog van die ontwikkeling de passie voor het metier en de daarbij behorende romantiek verloren gaan.

Zoals de krakende houten vloeren van het oude Amsterdamse gerechtshof aan de Prinsengracht inmiddels plaats hebben gemaakt voor het klinische marmer aan het IJ.’

Café de Kijker bestaat overigens ook niet meer.

Jeroen Nijboer 

Een ton en een lichaam (update)

Een ton met een lichaam
Een ton met een lichaam

Een ‘Brillemannetje’ in het Limburgse Stevensweert. In een vijver is een vat gevonden met een lichaam erin. De recherche, en dat is niet zo vreemd, gaat uit van een misdrijf. Het is nu wachten op nieuws van het Nederlands Forensisch Instituut over de identiteit van de persoon.

De kickbokser en lijfwacht van Klaas Bruinsma, Anton Brilleman, werd in 1985 eveneens in een vat in het water teruggevonden. Dat was in Gelderland, bij de veerpunt Brakel-Herwijnen. Na de onfortuinlijke Brilleman volgden nog andere criminelen die eindigden in een ton.

Echt ligt vlakbij Stevensweert
Echt ligt vlakbij Stevensweert

De grote vraag is: van wie is het lichaam dat al grotendeels was ontbonden? Stevensweert ligt op exact 6,6 kilometer van Echt. Echt is of was de woonplaats van de in maart 2012 verdwenen autohandelaar en -coureur Hugo Charles. Een fascinerende vermissingszaak.

De politie zei aanvankelijk tegen media dat de lugubere vondst niet te maken heeft met ‘recente vermissingen’. Wat is recent? Ik heb de vraag vandaag zelf eens gesteld. Het antwoord van de Limburgse politie: we sluiten helemaal niets en niemand uit, omdat de identiteit van de man nog niet is vastgesteld.

Aan de hand van een DNA-profiel (gebitgegevens kan ook) moet de identiteit van de man of vrouw uit het vat bepaald worden. En dat kost tijd bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Recente moordzaken hebben er voorrang vanwege de lange wachttijden. Is er een profiel, dan moet er nog DNA van dezelfde persoon in de landelijke DNA-databank zitten voor een ‘hit’.

Even wachten dus nog op duidelijkheid.

(Begin november meldt de politie dat de vermoorde man een Duitser is, die al enige tijd vermist was. Om onderzoeksredenen wordt zijn identiteit niet bekend gemaakt.)

Mogelijk roofmoord in Exloo

Het huis van het echtpaar Veenendaal
Het huis van het echtpaar Veenendaal

Een raar verhaal in Exloo. Het echtpaar Veenendaal wordt eind juli thuis dood aangetroffen. De doodsoorzaak is volstrekt onduidelijk, maar er lijkt sprake van zelfdoding. Toch zijn er redenen om te denken dat derden de hand hebben gehad in de dood van Jan en Greet (77).

De Bosrand heet de straat waaraan de ruime bungalow van het echtpaar staat. Een toepasselijke naam voor de verharde weg die grenst aan een bosrijk gebied.

Op 28 juli bellen de kinderen van het echtpaar ongerust de politie als ze dagen niets van hun ouders hebben gehoord en een kijkje nemen in het huis. Jan en Greet liggen dood op hun bed.

In eerste instantie denkt de politie aan zelfmoord. Maar de doodsoorzaak is volstrekt onduidelijk. Een eerste schouw levert geen duidelijkheid op, een tweede evenmin en ook sectie brengt geen helderheid.

Verdachte omstandigheden zijn er wel.

De kinderen luisteren de voicemail van het echtpaar dat al 38 jaar aan de Bosrand woont af. ‘We zijn op vakantie’, meldt het telefoontoestel. Dat is vreemd: de kinderen weten niets van een vakantie en bovendien, zo concluderen de kinderen, klinkt de boodschap wat curieus. De manier van praten roept vragen op: past niet bij Jan en Greet.

Zelfmoord lijkt voor de nabestaanden vrijwel onmogelijk, Niets wees er bij de twee op dat ze een einde aan hun leven wilden maken. Er ligt ook geen afscheidsbrief. Dat is merkwaardig.

Er is meer. Of beter gezegd: minder. Uit de woning missen spullen. Onder meer een laptop, Ipad, fotocamera en twee telefoontoestellen. De recherche kamt het hele huis uit, maar de goederen worden niet gevonden.

De verdwenen laptop van het echtpaar
De verdwenen laptop van het echtpaar

Als het in het dorp al gonst van de geruchten, besluit de politie de vondst publiek te maken. Dat is op vier augustus. De politie zegt een misdrijf niet uit te sluiten. Burgemeester Marco Out informeert dorpelingen over het politieonderzoek.

De recherche draait dan overuren. Het jaar telt op dat moment al twaalf moord- en doodslagzaken in het district Noord (Groningen, Drenthe en Friesland). Twaalf zaken met veertien slachtoffer in exact een half jaar tijd. Ongekend voor het Noorden dat jaarlijks doorgaans 8 dodelijke slachtoffers van misdrijven telt.

Is er iemand in de woning geweest? De technische recherche zoekt, maar kan niets vreemds vinden. Geen sporen van een onbekend persoon en ook geen sporen van een inbraak. Toxicologisch onderzoek op de lichamen van het echtpaar levert evenmin iets op.

Zijn Jan en Greet overvallen en gedwongen hun voicemail in te spreken om vroegtijdige ontdekking van een mogelijk misdrijf te voorkomen? Zijn ze daarna omgebracht?

De politie zegt nog steeds een misdrijf niet uit te sluiten. De hoop is dat iemand zich meldt met informatie over de verdwenen spullen.

Als blijkt dat de twee inderdaad zijn omgebracht, zou dat de vierde meervoudige moord zijn dit jaar in het Noorden, na de moord op Gudrun Kuster en Trevor Griffiths (Groningen, 18 januari), het echtpaar Westra (Groningen, 6 maart),  en op de kinderen Jasper, Marijn en Seth (Schoonloo, 9 september).

Mick van Wely

Informatie of reageren? mickvanwely@gmail.com

 

 

 

 

 

Eind juli schakelden de kinderen van Jan en Greet Veenendaal de politie in omdat hun ouders thuis dood waren aangetroffen.

Stop met strafkorting door media-aandacht

Bestormers van het Maasgebouw: ook strafkoring
Bestormers van het Maasgebouw: ook strafkorting

(zie reactie mr. Sidney Smeets onderaan)

Een lagere straf omdat de dader al genoeg is gestraft door media-aandacht. Strafkorting als gevolg van media-aandacht is niet van deze tijd. Het moet, misschien op een enkele uitzondering na, helemaal worden verbannen.

Een verdachte in een spraakmakende of aansprekende zaak komt er sinds een jaar of tien al snel bekaaid af. Zijn foto verschijnt rap op internet. De publieke schandpaal doet vol venijn zijn werk.

De tijd dat alleen GeenStijl pontificaal een foto van een moord- of overvalverdachte plaatste is allang voorbij. Metro, De Telegraaf, het AD: ‘we’ doen er allemaal aan mee.

De grenzen van privacy zijn fors opgeschoven. Of het nou goed is of niet: het is nou eenmaal zo. Een onomkeerbaar proces.

Privégegevens van een verdachte liggen door Facebook, Twitter, Hyves en andere social media voor het grijpen. De concurrentiestrijd tussen media is groter geworden. Wie kan zo snel mogelijk zoveel mogelijk over een verdachte online zetten?

De pornopastoor-zaak: ook strafkorting (zie onderaan)
De pornopastoor-zaak: ook strafkorting (zie onderaan)

Een belangrijke rol is weggelegd voor justitie. Een jaar of tien geleden, misschien nog recenter, werd een zorgvuldige afweging gemaakt voordat foto’s werden getoond van een verdachte. Het kon als alle andere opsporingsmiddelen niets hadden opgeleverd of als het delict zeer ernstig was.

Nu worden beelden veel sneller door het OM verspreid. Zelfs een simpele winkeldief mag zich al verheugen op exposure in Opsporing Verzocht.

Door al deze ontwikkelingen is de groeiende aandacht voor de verdachte of dader makkelijk te verklaren. Of dat terecht is of niet, dat is geen issue meer. Rechters moeten zich dat ook realiseren. De publieke schandpaal is onvermijdelijk. Kunnen we niks meer aan doen.

Soms hebben verdachten er zelf schuld aan. Wie gaat knokken op een plein in het centrum van een stad onder het oog van een camera, vraagt erom om vastgelegd te worden.

In juridische termen zou je kunnen spreken van een soort voorwaardelijke opzet. Hij weet dat er camera’s hangen en neemt publicatie of verspreiding van zijn tronie op de koop toe.

Er is nog iets anders. Tot grofweg halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw was er veel meer begrip voor de dader. Die was vooral slachtoffer van zichzelf, zijn verleden en de omgeving.

Met je bakkes op Opsporing Verzocht
Met je bakkes op Opsporing Verzocht

Na de enorme stijging van criminaliteit in de jaren negentig is de pendel richting het slachtoffer gegaan. De impact van crime is groter geworden door internet en de opkomst van social media.

De maatschappij heeft het gehad met het vergeven. Met die eeuwige tweede, derde en vierde kans. De rol van het slachtoffer in het strafproces is gegroeid. Dag dader, welkom slachtoffer.

Nog iets. Het is niet fair dat een verdachte die een overload aan aandacht krijgt, een lagere straf wordt opgelegd dan een verdachte of dader die zich niet mag verheugen op die aandacht. Voor hetzelfde delict.

Bovendien staat straf door medeburgers of maatschappij los van het strafproces. Stel, de voorzitter van een plaatselijke visvereniging gaat er met de kas vandoor. Als hij dan in zijn gemeenschap geen enkele functie meer mag bekleden en na media-aandacht met de nek aan wordt gekeken op straat, is dat een logische maatschappelijke reactie. En die kan los staan van een strafproces.

Overvloedige media-aandacht of een voor de verdachte vervelende reactie van de maatschappij, mag niet beloond worden met strafvermindering, De rechter moet de verdachte straffen omdat hij de wet heeft overtreden.

Volgens de Raad van de Rechtspraak leggen rechters in grofweg de helft van de zaken waarbij sprake is van veel media-aandacht, een lagere straf op. Dat is teveel. Deze strafkorting mag wat mij betreft helemaal uitgebannen worden. Rechters moeten met de tijd meegaan.

Mick van Wely

NB Deze column is geschreven naar aanleiding van het fraude- en witwasproces tegen het voormalig VVD-Statenlid Drenthe, B. Ziengs half september. Hier nam de officier van justitie een voorschot op mogelijke strafkorting.

Hoe de Raad van de Rechtspraak denkt over dit thema: hier

De ‘pornopastoor‘-zaak: ook strafkorting

De reactie van advocaat Sydney Smeets van SpongAdvocaten op mijn column:

Strafkorting vanwege media-aandacht is terecht.

Feit is dat in onze moderne samenleving Andy Warhol’s voorspelling dat iedereen vijftien minuten beroemd zal zijn is uitgekomen. Via sociale media kunnen we ons aan de meest intieme details van ‘het leven van de anderen’ laven.

En zolang iemand er zelf voor kiest op deze wijze in de belangstelling te staan is daar behalve een gebrek aan goede smaak weinig op aan te merken.

Het wordt anders als iemand tegen zijn wil in de media verschijnt als verdachte van een ernstig strafbaar feit. Het behoeft nauwelijks betoog dat de verdachte daar last van heeft.

Sydney Smeets
Sydney Smeets

Het simpelst is dat uit te leggen aan de hand van verdachten die zijn vrijgesproken. De hoofdredacteur van Kidsweek mag dan geen kinderporno in zijn bezit hebben gehad, maatschappelijk gezien is er weinig van hem over. De verdenking zal hem blijven achtervolgen.

Het is dan ook niet voor niets dat de schadevergoeding voor gewezen verdachten vaak hoger uitvalt als de zaak veel media-aandacht heeft gehad. Met andere woorden, de schade van media-aandacht staat niet ter discussie.

Ook wanneer het om minder bekende verdachten gaat is in de directe omgeving vaak snel achterhaald om wie het gaat en door het alomtegenwoordige internet is de berichtgeving tot in lengte van dagen terug te vinden. Wanneer de veroordeelde zijn straf allang heeft uitgezeten blijven de gevolgen van de media-aandacht hem nog lang achtervolgen.

In de discussie rondom dit onderwerp wordt ten onrechte de indruk gewekt dat alle zaken evenveel kans maken op media-aandacht. Sommige zaken krijgen echter veel meer aandacht dan andere, misschien wel veel ernstiger, zaken.

De reden daarvoor is niet altijd duidelijk maar kan afhankelijk zijn van factoren als de afkomst van de verdachten, het feit of er toevallig beelden zijn en de vraag of er ander nieuws is dat de aandacht vraagt. Daar komt nog bij dat voor de uiteindelijke (gedeeltelijke) vrijspraak vaak geen aandacht meer is, dat is geen nieuws.

Media aandacht is afhankelijk van zoveel factoren dat het welhaast arbitrair lijkt. Een voorbeeld:

de gemiddelde verdachte die honderden kinderpornoplaatjes en -filmpjes in zijn bezit heeft komt helemaal niet in de krant terwijl de verdachte die vijf plaatjes van naakte kinderen bezat maar samenwoont met een bekende van Roberts M. kan rekenen op tekenaars en camera’s in de zittingszaal. Voor hem zijn de gevolgen dus ernstiger dan voor iemand die een zwaarder delict heeft gepleegd.

Dan is het niet vreemd dat de rechter in een zaak waar veel media aandacht en dus schade is, daar ook rekening mee houdt.

Sydney Smeets

Bevroren grasland: prachtige rechtbankcolumns

gras2Geharde, maar eenzame misdadigers, onverbeterlijke junkies met de beste bedoelingen, verdrietige partners, domme overvallers. Keiharde boeven, simpele schlemielen.

Rechtbankjournalist Rob Zijlstra, bekend van de meest gelezen ‘courtblog’ in Nederland Zittingszaal14, ziet ze twee keer per week in Groningen hun verhaal doen voor de rechtbank.

Rob ZijlstraIn Bevrorengrasland beschrijft Zijlstra met veel oog voor detail de meest bijzondere rechtszaken. Over spijkerharde ‘rips’ in het wietcircuit, een tot wanhoop gedreven boer die een agent te lijf gaat met een mestvork en over een ruk aan een handrem met grote gevolgen.

Het e-book Bevroren grasland bestaat uit de 75 mooiste columns van Zijlstra. Evenwichtig en vaak humoristisch beschreven observaties van de journalist uit de rechtszaal. Een absolute aanrander!! Voor nog geen tientje..

 

De Mocro-maffia: echt zo bijzonder? Nee

De dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt
De dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt

De nieuwe Marokkaanse maffia verovert Nederland. Vette koppen in de media. ‘Grote Ben’, ‘Najib Bouhbouh’. De Mocro-maffia: bekt ook lekker natuurlijk. Maar is het nou allemaal zo bijzonder? Zijn ze zo uniek? Nee.

Dat Marokkanen in Nederland en Nederlanders van Marokkaanse afkomst zeker het laatste decennium verhoudingsgewijs meer dan autochtone Nederlanders zijn vertegenwoordigd in misdaadland, is echt een feit. Daar zijn ook allerlei sociaal-culturele oorzaken voor, maar dat terzijde. Dat er Marokkanen zijn die een belangrijke rol spelen in de drugshandel in Nederland: ook een feit.

Maar het lijkt alsof het iets unieks is: zware, jonge, allochtone criminelen die buitengewoon gewelddadig zijn. Maar dat is het helemaal niet.

In de jaren tachtig gold de Amsterdamse bende The Monks als een plaag voor justitie. De groep van ongeveer 80 tot 150 Surinamers, Turken en autochtonen hield zich bezig met het plegen van overvallen op banken, coffeeshops en postkantoren en stortte zich op de drugshandel.

Jonge ‘zware jongens’ van 16 tot 21 jaar, die er niet voor terugdeinsden om een vuurwapen te trekken en daar ook daadwerkelijk mee te schieten. Ze werden steeds professioneler.

Eén van de leiders was de Turk Erol Kebak. Een ‘groeicrimineel’: van straatschoffie tot staatsvijand. Van Marsen jatten tot het beroven van banken. Op z’n tweeëntwintigste kreeg hij negen jaar cel voor onder meer 41 bankovervallen.

Triest ‘hoogtepunt’: een wildwest achtervolging in 1992 na een bankoverval in Utrecht, die eindigde met het doodschieten van de politieman Iman Klaassen. Kebak kreeg levenslang. Later werd hij vermoord in een Turkse bajes.

Redouan Boutaka (31): doodgeschoten in de Shisha-lounge in Amsterdam in april 2012
Redouan Boutaka (31): doodgeschoten in de Shisha-lounge in Amsterdam in april 2012

De Mocro-maffia is nu vooral hot omdat er een oorlog wordt uitgevochten tussen Marokkaanse misdaadfamilies in Amsterdam en Antwerpen. Na een gestolen partij coke in Antwerpen is het hommeles. Spannend: schieten in het openbaar, een familie die de bijnaam Turtles draagt en dreigementen met foto’s van een tegenstander naast een gehaktmolen.

Najib Bouhbouh werd afgeknald in Antwerpen en er volgden in december wraakacties in de Amsterdamse staatsliedenbuurt en Amsterdam-Slotervaart. Marokkanen dood en Marokkanen vast. Jonge mannen. Groeicriminelen, zoals Erol Kebak. Carrièremakers in de misdaad. Allochtone Amsterdammers.

Zijn ze er dan opeens, die Marokkanen? Maakt dat ze zo bijzonder? Nee. Al eind jaren negentig deed de politie bijvoorbeeld al onderzoeken naar Marokkaanse groeperingen in Utrecht en in Groningen die op grote schaal in drugs handelden. Eén van de onderzoeken heette DUIM: Drugs Invoer Uitvoer Marokkanen.

Slimme jongens: winsten investeerden ze in citrusplantages in Marokko. Geld werd ook gepompt in onroerend goed. De geboorteplaatsen van de boeven bloeiden op. Financieel onderzoek stond in de kinderschoenen en medewerking van de Marokkaanse autoriteiten was er niet of nauwelijks.

Er waren breinen, koeriers en soldaten. Slimme jongens  en domme jongens. Net zoals bij de huidige Mocro-maffia. Net zoals bij de oer-Hollandse ‘stamppotmaffia’. Het is een beetje suf om criminelen en hun werkwijze te kaderen naar ras.

Het is niet per definitie zo dat de Marokkaan louter schiet, de Antilliaan te dom is om zich te organiseren en de Turk betrouwbaar is als het gaat om handel. Het varieert per persoon. De crimineel is een mens, niet een genetisch manipuleerde misdaadmachine.

En wat maakt het trouwens uit of een crimineel Marokkaan of autochtoon is? Het gaat om de personen. En de misdaden die ze plegen.

Gwenette M.: een Antilliaan, geen Marokkaan
Gwenette M.: een Antilliaan, geen Marokkaan

Hoe Marokkaans is de huidige groep uit Amsterdam die openlijk een vete uitvecht trouwens? Gwenette M. wordt gezien als de grote man achter een groep Marokkanen. M. is allesbehalve Marokkaan: hij is Antilliaan. En de mensen die liquidaties uitvoeren zijn doorgaans overigens te bestempelen als voetvolk.

Dat wat Marokkaanse criminelen zijn doorgestoten naar de top van de misdaad in Nederland is niet verwonderlijk. Waar de oerhollandse penoze, de kampers, de Mieremetten en Bruisma’s, tijd nodig hadden om door te stoten tot de top, had de Marokkaanse crimineel dat ook.

De focus van de recherche lag misschien, zo valt te horen binnen justitie, wel iets te weinig op de criminele Marokkaan, die zo kon doorgroeien.

De Marokkanen vallen ook op omdat een groot deel van de traditionele topcriminelen tussen 2000 en 2005 werd geliquideerd. Later belandden topcriminelen zoals Dino Soerel en Willem Holleeder in de bajes. Justitie zat verder de kamperfamilies en de Hells Angels op de hielen. Kortom: er was wat meer ruimte op de arbeidsmarkt.

Het is als met voetbal. Dan zijn de Italianen een tijdje nadrukkelijk aanwezig en dan breekt er weer een Duitse periode aan. Misschien zijn het over vijf jaar jonge Nigerianen in Nederland die dominant aanwezig zijn. En heet de nieuwe Holleeder niet Achmed M., maar Umkele B.

Mick van Wely